Het TIME-model is een hulpmiddel om plaatselijke verstoorde factoren in de wondgenezing op te sporen zodat de wondgenezing op gang komt. Het doel van het TIME-model is het creëren van een gezonde wond, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.
Het TIME-model kan helpen bij het bepalen van het wondbeleid. Het is een hulpmiddel om moeilijke en complexe wonden te beoordelen. Het uiteindelijke doel is om een gezonde wond te creëren, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.
Een nadeel van TIME is dat het alleen de lokaal verstorende factoren op de wondgenezing beschrijft en geen factoren zoals psychosociale effecten. Het beoordelen van de wondstatus gebeurt vaak aan de hand van het WCS Classificatiemodel.
Het concept wondbedpreparatie en het TIME model werd ontwikkeld in 2003 als ondersteuning voor clinici om de barrières ten aanzien van de wondgenezing bij individuele patiënten te identificeren. Om zo correcties aan te brengen en wondbehandelingsstrategieën te ontwikkelen.
Het WCS Classificatiemodel, dat door de WCS is ontwikkeld, is een hulpmiddel bij het bepalen van het doel van de lokale wondbehandeling en van het juiste wondbehandelingsproduct.
Dit is vergelijkbaar met een ingedroogde blaar. Ook kan zich onder de harde necrotische korst een weke massa aangetast weefsel bevinden; de omgeving van de wond is dan meestal rood en warm en de patiënt geeft pijn aan (ontstekingsverschijnselen). In dat geval moet de necrose beslist verwijderd worden.
Het TIME-model is een hulpmiddel om plaatselijke verstoorde factoren in de wondgenezing op te sporen zodat de wondgenezing op gang komt. Het doel van het TIME-model is het creëren van een gezonde wond, zonder dood weefsel en ziekteverwekkende bacteriën, met weinig wondvocht en een goede doorbloeding.
Zwarte wond
Zwart betekent dat zich in de wond dood (necrotisch) weefsel bevindt. Het hoeft niet altijd zwart te zijn maar kan ook een bruine, grijze of gele kleur hebben. Dit dode weefsel houdt de wondgenezing tegen. Het is daarom goed om dit uit de wond te halen.
Speciaal vocht uit de bloed- en lymfevaten voert afval en bacteriën weg, zodat er geen infectie ontstaat. Dit goedje heet wondvocht en is doorgaans dus een teken van goede genezing. Toch is er ook een keerzijde: té veel vloeistof kan je verwonding zacht maken en het genezingsproces in gevaar brengen.
Zwarte, droge necrose kan niet worden behandeld met maden. Chirurgisch debridement gebeurt in de praktijk meestal met een scherpe lepel (curette) of mes. Het schoonschrapen van een wondbodem met een scherpe lepel wordt gedaan bij oppervlakkige natte necrose en om stolsel te verwijderen.
Een val, een stoot of een foutje tijdens het koken: allemaal ongelukjes waaraan je een wond kunt overhouden. Misschien schrik je even als je wond een gele kleur krijgt. Toch komt een gele wond best vaak voor. Het is wel handig als je weet wat je moet doen met zo'n gele wond.
TIME is een onderdeel van het WBP model en is geïntrodu- ceerd in Frankrijk in 2002 door de International Advisory Board on Wound Bed Preparation tijdens een expert meeting. De European Wound Management Association (EWMA) heeft TIME verder ontwikkeld.
Er zijn verschillende oorzaken waarom een wond niet goed geneest. De wond kan bijvoorbeeld erg groot zijn of vervuild. Het kan dan dat er hulpmiddelen nodig zijn om het proces voorspoedig te laten verlopen. Als een wond niet binnen een maand geneest, dan is er sprake van een chronische wond.
Als een wond niet begint te genezen binnen de 3 weken, neem dan contact met de huisarts. Als je bekend bent met diabetes of hart- en vaatproblemen of als je veel medicijnen slikt, neem dan sneller contact op.
Zit er een korst op dan kun je deze soepel houden door er vaseline op te smeren. Smeer geen vaseline op een open wond. Als dit niet praktisch is (bijvoorbeeld in verband met kleding) en bij diepere schaafwonden kun je de schaafwond afdekken met metaline of ander niet aan de wond klevend verband.
Een chirurgische wond kun je na de operatie gewoon verzorgen met een beetje vaseline. Dat is vet, trekt nauwelijks in de huid en daardoor blijft je huid lang soepel. Op die manier laat je wonden en littekens het beste en comfortabel genezen.
Vitamines: verschillende vitamines (A, B, C en E) zijn belangrijk bij de wondgenezing. Een gebrek aan één enkele vitamine kan de genezing al vertragen.
Er bevindt zich necrotisch weefsel in vervloeide vorm in de wond. De wondranden zijn rood en binnen in de wond is het weefsel geel en zwart van kleur. Veelal verspreidt de wond een sterke, onaangename geur.
De huid verkleurt paarsachtig rood. Het onderliggende weefsel sterft af, waardoor het donker kleurt. Bij gasgangreen ten slotte sterven de weefsels in en rond de wonde snel af, in een tijdspanne van enkele uren. Hierdoor wordt de wondzone zwart.
De rode wond is bedekt met vitaal granulatieweefsel dat eruit ziet als een korrelige, vochtig glanzende, helderrode weefsellaag. Een rode oppervlakkige wond waarbij alleen de epidermis ontbreekt, vertoont geen granulatie maar de rode dermis. Deze wondbodem moet beschermd worden en uitdroging moet worden voorkomen.
ALTIS-methode
Gebruik bij huidletsel een wondanamnese volgens de ALTIS methode (Aard, Lokalisatie, Tijdsduur, Intensiteit en Samenhang) Deze dient ervoor om klachten bij wonden steeds op dezelfde manier te beoordelen.
“Het uitgezwete” (letterlijk) is het vocht, dat vrijkomt bij een open wond, lekkend uit de bloed en lymfvaten, met name bij ontsteking.
In principe moet je daarom verband dagelijks verschonen. Zeker in het begin en bij een wond die nog niet helemaal dicht is. Heeft zich overal op de wond al een korst gevormd, dan zou je om de dag of drie keer per week kunnen verschonen.