Onder marginale toetsing wordt verstaan de beoordeling van een beslissing, waarbij wordt getoetst of de beslissing in redelijkheid, gelet op de daarbij betrokken belangen, had mogen worden genomen. De marginale toetsing beperkt zich tot een toets op aperte onredelijkheid.
Marginaal betekent zowel klein, onbelangrijk als zich aan de grens bevindend. Belangrijke synoniemen van marginaal zijn onder meer: bijkomend, op de rand en de kantlijn betreffend.
Bij een volle of volledige toetsing gaat de bestuursrechter helemaal zelf na of het bestuursorgaan bij zijn besluit heeft voldaan aan de wettelijke eisen en of het besluit inhoudelijk klopt. In wezen loopt de rechter het hele besluitvormingsproces dan nog eens na.
Deze terughoudendheid omvat de beperkte bevoegdheid van de rechter om een algemeen verbindend voorschrift te toetsen (denk aan art. 120 Grondwet), de ontbrekende mogelijkheid om directe bestuursrechtelijke rechtsbescherming te vragen tegen een algemeen verbindend voorschrift (denk aan art.
De wijze waarop de rechter toetst is afhankelijk van de discretionaire bevoegdheid van het bestuursorgaan. Naarmate de beleidsvrijheid (die het bestuursorgaan bij het nemen van zijn beslissing heeft) groter is, zal de rechter het besluit marginaler (terughoudender) toetsen.
Exceptieve toetsing houdt in dat in een geschil over een besluit dat is genomen op basis van een algemeen verbindend voorschrift de vraag aan de orde kan worden gesteld of dit voorschrift in strijd is met hogere regelgeving of algemene rechtsbeginselen.
Constitutionele toetsing door de rechter houdt in dat de rechter toetst (of mag toetsen) of wetten al dan niet in overeenstemming zijn met de Grondwet. Het huidige artikel 120 van de Grondwet bepaalt dat de rechter niet mag beoordelen of wetten en verdragen in strijd zijn met de Grondwet.
De rechter mag niet beoordelen of wetten en verdragen kloppen met de Grondwet. De Grondwet is onze hoogste wet. Andere wetten en verdragen moeten altijd kloppen met de Grondwet. Maar de rechter mag hierover niets zeggen.
Er zijn twee soorten toetsen: summatieve toetsen en formatieve toetsen. Een summatieve toets is een toets die helpt om beslissingen te nemen over zakken of slagen. De toets is dan een selectiemiddel.
Iedereen is voor de wet gelijk. Bij het doen van een uitspraak kijkt de rechter naar de wet, de feiten (wat is er precies aan de hand), persoonlijke omstandigheden en verklaringen van deskundigen en getuigen.
In (hoger) beroep moet de bestuursrechter het bestreden besluit toetsen aan de hand van de gronden die in bezwaar en beroep zijn ingediend. Nieuwe feiten of omstandigheden, die dateren van na de beslissing op bezwaar, tellen echter niet mee. Dat wordt de ex tunc toetsing genoemd.
de heroverweging van herstelsancties in bezwaar houdt een volledige beoordeling van alle feiten en omstandigheden in, die moet resulteren in een effectieve en evenredige sanctionering. in heroverweging kan het bestuursorgaan alsnog een last ter voorkoming van herhaling van een eerdere overtreding opleggen.
Het evenredigheidsbeginsel houdt in dat de nadelige gevolgen van een besluit niet onevenredig mogen zijn in verhouding met het beoogde doel van dat besluit (gecodificeerd in art. 3:4 lid 2 Algemene wet bestuursrecht (”Awb”)).
De marginale winst (MW) is de toename van de winst door de afzet van één extra product, dit is gelijk aan het verschil tussen de marginale opbrengst (MO) en de marginale kosten (MK): MW = MO - MK.
Marginale kosten geven het bedrag aan waarmee de totale kosten toenemen als een bedrijf één extra product produceert. Omdat de constante kosten niet afhankelijk zijn van de omvang van de productie, kunnen bij een stijging van de productie extra kosten alleen veroorzaakt worden door de variabele kosten.
Een marginal effect kijkt naar de invloed van een onafhankelijke variabele op een afhankelijke variabele waarbij alle andere (controle) variabelen constant worden gehouden.
De spatiebalk is de meest gebruikte toets. Daarna volgt de letter E. Op plaats drie staat de Backspace-toets.
Wet- en regelgeving toetsen
De toetsen moeten in elk geval de kennis en vaardigheden van leerlingen van de Nederlandse taal en rekenen en wiskunde meten. Ook moeten scholen een onafhankelijke, objectieve eindtoets afnemen bij leerlingen in groep 8 (art.
Niveau I : goed (beste 20%); percentiel 81 t/m 100 (niveau VWO). Niveau II : ruim voldoende (beste 40%); percentiel 61 t/m 80 (niveau HAVO). Niveau III : voldoende ('beste' 60%); percentiel 41 t/m 60 (niveau VMBO-TL). Niveau IV : onvoldoende (zwakste 40%); percentiel 21 t/m 40 (niveau VMBO-KBL).
Zo beschermt hij de rechten en vrijheden van iedereen in Nederland. Maar de rechter mag wetten niet toetsen aan de Grondwet, vanuit de gedachte dat het aan de wetgevende macht is om ervoor te waken dat wetten hiermee in overeenstemming zijn.
De rechter kan uw zaak bij verstek behandelen. Hij behandelt uw zaak dan zonder uw aanwezigheid en zonder dat u uw advocaat daartoe heeft gemachtigd. Soms verleent de rechter geen verstek, omdat hij het nodig vindt dat u aanwezig bent. De zaak wordt dan uitgesteld en u wordt nogmaals opgeroepen.
Het overkoepelende bestuur van de rechtbanken, de gerechtshoven, het CBb en de CRvB is de Raad voor de rechtspraak. De Raad houdt toezicht en zorgt ervoor dat rechters hun werk goed kunnen doen, bijvoorbeeld door kennis toegankelijk te maken. De Raad komt op voor de belangen van de Rechtspraak in de politiek.
Hoe lang is de machtiging geldig? De rechterlijke machtiging heeft een geldigheidsduur van maximaal zes maanden. Indien een cliënt al op grond van een machtiging tot opname en verblijf in een accommodatie verblijft kan de rechter een verlenging van de machtiging verlenen.
1. Abstracte toetsing: de rechter kijkt of de norm los van het concrete geval deugt. Bijv. verklaard.
Door deze verandering is het argument tegen constitutionele toetsing door de rechter dat de toetsing aan de Grondwet voorbehouden moet blijven aan het democratisch gekozen parlement minder houdbaar. Het is ook mogelijk dat de wetgever een mogelijke strijdigheid met de Grondwet over het hoofd ziet.