Vertelvorm waarin het perspectief ligt bij meer dan één personage dat als verteller optreedt, zodat we nu eens de gebeurtenissen volgen vanuit het gezichtspunt van de één, dan weer vanuit dat van de ander.
In het meervoudig perspectief wordt het verhaal verteld vanuit verschillende personen. Het ene hoofdstuk leest u het verhaal vanuit de hoofdpersoon, het andere hoofdstuk vanuit een bijpersoon. Daarom wordt het ook wel het wisselend perspectief genoemd.
Als alwetende verteller vertel je het verhaal vanuit perspectief van allerlei personen, dus je vertelt ook van alles wat die ene persoon niet weet / niet weten kan - want je vertelt vanuit een alwetende positie.
Onbetrouwbare vertellers in de derde persoon
Een alwetende verteller kan manipuleren welke informatie de lezer wel en niet te weten krijgt. Vaker komt het voor dat de gedachten van personages (ook in de derde persoon) een sterk vervormd wereldbeeld laten zien.
Er zijn verschillende perspectieven zoals: alwetend, vanuit de eerste persoon (ik-perspectief), vanuit de tweede persoon (jij-perspectief) en vanuit de derde persoon (hij/zij-perspectief).
Perspectief De meeste hoofdstukken zijn geschreven vanuit een personaal perspectief.
Derde persoon, personaal
Een verhaal geschreven in de derde persoon herken je aan het gebruik van 'hij' en 'zij'. Het verhaal wordt niet verteld door je hoofdpersonage zelf, maar door een verteller die zich als het ware buiten je verhaal bevindt.
Optie 3: Personaal perspectief
Deze vertelvorm lijkt het meest op een film: je ziet het personage, maar ziet de wereld niet vanuit zijn ogen. Net als bij het ik-perspectief kun je bij deze vertelvorm alleen de gedachten van je hoofdpersoon weten, de rest van de personages zie je enkel van buitenaf.
Vertelvorm waarin het perspectief (point of view, focalisatie) ligt bij één of meer personages van de tekst over wie in de derde persoon wordt verteld. Bij de personale vertelvorm lijkt de verteller volledig afwezig te zijn.
Een personele verteller of personale vertelinstantie in een verhaal is niet alwetend ; staat in de hij of zij vorm. Een voorbeeld is de figuur van Serenus Zeitblom in de roman Doctor Faustus van Thomas Mann, die een beschrijving geeft van het leven van een componist, maar zelf niet goed begrijpt wat er gaande is.
Vertelvorm waarin het perspectief ligt bij meer dan één personage dat als verteller optreedt, zodat we nu eens de gebeurtenissen volgen vanuit het gezichtspunt van de één, dan weer vanuit dat van de ander.
Kijken vanuit verschillende invalshoeken, vanuit verschillende perspectieven, vanuit verschillende ervaringen, vanuit verschillende belangen. Het gaat er bij meervoudig kijken echt om dat er op verschillende manieren gekeken wordt en dat die manieren naast elkaar staan.
De ik-verteller is in staat mededelingen te doen over heden en verleden: omdat hij zijn eigen geschiedenis kent, kan hij zowel over zijn ervaringen in het verleden als over zijn latere ervaringen vertellen wanneer dat hem te pas komt. Het belevend-ik geeft alleen weer wat hem nu, op het moment van vertellen, beweegt.
Voor N1- en N2-lezers is Harry Potter en de steen der wijzen allereerst een spannend verhaal over vriendschap en moed.
Met vertelde tijd geeft men de tijd aan die het verhaal of een deel daarvan inhoudelijk omvat; anders gezegd, het tijdsverloop van de geschiedenis die verteld wordt.
Het is de tijd die in het verhaal is verstreken. In de zin: Vier jaar later kocht Jaap een nieuwe fiets is de vertelde tijd vier jaar, maar de verteltijd één zin. De begrippen verteltijd en vertelde tijd werden in 1946 geïntroduceerd door Günther Müller.
Verhalen in de ik-vorm limiteren de visie op de wereld, omdat je minder gemakkelijk van perspectief kunt wisselen en je gedwongen bent om te luisteren naar de hoofdpersoon. Kan je je niet vinden in de 'stem' van het hoofdpersoon, dan kan je net zo goed het boek wegleggen, want dan ga je je het hele boek lang irriteren.
Wanneer de vertelinstantie nergens in de tekst expliciet naar zichzelf als personage verwijst, is er sprake van een externe verteller. Indien de vertelinstantie wel te verbinden is met een personage uit het verhaal dat verteld wordt dan kunnen we spreken van een personagegebonden verteller.
Een personage in een verhaal omschrijf je door de belangrijkste eigenschappen te noemen. Die vind je letterlijk in de tekst, of je leidt het karakter af door wat hij/zij zegt of doet. We zoeken dan naar zoveel mogelijk kenmerken van een personage: uiterlijk, man/vrouw, leeftijd, karakter…