- Structuurindicatoren geven informatie over de organisatie van een zorgsysteem of over de omstandigheden die nodig zijn om de gewenste zorg te leveren.
Een indicator is een maatstaf waarmee je landen of gebieden met elkaar kan vergelijken of meten. Er zijn drie verschillende soorten indicatoren: economische indicatoren, demografische indicatoren en sociaal demografische indicatoren.
Indicatoren zijn meetbare elementen van de zorgverlening die een aanwijzing geven over de mate van kwaliteit van de geleverde zorg (Lawrence, 1997)[1]. Een indicator is dus het middel waarmee de kwaliteitsmeting wordt uitgevoerd. Het definiëren van een indicator is het operationaliseren van wat je wilt meten.
Procesindicatoren gaan over het zorgproces.Zij meten onderdelen van zorgverlening, bijvoorbeeld of een zorgaanbieder wel of niet volgens richtlijnen werkt. Uitkomstindicatoren meten resultaten van en geven inzicht in ervaringen met behandelingen.
Meetinstrumenten en indicatoren
Of het wordt gedaan door onafhankelijke meetbureaus. De kwaliteit wordt weergegeven in indicatoren. Een indicator is dus een getal, dat wordt gemeten door een zorgaanbieder. Het zegt iets over de kwaliteit van de zorg.
Een valide meetinstrument meet wat het zou moeten weten. Als je je lengte wilt meten dan is een meetlat een valide meetinstrument, een weegschaal niet. Je onderzoek moet naast valide ook betrouwbaar zijn. Dat betekent dat als je het onderzoek zou herhalen je dezelfde uitkomsten krijgt.
Een voorbeeld hiervan is jodium, wanneer jodium in aanraking komt met zetmeel zal de oplossing donkerblauw verkleuren. Verder is kalkwater een indicator voor koolzuurgas (koolstofdioxide), kalkwater wordt troebel bij aanwezigheid van het gas.
Een goede KPI is concreet omschreven
Prestatie-indicatoren moeten duidelijk geformuleerd zijn en niet op verschillende manieren geïnterpreteerd kunnen worden. 'Omzetgroei' is een te algemeen begrip. Maak bijvoorbeeld duidelijk of het om euro's of om een percentage gaat.
Een Indicator geeft betekenis aan uitkomsten van groepen patiënten, zoals het percentage patiënten dat 10 of hoger scoort op angst. Een indicator met een norm geven een aanwijzing (indicatie) voor goede of slechte kwaliteit, waarmee eventuele verschillen in kwaliteit aangetoond kunnen worden.
Ten eerste moet de set compleet zijn.Daarnaast is overzichtelijkheid noodzakelijk: de samenhang en relaties tussen afzonderlijke indicatoren moeten logisch en herkenbaar zijn. Bestaande indicatoren kunnen aan de hand van een lijst met eisen worden getoetst op bruikbaarheid.
Met kwaliteitsindicatoren kan de kwaliteit van zorg gecontroleerd en verbeterd worden. Interne indicatoren zijn bedoeld voor het beoordelen van de eigen zorgprocessen. Externe indicatoren zijn bedoeld om verantwoording af te leggen over de kwaliteit van de zorg aan patiënten, zorgverzekeraars, en de Inspectie.
indicator (zn) : aanwijzer, aanwijzing, graadmeter.
Een indicator is een informatiebron, die een indruk geeft van een toestand, situatie of ontwikkeling.
Een indicator is een stof die de aanwezigheid, afwezigheid of de concentratie van een of andere stof kan aantonen. Dit gebeurt meestal door een karakteristieke verandering, meestal in kleur. Voorbeelden van indicatoren zijn zuur-base indicatoren.
Sommige gezondheidsdeterminanten zijn sociale determinanten. Dat zijn de omstandigheden waarin we opgroeien, wonen, werken, leven,… Denk aan: Of we als kind thuis veel spanningen meemaakten.
Het omslaggebied van een pH-indicator is een afgebakend gebied met bepaalde pH-grenzen, waarbinnen de kleur van deze indicator verandert van de zure naar de basische kleur of omgekeerd. Dit omslaggebied is voor iedere indicator anders. De centrale pH-waarde van deze pH-zone is het omslagpunt van de indicator.
Engelse term voor reeksen van economische cijfers waarvan gebleken is dat veranderingen een voorspellende waarde hebben voor de gang van zaken in de rest van de economie. Voorbeelden van leading indicators zijn het aantal werkuren in een week, prijzen van industriële halffabrikaten en uitgegeven bouwvergunningen.
Variabelen zijn eigenschappen of kenmerken van het concept (e.g., schoolresultaten), terwijl indicatoren manieren zijn om de variabelen te meten of te kwantificeren (e.g., jaarlijkse cijferrapporten).
Indicatoren zijn zichtbare, voelbare en hoorbare informatiebronnen die je helpen bepalen met welke rook- en brandrisico's je te maken hebt. Het gaat dan om een inschatting van de rook, vlammen, hitte, irritatie door rook en of je nog iets kan zien. Je zal in elke situatie zelf de risico's moeten inschatten.
Vragenlijsten, registratieformulieren, schalen, beoordelingslijsten, protocollen: in onderzoek zijn dit allemaal meetinstrumenten. Ze zijn bedoeld om de realiteit op de een of andere manier om te zetten in iets meer formeels, een concept, een code, een cijfer, een reeks getallen, verbanden, al of niet gekwantificeerd.
Twee belangrijke criteria voor een goed meetinstrument zijn de reproduceerbaarheid en validiteit.