Indien iemand zich regelmatig verslikt, wijst dit op een mogelijke slikstoornis. stille aspiratie: als de hoestreflex uitblijft of niet krachtig genoeg is, komt voedsel of drank terecht in de luchtweg. Keelschrapen, kuchjes, ademnood en borrelende stem na het slikken kunnen signalen zijn van stille aspiratie.
Keelschrapen, kuchjes, ademnood en een natte of borrelige stem na het slikken kunnen signalen zijn van stille aspiratie. Problemen met doorslikken van voedsel, drank of speeksel.
Soms hoeft iemand niet of nauwelijks te hoesten als er wat eten of drinken in de luchtpijp komt. Iemand kan dan wel benauwd worden of rood aanlopen. We spreken dan van stil verslikken, omdat het nauwelijks te horen is dat iemand zich verslikt.
Bij een verslikking blijft het kind volledig bij bewustzijn, het praat of huilt en hoest flink. Bij een verstikking vermindert het bewustzijn, kan het kind niet praten of goed hoesten en ziet deze steeds blauwer.
Zuurstoftekort in het bloed leidt na enkele minuten tot verlies van het bewustzijn en zeer snel tot het uitvallen van vitale organen, met name de hersenen.
Verstikking komt vaak door een vreemd voorwerp in de luchtpijp, wurging, gifgassen of vocht in de longen. Bij een verstikking is het daarom van belang om snel en juist te handelen. Vooral bij jonge kinderen is verslikking of verstikking een gevaar.
Bij slaapgerelateerde gastro-oesofageale reflux vloeit tijdens de slaap maaginhoud terug in de oesofagus. Daardoor wordt de patiënt vaak wakker met een bittere smaak in de mond, zuurbranden, hoesten of een verstikkingsgevoel.
Normaal gaat het slikken automatisch en vanzelf zonder dat we erbij nadenken. Bij het slikken zijn veel spieren betrokken, maar ook hersenzenuwen. Door een goede samenwerking tussen de spieren en zenuwen kunnen we slikken zonder problemen. Dat doen we gemiddeld 600 keer per dag.
Neurologische problemen
Een beroerte, de ziekte van Parkinson of dementie bijvoorbeeld, kunnen leiden tot zogenaamde coördinatieproblemen in de slikbeweging. Het samenspel van de spiergroepen die betrokken zijn bij het slikken is verstoord. Daarnaast kan het gevoel in de mond verminderd zijn.
Slikproblemen herkennen
Verslikken, hoesten, kuchen tijdens het eten of drinken. Speeksel, eten of drinken loopt uit de mond. Moeite met het bewegen van de tong of met het kauwen. Moeite met het inzetten van een slikbeweging.
Slikproblemen komen vooral voor bij spierziekten, na een beroerte, bij de ziekte van Parkinson, bij afwijkingen van de slokdarm en na behandeling van kanker in de mond of keel. Slikproblemen kunnen vanzelf weer over gaan. Behandeling is lang niet altijd nodig.
Als het gevoel van slijm in de keel niet verdwijnt of als er klachten bijkomen, maak dan een afspraak bij een KNO-arts. Er kan soms namelijk wel een lichamelijke oorzaak zijn voor uw klachten. De KNO-arts kan op eenvoudige wijze de keel bekijken met een fiberscopie: Zie voor meer informatie: keelonderzoek via de neus.
U kunt zich verslikken in uw eigen speeksel. Het is dan ook erg belangrijk dat uw mond zo schoon mogelijk is en blijft. Volgt u bij het tandenpoetsen de adviezen van de verpleegkundige goed op. U kunt zich bijvoorbeeld ook verslikken in tandpasta.
Stikken als gevolg van slijm gebeurt echter heel zelden. De behandeling bestaat uit adviezen van de fysiotherapeut over het hoesten, het slijm dunner maken met medicijnen zodat het makkelijker opgehoest kan worden en/of de hoeveelheid slijm minderen met medicijnen.
Maar als je je verslikt, sluit het strottenklepje de luchtpijp niet goed af en kan een deel van het voedsel in je luchtpijp en longen komen. Vorig jaar meldden tussen de 700 tot 1.800 mensen zich op de Spoedeisende Hulp vanwege ernstige verslikkingen en verstikkingen door voedsel en drank.
Slaapgerelateerde ademdisfuncties zijn korte episodes van geheel of gedeeltelijke obstructie van de luchtwegen tijdens de slaap. De belangrijkste symptomen zijn snurken, benauwdheid, gevoel van stikken, en naar lucht happen. Daardoor wordt de slaap onderbroken en is men overdag overmatig slaperig.
Slikken en verslikken
Slikken doen we zeer vaak; zo'n 3000 keer per dag. Naast het doorslikken van eten en drinken, slikken we ons speeksel weg. Overdag doen we dit zo'n twee keer per minuut, 's nachts een keer per minuut. Slikken is voor een groot deel een reflexmatig proces.
Leg daarvoor een hand met gespreide vingers op de bovenbuik net onder de borstkas met je vingers naar het hoofd wijzend. Je andere hand met gespreide vingers ertegenover op de rug. Dit blijf je doen tot de ademhaling verandert of tot het ambulance-personeel het slachtoffer van je overneemt.
Jezelf wurgen met riem
Maak dan een afspraak bij de huisarts, zeker als je blijft nadenken over jezelf wurgen met een riem. De huisarts biedt een luisterend oor en oordeelt niet. Samen kunnen jullie op zoek naar een vorm van professionele begeleiding mocht dit nodig zijn. Je hoeft het niet allemaal alleen te doen.
Ook al begrijpt de stervende waarschijnlijk niet alles meer wat wordt gezegd, waarschijnlijk hoort hij wel alles en blijft hij tot op het laatst gevoelig voor geluid. Rust rondom de stervende is belangrijk. Aanraking kan rustgevend zijn, maar dit verschilt per persoon en per moment.
Wanneer mensen aan het sterven zijn is een stokkende ademhaling een teken dat de dood dichterbij komt. De ademhaling kan stil vallen en daarna weer met een diepe zucht op gang komen. De tijd tussen de ademteugen wordt langer en langer, dit kan soms oplopen tot wel 30 seconden.