De zelfstandige naamwoorden worden traditioneel verdeeld in vrouwelijke, mannelijke en onzijdige woorden. Vrouwelijke en mannelijke zelfstandige naamwoorden zijn de-woorden; onzijdige zelfstandige naamwoorden zijn het-woorden.
Boek, huis en woord zijn voorbeelden van het-woorden (ook wel: onzijdige woorden). Of een woord een het-woord (onzijdig woord) of een de-woord (een mannelijk of vrouwelijk woord) is, is iets wat je als kind vanzelf oppikt als je Nederlands leert.
Als een de-woord mannelijk is, staat er in woordenboeken en spellinglijsten een m achter. Bijvoorbeeld: boom, de (m.). Bij vrouwelijke woorden staat er een v achter, bijvoorbeeld: begroting, de (v.). Als er alleen de achter een woord staat, is het mannelijk én vrouwelijk.
Namen van steden, gemeenten, landen, regio's en werelddelen zijn doorgaans onzijdig.
In de straat staat een auto.
Goede antwoord: Hij 'Auto' is een mannelijk woord. Sprekers maken relatief weinig fouten bij een woord als 'auto', omdat ze de neiging hebben naar een telbaar woord te verwijzen met het mannelijke voornaamwoord 'hij'.
Diernamen als kat, muis en slang hebben van oorsprong een vrouwelijk woordgeslacht, maar hebben later in sommige delen van het taalgebied een mannelijk woordgeslacht gekregen. In het zuiden van het taalgebied worden die woorden doorgaans als vrouwelijk beschouwd.
Een zelfstandig naamwoord (substantief) duidt een ding, zaak of toestand aan (en er kan bijna altijd een lidwoord bij). Voorbeelden van substantieven zijn: huis, kat, auto, emmer, liefde, geregel, notulen, Jan, Spanje. Lidwoorden (artikelen) zijn woorden die voor een zelfstandig naamwoord staan.
Regenwormen zijn hermafrodieten
Voor sommige soorten regenwormen, platwormen, schelpdieren en slakken is elk individu zowel vrouwtje als mannetje. De dieren hebben dus zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen. Deze hermafrodieten bevruchten meestal niet zichzelf, maar wisselen zaadcellen uit tijdens het paren.
Vriend is een mannelijk zelfstandig naamwoord dus we gebruiken zijn.
De mens is mannelijk, het mens is een vrouw, maar toch onzijdig. Misschien doet het de feministen onder ons deugd dat människa, het Zweedse woord voor mens, vrouwelijk is. Een mens haar lust is een mens haar leven!
Een groot aantal de-woorden kan zowel mannelijk als vrouwelijk zijn. Dat geldt bijvoorbeeld voor stad, vaas, school, deur, taal, groep en jas. De naslagwerken vermelden bij die woorden doorgaans alleen dat het de-woorden zijn, zonder verdere specificatie. Dat is ook het geval in het Groene Boekje.
Minder vaak wordt -age aan zelfstandige naamwoorden toegevoegd om een groep van dat zelfstandig naamwoord of een verbetering ervan aan te geven. Let op dat de laatste letter van het zelfstandig naamwoord verdubbeld kan worden. * Let op: Franse zelfstandige naamwoorden met het suffix -age zijn altijd mannelijk – zie Mannelijke zelfstandige naamwoorduitgangen.
De zon is in het Nederlands nog steeds een zij, maar taalgebruikers lappen het woordgeslacht steeds vaker aan hun laars. In Nederland is dat niet langer een trend maar een feit: Hollanders zijn nagenoeg volledig vergeten dat er mannelijke en vrouwelijke woorden bestaan, waarnaar je met 'hij' of 'zij' verwijst.
Het woordgeslacht zie je aan een (o), (m) of (v) achter het woord in het woordenboek. Bij onzijdige woorden gebruik je altijd het lidwoord “het” of “een”. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen altijd “de” of “een” als lidwoord.
Een voornaamwoord dat niet mannelijk of vrouwelijk aangeeft . "He/him/his" en "she/her/hers" zijn gender-specifiek, terwijl "It/its" en "I/me/my/mine" (die 4 kunnen beide geslachten zijn) onzijdig zijn.
Naar onzijdige woorden (het-woorden) verwijs je niet met haar, maar met zijn. Daarom is Amsterdam en zijn grachten goed. Ook namen van dorpen en landen zijn onzijdig. Daarom is juist: Bunnik en zijn inwoners, België en zijn bijzondere bieren en Nederland en zijn Deltawerken.
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord 'het' zijn altijd onzijdig. Hiernaar verwijs je met 'het' en 'zijn'. De-woorden zijn daarentegen mannelijk of vrouwelijk. Hiernaar verwijs je respectievelijk met 'hij' en 'hem' en met 'zij' en 'haar'.
Is het 'de auto' of 'het auto'?
Het is 'de auto', want auto is mannelijk.
Het-woorden zoals het huis, het licht en het kantoor zijn allemaal onzijdig. De-woorden zijn verdeeld in mannelijke en vrouwelijke woorden. Zo is het woord regering bijvoorbeeld vrouwelijk en het woord kano mannelijk.
De Indische wandelende tak, sommige kevers, beerdiertjes en vele bladluizen, maar ook sommige hagedissen, salamanders en slangen zijn voorbeelden van soorten met maagdelijke voortplanting. Ook bij de komodovaraan schijnt sprake te zijn van parthenogenese en bij de haai is dit waargenomen.
Sommige van die sekseneutrale woorden hebben van oorsprong een mannelijk woordgeslacht (de hond, de olifant, de papegaai). Die woorden krijgen in de woordenboeken meestal de aanduiding m. Er wordt naar verwezen met de mannelijke voornaamwoorden hij, hem en zijn.
Bij mensen komt volledige tweeslachtigheid niet voor, zodat hier intersekse een betere benaming is, al komt de term 'hermafrodiet' nog voor in oudere literatuur. In sommige gevallen gaat het om een genetische fout en functioneert slechts één of geen van beide organen.
Zelfstandig naamwoord Ik wacht in de auto.