politieverordeningen (meerv.) (oneigen) strafrecht: gemeentelijke verordening waarin strafbepalingen staan met het doel de openbare orde te handhaven. ...
De belangrijkste en meest omvattende gemeentelijke verordening in een bepaalde gemeente wordt in Nederland vaak aangeduid als Algemene Plaatselijke Verordening (afkorting APV, vroeger Algemene Politieverordening). De APV is dus een 'species' van het 'genus' gemeentelijke verordening.
Een "verordening" is een bindende rechtshandeling die in de hele EU van toepassing is. Zo hebben het Europees Parlement en de Raad een verordening vastgesteld om ervoor te zorgen dat van buiten de EU ingevoerde producten aan bepaalde gemeenschappelijke eisen voldoen.
Provinciale staten en de gemeenteraad stellen, behoudens bij de wet of door hen krachtens de wet te bepalen uitzonderingen, de provinciale onderscheidenlijk de gemeentelijke verordeningen vast.
De gemeenteraad stelt de Apv vast, volgens artikel 149 van de Gemeentewet. De verdere uitvoering van de Apv doet de gemeente onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders en in sommige gevallen van de burgemeester.
Hoewel dus strikt genomen een brandbeveiligingsverordening verplicht is, zal dat in veel gevallen een loze verordening zijn. De regels uit het Besluit gaan immers boven de regels uit de verordening, voor zover er overlap is althans.
VERHOUDING WET (IN FORMELE ZIN) EN APV
Een verordening in een gemeente is in de regel een wet in materiële zin en komt tot stand door een besluit van de gemeenteraad meestal op voorstel van het college. Er staat nadrukkelijk 'in de regel' omdat een verordening niet per definitie een wet in materiële zin.
Verordeningen bevatten regels die direct gelden in alle lidstaten van de Europese Unie. Dit wordt 'rechtstreekse werking' genoemd. Verordeningen hebben daarmee een vergelijkbare status als nationale wetten in de lidstaten, maar in geval van strijdigheid gaat de verordening boven de nationale wet.
In elke gemeente zijn enkele honderden lokaal vastgestelde regelingen van kracht. Het merendeel daarvan is vastgesteld door de gemeenteraad (verordeningen), de rest door het college (nadere regels en beleidsregels), en een enkele door de burgemeester (noodverordening).
Een verordening is bindend en geldt voor de gehele EU en zij moet letterlijk worden overgenomen. Iedere lidstaat is dan ook verplicht de verordening op dezelfde manier te implementeren en uit te voeren. Meestal is de periode die daarvoor staat twee jaar. De AVG (tool) is een voorbeeld van een verordening.
Meest gezochte verordeningen of beleidsregels
Een verordening zoals de APV (Algemeen Plaatselijke Verordening) is een wet die geldt voor iedereen binnen de gemeente. De gemeenteraad stelt deze verordeningen vast. In een beleidsregel staat hoe het college van burgemeester en wethouders zijn bevoegdheden uitvoert.
Een verordening is een algemeen verbindend voorschrift waar inwoners rechten en plichten aan kunnen ontlenen. Jurisprudentie Ook kan het zijn dat naar aanleiding van een uitspraak van een rechter een bestaande verordening moet worden gewijzigd (Voorbeeld: uitspraak over Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO).
Het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zelf is verantwoordelijk voor de uitvoering van de APV.
Sommige besluiten, zoals de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente, zijn uitgesloten van bezwaar en beroep. In het geval dat er tegen een besluit geen bezwaar of beroep mogelijk is, kunt u soms toch nog via de burgerlijke rechter een schadevergoeding krijgen.
IV.
De volgende regels mogen niet in het omgevingsplan: Regels die niet gaan over de fysieke leefomgeving (artikel 1.2 en 2.4 Ow). Regels over onderwerpen die in andere regelgeving uitputtend zijn geregeld. Tenzij die andere regelgeving aangeeft dat het wel mag (artikel 1.4 Ow).
De Richtlijn (Directive) is de enige rechtshandeling die niet-rechtstreeks bindend is. Personen en instellingen kunnen in principe geen rechten aan een Richtlijn ontlenen. Een Richtlijn bindt de lidstaten om de nationale wetgeving aan te passen en legt de lidstaten een resultaatverplichting op.
Dit betekent dat de APV's per gemeente verschillen. Zo hebben steden waar grote evenementen of festivals staan geprogrammeerd extra regels opgenomen voor parkeren, voor het inzamelen van afval, voor het plakken van affiches, geluidsnormen, openingstijden horeca enz.
De bevoegdheid om wetten in materiële zin vast te stellen kan rechtstreeks in de Grondwet of een wet in formele zin zijn toegekend aan een bepaald orgaan. Dit heet attributie. Wanneer de geattribueerde wetgevende bevoegdheid, binnen zekere grenzen, wordt overgedragen aan een ander orgaan is sprake van delegatie.
Naast de rijksoverheid kunnen gemeenten, provincies en waterschappen avv's uitvaardigen. De meeste provinciale verordeningen vallen in deze categorie. Andere voorbeelden zijn de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), bestemmingsplannen en de maatregelen waarin gemeenten koopzondagen en het parkeerbeleid vastleggen.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad. Daartussen ligt een vast aantal stappen, die alle wetsvoorstellen moeten doorlopen.
Een meer algemene definitie luidt dat onder een algemeen verbindend voorschrift moet worden verstaan, een naar buiten werkende voor de daarbij betrokken personen bindende regel, uitgaande van het bevoegd gezag, dat de bevoegdheid daartoe aan de wet ontleent.
In het algemeen geldt dat internationale verdragen (VN/Europa) bovenaan de rangorde staan, gevolgd door landelijke wetgeving zoals de Grondwet, Algemene wet bestuursrecht, Wmo, ministeriële besluiten en regelingen en tot slot de provinciale en gemeentelijke verordeningen en beleidsregels.
Bijzondere wetten vormen een apart aandachtsgebied binnen gemeenten en kunnen behoorlijk divers zijn. Dit betreft landelijke wet- en regelgeving die voor iedereen geldt en niet specifiek Almeers is, in tegenstelling tot de regels uit de Algemene plaatselijke verordening.