Veel tumorweefsel bevat zogeheten necrotische gebieden waarin zich afgestorven cellen bevinden. Op die plekken is geen of nauwelijks zuurstof voorhanden, waardoor conventionele therapieën (zoals radiotherapie, chemotherapie en immunotherapie) niet optimaal werken.
Ongeneeslijk zieke kankerpatiënten genezen soms 'spontaan'. Niet zelden begint de genezing na een zware infectie. Aangezien een infectie het afweersysteem stimuleert, werd de suggestie geopperd dat het afweersysteem op eigen kracht een kankergezwel kan opruimen.
We spreken van kanker als de tumor kwaadaardig is. Dat wil zeggen dat de 'ontspoorde' cellen omliggende weefsels en organen kunnen binnendringen. In tegenstelling tot goedaardige gezwellen kan kanker zich uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Kanker kan zich niet van het ene lichaam naar het andere verplaatsen.
Van sommige typen kanker geneest bijna iedereen.Van andere typen vrijwel niemand. Maar ook dan is er niets met zekerheid te zeggen, omdat een bepaald type kanker zich bij de ene persoon heel anders ontwikkelt dan bij de andere. Belangrijk voor de kans op genezing is vooral het stadium waarin de tumor verkeert.
Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm.Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
Alvleesklierkanker heeft de slechtste overlevingscijfers van alle soorten kanker in Nederland. Het is bovendien de enige kankersoort waarbij de overleving in afgelopen decennia niet of nauwelijks is verbeterd.
Borderline-tumoren
De tumor kan op een agressieve manier groeien, maar zaait niet vaak uit. Een eierstoktumor of een wekedelensarcoom kunnen borderline-tumoren zijn.
Gemiddelde overleving van kanker
Van alle mensen met kanker is de overleving 1 jaar na de diagnose gemiddeld bijna 80%. Dit betekent dus dat na 1 jaar 4 van de 5 mensen in leven zijn. Bij 5 jaar na de diagnose is ongeveer 65% van de mensen met de diagnose kanker nog in leven. De overleving na 10 jaar is 59%.
Maar de overlevingskansen verschillen sterk per soort kanker. Zo hebben patiënten met borst-, prostaat- of huidkanker goede overlevingskansen (rond de 90%). Maar voor bijvoorbeeld patiënten met long- of alvleesklierkanker is de 5-jaarsoverleving veel slechter: voor longkanker 25% en bij alvleesklierkanker maar 5%.
Elke vorm van kanker kan naar de hersenen uitzaaien. Uitzaaiingen naar de hersenen komen echter het vaakst voor bij longkanker, 30-50% van de patiënten met longkanker ontwikkelt in de loop van het ziektetraject een uitzaaiing naar de hersenen.
Van sommige kankers weet je niet op voorhand hoe ze zullen evolueren: Sommige kankers zijn 'slapend': ze groeien niet. Andere kankers groeien wel, maar zeer traag. Soms gebeurt dat over een periode van wel 15 jaar.
Waar vroeger een stukje weefsel van de tumor nodig was om de cellen te analyseren, kan men nu tumordeeltjes in het bloed zien. Daarom spreekt men van een vloeibare biopsie. De vloeibare biopsie detecteert rondzwervend gemuteerd DNA, dat wordt afgegeven in het bloed door kankercellen.
In Bulgarije, Oostenrijk en Roemenië is de incidentie het laagst. In 2020 waren er naar schatting 2,7 miljoen nieuwe gevallen van kanker in de hele EU (569 per 100.000 personen).
Hoe lang deze palliatieve fase duurt, verschilt per persoon. Veel hangt af van hoe agressief de tumor is. Bij een tumor die snel groeit, is de levensverwachting meestal kort, vaak slechts enkele maanden. Maar bij minder agressieve tumoren, kun je met een palliatieve behandeling soms nog jaren leven.
Gewijzigde RAS-eiwitten worden in veel tumoren teruggevonden. Ze spelen een rol in de suikerconsumptie van zowel gist- als kankercellen. De onderzoekers ontdekten dat ditzelfde mechanisme ook in zoogdiercellen bestaat. Veel soorten kankercellen verbruiken meer suiker dan gewone cellen.
Het stadium van de ziekte is bepalend voor de behandeling en prognose van deze patiënten. Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%.
De kans voor Nederlanders om aan kanker te overlijden is nauwelijks veranderd, deze is bij mannen rond de 30 procent en bij vrouwen 23 procent. Meer mensen krijgen dus kanker, maar de kans om eraan te overlijden is niet gestegen. Dat komt omdat de prognose is verbeterd.
De mediane overleving na chemotherapie, immunotherapie en combinatiebehandeling is tegenwoordig respectievelijk 7.5 maanden, 17.7 maanden en 12.1 maanden. Vijfjaarsoverleving is respectievelijk 6%, 25% en 17%. Relevante publicaties: Immunotherapie verdubbelt overleving voor bepaalde patiënten met uitgezaaide longkanker.
Een belangrijk doel van de behandeling van borstkanker is het voorkomen van uitzaaiingen. Toch is niet gegarandeerd dat dit volledig lukt. Uitgezaaide borstkanker kan er jaren over doen om zich te openbaren. Borstkanker kan uitzaaien naar veel organen, maar vooral naar de longen, de lever of de botten.
Stadium IV
Dit stadium houdt in de dat kanker zich heeft verspreid door het lichaam.
T1a: de tumor is tussen de 1 en 5 millimeter groot. T1b: de tumor is tussen de 5 millimeter en 1 centimeter groot. T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot.
Bij andere kankersoorten doen artsen en wetenschappers nog onderzoek naar of doelgerichte therapie goed kan werken. Je kunt soms meedoen aan zo'n behandeling waar ze nog onderzoek naar doen. Dat heet een trial. Doelgerichte therapie heeft altijd als doel dat de tumor stopt met groeien.
Oncologische pijn is pijn bij een kwaadaardige aandoening, zoals kanker. Naast de lichamelijke klachten die patiënten van een kwaadaardige aandoening kunnen ondervinden, komt pijn vaak voor. Soms is dit het eerste symptoom waarmee de ziekte zich presenteert, soms komt pijn pas voor in een verder gevorderd stadium.