Een lexicale eenheid is in de lexicologie een woord of woordgroep - bijvoorbeeld een samenstelling of een nominale dan wel verbale constituent - die deel uitmaakt van het lexicon van een taal. Een lexicale eenheid in de lexicologie komt ongeveer overeen met een syntactische categorie in de grammatica.
Elk woord in een taal behoort tot een bepaalde woordsoort, woordklasse ofwel lexicale categorie. Een lexicale categorie wordt over het algemeen gedefinieerd op grond van syntactische en morfologische kenmerken. Een lexicale categorie kan open of gesloten zijn.
Betekenisvolle eenheden in de woordenschat van een taal worden lexicale eenheden genoemd. Wanneer het gaat om twee of meer woorden die zo'n eenheid vormen, spreekt men van een fraseologische eenheid of collocatie.
lexicon = een soort van mentaal woordenboek dat de woorden van een taal bevat, gekoppeld aan een passende betekenis. Die lexicale kennis stelt de taalgebruiker ook in staat het woord in de juiste categorie onder te brengen (woordsoort), en adequaat te verbinden met andere woorden (valentie) en vormen (vormleer).
sèmantikos = betekenend < sèma = teken; vandaar teken- en betekenisleer. In de taalkunde is semantiek (of betekenisleer) de studie van de betekenis van woorden en van hogere eenheden als woordgroepen en zinnen.
Lexicologie is een onderdeel van de taalkunde dat zich specifiek bezighoudt met de 'bestanddelen' van taal. Het concentreert zich op de aard, betekenis en structuur van woordgroepen, op de samenhang van afzonderlijke woorden (lexemen) en woordonderdelen (morfemen), en op hun onderlinge betekenisrelaties.
Morfemen zijn de kleinste betekenisonderscheidende delen van een woord en kunnen dus niet in kleinere onderdelen met een eigen betekenis verdeeld worden. Morfemen komen voor in twee hoofdgroepen: vrije morfemen en gebonden morfemen.
Syntaxis gaat over de manier waarop woorden en zinnen worden gemaakt. Theorie over hoe woorden worden gemaakt heet >morfologie. Theorie over hoe zinnen worden gemaakt heet >syntaxis.
Morfologie (of: vormleer) is de leer van de woordvorming, dat wil zeggen van de wijze waarop in een taal door afleiding en samenstelling woorden worden gevormd, alsook de leer van de verbuigings- en vervoegingsvormen van een taal.
Het semantische verschil is een veelgebruikte sociaal-psychologische en sociologische methode voor het detecteren van subtiele verschillen in houdingen van respondenten. De respondent kiest altijd één waarde op een schaal tussen twee tegengestelde alternatieven (bijv. Snel-langzaam, goed-kwaadaardig, lelijk-aardig).
Lexicale decisie is een onderzoeksmethode die wordt toegepast in psychologisch en psycholinguïstisch onderzoek. In een lexicale decisie krijgt een persoon een aantal letterreeksen te zien, meestal op een beeldscherm, die ofwel een woord ofwel een pseudowoord of nonwoord zijn.
bijv. naamw. welgezind jegens vreemdelingen en-of buitenlanders.
Met één bepaald semantisch veld, lexicaal veld of woordveld wordt in de woordsemantiek het verschijnsel dat verschillende lexemen in dezelfde context qua betekenis een zekere correlatie hebben en elkaar tot op een bepaalde hoogte definiëren hoewel ze niet synoniem zijn bedoeld.
Leenwoorden zijn woorden die wij overnemen uit andere talen. In onze taal hebben wij leenwoorden uit bijvoorbeeld het Grieks, het Latijn, het Duits, het Frans en het Engels. Denk maar eens aan woorden zoals mysterie (Grieks), audio (Latijn), hamburger (Duits), cadeau (Frans) en computer (Engels).
Twee bestaande woorden vormen samen een nieuw woord, waarbij het tweede deel de kern is, bijvoorbeeld: land + kaart. Een gebonden morfeem wordt aan een bestaand woord toegevoegd en vormt zo een nieuw woord, bijvoorbeeld land + ing.
Een Nederlands woord kan echter uit meer dan twee morfemen bestaan.
Pragmatiek is het gedeelte van taalkunde waarin men de relatie tussen taaluitingen en taalgebruikers bestudeert.
De relatie tussen het woord en datgene waar het woord naar verwijst, is gestoord. Er zijn inadequate inhoudswoorden in de spontane taal en bij het benoemen, en er zijn problemen met het begrijpen van geschreven en gesproken woorden.
semantiek: De betekenis van een programma. semantische fout: Een fout in een programma die tot gevolg heeft dat het programma iets anders uitvoert dan de programmeur bedoelde.
Met spreektaal worden de woorden en zinnen bedoeld die we in het gesproken Nederlands gebruiken. Spreektaal is vaak informeler dan schrijftaal. De zinnen zijn niet altijd op de meest logische of praktische manier opgebouwd. Dit komt omdat spreken veel sneller gaat dan schrijven.
Een >foneem is de kleinste eenheid van klank die een verschil in betekenis kan maken. Stel je voor dat je de [i] zoals die uitgesproken wordt in 'bier' toch in het woord 'biet' zegt. Het woord zou raar klinken maar nog steeds hetzelfde betekenen.
Homoniemen zijn woorden die er hetzelfde uitzien en hetzelfde klinken, maar een verschillende betekenis hebben. Bijvoorbeeld bank (om op te zitten) en bank (als geldinstelling).
Een voorbeeld daarvan is koning, dat de allomorf konink heeft in woorden als koninkrijk en koninklijk.