Bij een slokdarmmanometrie bekijkt de arts de werking van de slokdarm en de kringspier tussen de slokdarm en de maag. Als de spieren in de slokdarmwand niet goed werken of verkrampt zijn, kan dit klachten veroorzaken.
Duur van het onderzoek
Het onderzoek manometrie duurt ongeveer 30 minuten. Het plaatsen van het slangetje voor de pH-meting duurt ongeveer 15 minuten. Na het inbrengen van het slangetje heeft u 24 uur het slangetje in uw neus.
Een drukmeting van de slokdarm geeft belangrijke informatie over de werking van de slokdarm en de 2 sluitspieren. Met de drukmeting wordt op verschillende hoogtes in de slokdarm gemeten. Na een manometrie volgt meestal een pH-meting.
Waarom een manometrie? Met een drukmeting kunnen functionele afwijkingen van de slokdarm beoordeeld worden. Ook wordt een manometrie verricht voor de plaatsbepaling van de onderste sluitspier van de slokdarm. Voor dit onderzoek moet u nuchter zijn.
Een drukmeting van de slokdarm wordt uitgevoerd bij slikklachten; passageklachten(doorgang van voedsel); pijn bij het borstbeen; voorafgaand aan een 24-uurs meting van zuur en/of druk en voorafgaand aan een specifieke chirurgische behandeling (bijvoorbeeld wegens reflux-ziekte).
moeite met slikken. het eten blijft steken in de slokdarm of u heeft het gevoel dat het niet goed zakt. blijvende pijn of een vol gevoel achter het borstbeen of in de bovenbuik. vaak de hik hebben.
Niet goed zakken van eten is de meest voorkomende klacht bij achalasie. Mensen kunnen wel goed het voedsel uit de mond naar de slokdarm slikken, maar dan blijft het ergens achter het borstbeen steken. Opvallend bij achalasie is dat het gaat om zowel vaste als vloeibare kost.
Een slokdarmonderzoek (oesophagus) is een röntgenonderzoek van de slokdarm. De slokdarm is op een gewone röntgenfoto niet zichtbaar. Door contrastmiddel (bariumpap) te gebruiken wordt de slokdarm wel zichtbaar. Het contrastmiddel loopt via de slokdarm naar de maag.
Een gastroscopie is een kijkonderzoek van de binnenkant van de slokdarm, maag en het eerste deel van de dunne darm (twaalfvingerige darm). Bij dit onderzoek kan de arts eventuele afwijkingen opsporen. Het onderzoek gebeurt met een bestuurbare slang (de gastroscoop) die via de keelholte naar binnengaat.
De arts plaats een dun slangetje (katheter) via je neus in je slokdarm. Aan het uiteinde van het slangetje zit een meetpunt dat de zuurgraad meet. Dit meetpunt wordt verbonden met een kastje dat de metingen registreert. De arts plaats het meetpunt ongeveer vijf centimeter boven de maagingang.
Achalasie is een bewegingsstoornis van de slokdarm. Deze bewegingsstoornis wordt veroorzaakt door een verminderde zenuwvoorziening. Bij achalasie is de zenuwvoorziening in het onderste deel van de slokdarm verminderd. De bewegingen van de spieren in de slokdarmwand zijn in dat deel ook verminderd.
Oorzaak van middenrifbreuk
Een ongeval of verslapping van de spieren. Verslapping middenrif. Naarmate mensen ouder worden kunnen de spieren in het lichaam wat verslappen. Als het middenrif verslapt, kan de opening in het middenrif wijder worden waardoor een middenrifbreuk ontstaat.
De operatie duurt meestal 4 tot 6 uur. De chirurg maakt een snee in uw buik, in uw borstkas en soms in de hals. In sommige ziekenhuizen wordt deze operatie met een kijkoperatie gedaan.
Gebruik geen koolzuurhoudende dranken en niet te veel kauwgom. Hierbij komt er extra lucht in de maag, waardoor de maag sneller gevuld is. Dit heeft drukverhoging tot gevolg. Let op met (cafeïnevrije) koffie, cacao, chocola, cola, vruchtensap en alcoholische dranken, pepermunt, ui, knoflook en scherpe kruiden.
Bij een Barrett-slokdarm is een deel van het slijmvlies aan de binnenkant van de slokdarm anders dan normaal. De afwijking is genoemd naar Norman Barrett. Dit is de arts die de aandoening in 1953 voor het eerst beschreef. Een gezonde slokdarm is bedekt met wit, parelmoerkleurig slijmvlies.
Het onderzoek duurt ongeveer 10 minuten. Het onderzoek wordt verricht door een maag-darm-leverarts of internist. Een gastroscopie is een veilig onderzoek. Complicaties komen niet vaak voor (in minder dan 0,2% van het aantal onderzoeken).
Het oprekken van een vernauwing in het maagdarmkanaal (ook wel dilatatie genoemd) wordt gedaan bij patiënten met een vernauwing in de slokdarm, dunne- of dikke darm. Door deze behandeling verbetert de voedsel- en speekselpassage of passage van de ontlasting.
Dit onderzoek is bedoeld om eventuele afwijkingen aan uw maag of slokdarm aan te tonen. U kunt hierbij denken aan een ontsteking, maagzweer of vernauwingen waardoor het voedsel blijft hangen. Om de slokdarm op een röntgenfoto zichtbaar te maken wordt er een contrastmiddel, bariumpap, gebruikt.
Het opschuiven van de endoscoop door de dikke darm kan vooral bij de bochten soms wat pijnlijk zijn. De pijn wordt meestal snel minder als de endoscoop voorbij een bocht is. Van eventuele kleine ingrepen voel je niets. Als je een roesje hebt gekregen, dan merk je weinig van het onderzoek.
Door een roesje (sedatie) verloopt een onaangenaam onderzoek prettiger voor u. U bent dan minder bang, u voelt zich gemakkelijker en heeft minder pijn. Als u ontspannen bent, verloopt het onderzoek in het algemeen ook gemakkelijker.
Als u een roesje heeft gehad, duurt het nog enige tijd voordat de medicijnen zijn uitgewerkt. Daarom blijft u na het onderzoek nog 1 tot 2 uur uur in uw bed op de uitslaapkamer totdat u weer goed wakker bent. Gedurende deze tijd worden uw hartslag en zuurstofgehalte bewaakt.
Als u een slechte hart- of longfunctie heeft, kan de MDL-arts besluiten u geen roesje te geven. Dit is om het risico op eventuele complicaties te verkleinen. De arts bespreekt dit met u op de behandelkamer. De keuze is dan om het onderzoek zonder roesje te doen, of alleen met pijnstilling.
Voedingsmiddelen die de maag tot rust brengen, zoals yoghurt, melk, gekookte spinazie, wortelen en aardappelen, kunnen helpen. Een efficiënt huismiddeltje tegen maagzuur is te slapen met uw bovenlichaam iets hoger, zodat het maagzuur niet in de slokdarm kan vloeien.
De plakkerige textuur van honing speelt hier een belangrijke rol. De honing vermengt zich na consumptie met het maagzuur. Hierdoor neemt diens agressiviteit iets af. Honing kan helpen om ontstekingen in de slokdarm te verminderen.
Goedaardige tumoren van de slokdarm zijn zeldzaam. Zij geven per definitie alleen lokale klachten en zaaien niet uit. Behandeling is alleen nodig wanneer er klachten zijn of wanneer er kans bestaat dat er in de goedaardige tumor kanker zal ontstaan.