bij een primaire taalontwikkelingsstoornis hebben we te maken met kinderen die uitsluitend problemen hebben in de taalontwikkeling. bij een secundaire taalontwikkelingsstoornis loopt de taalontwikkeling achter als gevolg van een andere stoornis, zoals autisme of een verstandelijke handicap.
Kinderen met een TOS laten bijvoorbeeld nooit repeterend of compulsief gedrag zien, terwijl dit kenmerkend is voor ASS. In haar lezing onderscheidt Ingrid Feiter sociale communicatieve taalvaardigheden van pragmatische taalvaardigheden.
Een taalontwikkelingsstoornis is niet te genezen maar een goede en liefst vroege behandeling kan een kind leren om beter met taal om te gaan zodat het zich beter kan redden.
Onzichtbare handicap
Bij een taalontwikkelingsstoornis wordt taal in de hersenen minder goed verwerkt. Net als Dyslexie is TOS een onzichtbare handicap die kinderen enorm kan belemmeren in hun ontwikkeling. Ongeveer 5% van de bevolking heeft TOS. Een kind met TOS heeft moeite met praten en het begrijpen van taal.
Wat is CMB? Iemand met een communicatief meervoudige beperking heeft meerdere beperkingen, bijvoorbeeld een taalontwikkelingsstoornis (TOS) en een verstandelijke beperking.
Kinderen met TOS met NVIQ 70-85 hadden ook baat bij taaltherapie (Fey, Long & Cleave, 1994). Uitkomstmaat grammaticale vaardigheden. Is het niet-verbale IQ belangrijk voor de diagnose en behandeling van TOS? Gebruik van niet-verbale intelligentie quotient bij TOS 1.
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat taal in de hersenen minder goed wordt verwerkt. Een kind met TOS vindt het bijvoorbeeld moeilijk om taal te begrijpen of heeft moeite met praten.
Ongeveer 75% van de kinderen die op 5-jarige leeftijd een diagnose TOS heeft, heeft die diagnose op 12-jarige leeftijd nog steeds. Kinderen met TOS vormen een gevarieerde groep. Dit houdt in dat de taalproblemen kunnen variëren in ernst en aard.
Veel kinderen met TOS hebben niet de sociale problemen die autisme kenmerken, maar sommige hebben wel milde autistische trekjes. Er is een groot verschil in de beschikbare hulp voor kinderen met de diagnose autisme en kinderen met de diagnose TOS.
TOS is nog onbekend maar komt zeker zo vaak voor als dyslexie en vaker dan autisme. Gerrits: “7% van de kinderen in de leeftijd van 5 jaar heeft TOS. Dat komt neer op ongeveer twee kinderen per schoolklas”.
Kinderen die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben of slechthorend, doof of doofblind zijn, hebben recht op passend onderwijs. 'Regulier als het kan, speciaal als het moet', zegt de Wet passend onderwijs.
TOS is een taalstoornis die aangeboren is of is ontstaan in de eerste twee levensjaren. De stoornis wordt veroorzaakt door (nog) niet aantoonbare problemen in de hersenen. Bij TOS zijn er problemen in de taalvaardigheid en in de spraak. Dit heeft invloed op het begrijpen van taal en/of het spreken.
Achtergrond. Het is bekend dat genetische factoren (DNA-veranderingen) waarschijnlijk een grote rol spelen bij het ontstaan van taalontwikkelingsstoornissen (TOS). Maar welke DNA-veranderingen het dan precies zijn is nog niet bekend.
In dit boek leer je wat taal voor impact heeft op kinderen en jongeren met een Taal Ontwikkelingsstoornis (TOS). De situaties die in dit boek worden beschreven komen voort uit ervaringen vanuit de praktijk. Benieuwd hoe ik, iemand die zelf TOS heeft de wereld bekijkt?
Er bestaan drie vormen van TOS: Een neurogene variant (NTOS): de zenuwbundel is bekneld. Hierdoor kunt u bijvoorbeeld last hebben van een tintelend gevoel, krachtverlies, een doof en/of vermoeid gevoel van de arm, hand en/of vingers. De klachten nemen vaak toe bij het heffen of gebruiken van de arm.
Benoem wat belangrijk is
Informatieverwerking kan lastig zijn, waardoor TOS-leerlingen soms eerder afhaken bij uitleg. Benoem daarom wat belangrijk is. “Als je zegt: 'dit komt terug op een toets', maak je het TOS-leerlingen gemakkelijker zich daarop te focussen.
De deskundigen van het audiologisch centrum:
De logopedist is gespecialiseerd in taal- en spraakproblemen. De gedragsdeskundige (psycholoog/orthopedagoog) is betrokken bij diagnostiek en advies rondom TOS.
Om een diagnose te kunnen stellen, worden verschillende onderzoeken gedaan door verschillende specialisten met een ander expertisegebied: een uitgebreid taalonderzoek (logopedist) een onderzoek naar de verstandelijke mogelijkheden (psycholoog of orthopedagoog) een neurologisch onderzoek (kinderneuroloog)
Er zijn 2 soorten taalstoornissen. Stoornissen die ontstaan bij het leren van taal door kinderen (taalontwikkelingsstoornissen). Deze komen het meest voor. En er zijn stoornissen die later ontstaan, bijvoorbeeld door hersenletsel.
Een taalachterstand kan ontstaan als een kind zijn moedertaal weinig hoort of spreekt. Door meer taalaanbod, haalt het kind de achterstand vaak weer in. Bij een taalontwikkelingsstoornis is er meer aan de hand. Er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren.
Hulp bij taalachterstand
Als je merkt dat je kind meer hulp nodig heeft, kun je contact opnemen met een logopedist in de buurt. Zij kan je kind een periode helpen bij het ontwikkelen van de taal. Als ouder ben je vaak aanwezig bij de behandeling, zodat je thuis ook aan de slag kunt met de oefeningen van de logopedie.
Een specifieke groep (S-TOS) en een niet-specifieke groep (TOS). Bij een specifieke groep staat de TOS op de voorgrond, er is geen heel duidelijke oorzaak te vinden. Het woord 'specifiek' wordt vaak weggelaten, er wordt gesproken over TOS, meestal wordt 'een specifieke TOS' bedoeld.