Primaire bronnen zijn gemaakt door mensen die direct bij een kwestie betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld ooggetuigen), secundaire bronnen zijn gemaakt door mensen die niet direct bij de kwestie betrokken zijn geweest.
Primaire bronnen worden ook wel oorspronkelijke bronnen genoemd, en hierin wordt bijvoorbeeld een originele, empirische studie beschreven. Een secundaire bron is een bron over een bron, bijvoorbeeld een literatuuronderzoek over die originele empirische studie.
Primaire bronnen zijn het oorspronkelijke bewijs van gebeurtenissen, objecten, personen of uitgevoerd werk.
Een primaire bron is een bron en dus informatie die direct afkomstig is van personen die te maken hebben met een bepaalde gebeurtenis, persoon of tijdspanne. De informatie komt dus zelf uit de periode waarover wordt gesproken en is niet later samengesteld of uit tweede hand vernomen.
Er is geen betekenisverschil, het gaat om een verschil in spelling. Het woord voor 'bijkomstig' of 'in tweede instantie' wordt meestal gespeld als secundair.
Primaire gegevens zijn gegevens die de marktonderzoeker speciaal voor zijn onderzoek verwerft. Ze zijn niet eerder verzameld en vastgelegd. Secundaire gegevens zijn gegevens die al eerder zijn verzameld, gegroepeerd en geanalyseerd.
Als je de originele bron niet kunt vinden dan moet je verwijzen naar deze bron via de andere bron. Dit noem je een indirecte verwijzing of een secundaire bron. In de verwijzing in de tekst voeg je beide auteurs toe.
Het verzamelen van primaire gegevens heet primair onderzoek (field research). Het is onderzoek waarvoor men 'het veld in moet'. Bij primair onderzoek komt de informatie van respondenten of proefpersonen.
Historische bronnen kunnen ingedeeld worden in primaire en secundaire bronnen, naargelang de afstand tot de onderzochte gebeurtenis. Er zijn verschillende soorten bronnen. De drie hoofdgroepen zijn: materiële voorwerpen (alle bronnen die niet geschreven of gesproken zijn), geschreven en gesproken bronnen.
Wikipedia-artikelen moeten voornamelijk gebaseerd worden op secundaire bronnen. Dit betekent dat in het algemeen alleen in het geval van specifieke beweringen primaire of tertaire bronnen als zodanig kunnen dienen.
Geschreven en ongeschreven bronnen
Allereerst zijn er ongeschreven bronnen. Dit zijn voorwerpen uit het verleden zoals wapens, schilderijen, foto's, beelden enzovoort. Dit type bron maakt dus niet gebruik van tekst en zijn dus overblijfselen uit het verleden die terug zijn de vinden in het heden.
Wat zijn secundaire data? Secundaire data, oftewel secundaire gegevens, zijn daarentegen wel eerder verzameld (en eventueel geanalyseerd) door (een) andere onderzoeker(s). Secundaire data kun je bijvoorbeeld vinden in publicaties zoals een boek, tijdschrift of onderzoeksrapport.
In traditionele kunst en kleurentheorie worden rood, geel en blauw ook beschouwd als de primaire kleuren. Rood, geel en blauw zijn fundamenteel om het kleurenspectrum van onze wereld te zien omdat mensen trichromatisch zijn.
Roze is een secundaire kleur. Zijn complementaire kleur is groen. Het behoort tot de warme kleuren. In veel culturen en tijdens bepaalde periodes wordt roze geassocieerd met het vrouwelijke geslacht.
Secundaire kleuren: oranje, paars en groen. Secundaire kleuren zijn altijd een combinatie van twee primaire kleuren. Rood en geel geven oranje, blauw en rood leiden tot paars, blauw en geel vormen samen groen. Tertiaire kleuren: alle andere kleuren.
Bij secundair onderzoek worden reeds bestaande gegevens voor een ander doel gebruikt dan waarvoor ze oorspronkelijk verzameld zijn.
Secundaire analyse / bureauonderzoek
Met een secundaire analyse verzamel je gegevens die al eerder door een onderzoeker zijn vergaard en geanalyseerd. Met deze dataset kun je misschien niet direct jouw onderzoeksvraag beantwoorden, maar het kan wel dienen als hulpmiddel.
Er zijn omzetgegevens, winstgegevens, personeelsgegevens, verkoopgegevens en gegevens van gedane onderzoeken. Maar wanneer het bedrijf gegevens gaat verzamelen buiten het bedrijf gaat het om externe gegevens.
Als er 2 gebeurtenissen zijn die meteen achter elkaar komen is dat een directe gebeurtenis. Als er nog een stap tussen zit is het een indirect gevolg.
Wil je in de tekst verwijzen naar meerdere bronnen van dezelfde auteur, dan vermeld je naast de auteurs ook alle publicatiedatums in de bronverwijzing. De publicaties zonder jaartal geef je als eerst weer, gevolgd door de jaartallen op chronologische volgorde. 'in press' verwijzingen geef je als laatst weer.
Een verwijzing in de tekst volgens APA-richtlijnen bestaat uit de achternaam van de auteur en het publicatiejaar. Als je naar een specifiek deel van een bron verwijst, moet je ook een plaatsaanduiding toevoegen, zoals een paginanummer of tijdstempel. Een voorbeeld is: (Habibi, 2021, p. 170).
In de wetenschappelijke methode worden ook tertiaire bronnen onderscheiden. Dit zijn overzichtswerken zoals woordenboeken, encyclopedieën en andere naslagwerken die zich voornamelijk baseren op secundaire bronnen en primaire bronnen gebruiken ter ondersteuning.
Grijze literatuur
Publicaties die niet goed in bibliografieën zijn terug te vinden, zoals rapporten van meer of minder officiële instanties, werkdocumenten, 'interne' documenten, publicaties in incourante talen (zoals het Swahili), doctoraalscripties, populair-wetenschappelijk werk en krantenartikelen.