Een angst- en piekerstoornis veroorzaakt heftige angsten in het dagelijks leven, zonder dat er echt gevaar is. U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken. Wat helpt is elke dag gezond en regelmatig te leven.
Mogelijke oorzaken
Je kan denken aan het verlies van een dierbare, een lichamelijke ziekte, pesten, of veel kritiek krijgen. Overbezorgdheid ouders – een piekerstoornis komt vaker voor bij mensen die zijn opgegroeid met overbezorgde ouders.
Deze stoornis is vaak goed te behandelen met cognitieve gedragstherapie en/of medicatie. Samen met jou wordt gekozen wat voor jou de beste behandelmethode is. In de therapie leer je minder te piekeren door je gedachten bij te stellen. Dankzij de therapie worden niet helpende gedachten omgezet in helpende gedachten.
Door gesprekken, informatie en een online cursus kunt u de angst verminderen. Dagelijks genoeg bewegen, genoeg slapen en regelmatig leven zijn belangrijk. Als de klachten niet minder worden, kunt u kiezen voor cognitieve gedragstherapie. Bij deze therapie leert u anders te denken, waardoor de angst vermindert.
Een piekerstoornis, ook wel dwangmatig piekeren of gegeneraliseerde angststoornis, is een stoornis waarbij je ongecontroleerde angst hebt voor normale dingen in het leven. Het piekeren begint geleidelijk, maar neemt uiteindelijk je hele dag over.
Een angst- en piekerstoornis veroorzaakt heftige angsten in het dagelijks leven, zonder dat er echt gevaar is. U maakt zich steeds zorgen over veel dingen. Klachten zijn hartkloppingen, zweten, benauwdheid, misselijkheid of het gevoel te stikken. Wat helpt is elke dag gezond en regelmatig te leven.
Mensen met deze stoornis hebben moeite om hun gedachten onder controle te houden. Geruststellende gedachten helpen maar even. Chronisch piekeren gaat vaak gepaard met verschillende spanningsklachten, zoals vermoeidheid, spierpijn, slaapproblemen en concentratieproblemen.
Oorzaken piekeren
Een gegeneraliseerde angststoornis is voor een deel erfelijk. Dezelfde erfelijk aanleg speelt ook een rol in de ontwikkeling van een depressie.
Angststoornissen verdwijnen meestal niet vanzelf, maar je kunt je er goed voor laten behandelen.
Cognitieve gedragstherapie
Met deze therapie leert u omgaan met piekergedrag en hoe u uw gedachten kunt bijstellen dat u probleemsituaties niet aan zou kunnen. Verder leert u hoe u zich kunt ontspannen in alledaagse situaties en hoe u die situaties niet meer hoeft te vermijden.
Wanneer je angst ervaart, volgt een angstreactie. Bepaalde gebieden van je hersenen worden actief en hierdoor ga je bijvoorbeeld zweten en gaat je hartslag omhoog. Of angst ook een directe oorzaak is van verminderd executief functioneren kunnen we nog niet zeggen.
Fluoxetine werkt het beste bij een gegeneraliseerde angststoornis en geeft de minste kans op terugval. Psychiater David Baldwin en zijn collega's trekken deze conclusie in BMJ na een meta-analyse van 27 gerandomiseerde klinische onderzoeken.
Een angststoornis ontstaat door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren. Zo'n 29% van de Nederlanders krijgt in het leven te maken met een angststoornis. Angststoornissen komen in bepaalde families meer voor dan in andere. Dat heeft te maken met erfelijkheid, maar ook met opvoeding.
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis (ook wel piekerstoornis genoemd) gaan gebukt onder overmatige bezorgdheid en angst. De angst en bezorgdheid kunnen het leven behoorlijk bederven en leiden tot depressie en eenzaamheid. Relativerende woorden van anderen helpen maar weinig.
Piekeren heeft betrekking op angst en onzekerheid, gerelateerd aan piekeren de toekomstgerichte keuzes die je moet maken. Mensen die veel piekeren kunnen niet goed een besluit nemen. Ze zijn bang voor een mogelijke negatieve uitkomst.
Behalve medicijnen en therapie, helpt het ook om je manier van leven te veranderen. Stress, cafeïne, drugs en alcohol maken je angsten vaak erger.
Als je een angststoornis hebt ben je óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren. Je raakt bijvoorbeeld in paniek wanneer je een gesprek voert of je durft niet meer alleen naar buiten. Het gaat bij angststoornissen in alle gevallen om serieuze klachten die de kwaliteit van leven ernstig aantasten.
Een posttraumatische stressstoornis is een angststoornis. Na een of meerdere ingrijpende gebeurtenissen blijft de angst bestaan. Die angst kan korte of lange tijd grote impact hebben op je leven. Je hebt last van acute PTSS als je klachten ongeveer een maand aanhouden.
Toch werken mensen met een angststoornis meestal gewoon door. Het kan wel zijn dat de productiviteit en de kwaliteit van het werk hieronder lijdt. Ook neemt het risico op verzuim toe.
Piekeren en stress
Vaak leidt een gebeurtenis of probleem zelf niet tot stress, maar de manier waarop je ermee omgaat. Dus door er veel over te piekeren blijf je hangen in negatieve gevoelens en gedachten en raak je gestrest.
Dit is minder onschuldig: we weten vanuit onderzoek dat overmatig negatief gepieker kan leiden tot een grotere kans op het ontwikkelen van verschillende mentale problemen waaronder depressie, angst, psychose en slapeloosheid. Piekeren is ook gelinkt aan slaapproblemen en lichamelijke klachten.
Piekeren is een manier om met je angst om te gaan. Het is oppervlakkig gezien ook een effectieve manier. Het zorgt er namelijk voor dat je angst even minder wordt. Na verloop van tijd moet je steeds meer piekeren om je angst onder controle te krijgen.
Piekeren is vaak een gevolg van een emotie die is aangeraakt en waar je in zekere mate niet direct mee geconfronteerd wilt worden. Door dan in gepieker te schieten, geeft dit je een gevoel dat je controle kunt uitoefenen op de situatie.
Het verschil tussen nadenken en piekeren is dat nadenken leidt tot een oplossing, terwijl er bij piekeren sprake is van een eindeloze reeks gedachten die maar door uw hoofd blijven gaan.
Mensen die ongezonde stress ervaren, ontwikkelen vaak negatieve gedachten.Deze negatieve gedachten richten zich op anderen, maar zijn vaak ook gericht op zichzelf en op de eigen (verminderde) kwaliteiten. Tegelijkertijd kan er een verandering in het gedrag ontstaan. Prikkelbaarheid kan snel leiden tot conflicten.