Leenwoorden. Bij leenwoorden worden soms meervoudsuitgangen gebruikt uit de taal waaraan de woorden ontleend zijn, dikwijls naast Nederlandse uitgangen. In het merendeel van de gevallen gaat het om Latijnse woorden, of Griekse woorden die via het Latijn tot ons zijn gekomen.
Voorbeelden zijn: meeting, e-mail, punaise, parterre, sowieso, überhaupt. Bastaardwoorden zijn leenwoorden waarbij de oorspronkelijke vorm aan de spelling, uitspraak of woordvorming van het Nederlands is aangepast. Voorbeelden zijn: biefstuk, deleten, commercie, solden, begeestering, middels.
woordstukjes herkennen (bijvoorbeeld de Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels) de woorden vaak lezen. de woorden uitspreken. de betekenis opzoeken.
Bron: WikiWoordenboek. (Latijn, letterlijk 'wat niet') wat niet zo is; wat echter niet het geval is Gebruikt als becommentariërend tussenwerpsel na een gedane constatering, vaak aan het eind v... advocatuur: Latijn: hetgeen niet het geval is.
Latijn (Lingua Latina) is een dode Italische taal die oorspronkelijk werd gesproken door de Latijnen, onder wie ook het bekendste Latijnse volk, de Romeinen. De Latijnen waren een volk dat vanaf het eerste millennium voor Christus in de streek Latium (het huidige Lazio, Italië) woonde.
– Leenwoorden die niet of vrijwel niet aan de ontlenende taal zijn aangepast qua uitspraak, spelling en woordvorming noemt men vreemde woorden. Voorbeelden zijn bami, limerick, meeting, penalty, fjord, apfelstrudel, überhaupt, patrouille, blasé, quasi.
Bij veel Franse leenwoorden die op een onbeklemtoonde -e eindigen, zijn er twee uitspraakmogelijkheden en daardoor twee verkleinvormen: envelopje en enveloppetje en parachuutje en parachutetje. Overigens is giraf(fe) vermoedelijk ontleend aan het Italiaans en waarschijnlijk niet via het Frans.
In welke situatie worden de meeste leenwoorden overgenomen? Het Nederlands blijkt in de loop van de tijd de meeste woorden te hebben geleend uit de buurtalen, in aflopende volgorde: Frans, Latijn (lange tijd de tweede taal), Engels en Duits. Pas daarna volgen talen als Italiaans, Spaans, Indonesisch en Jiddisch.
Franse leenwoorden worden meestal zo geschreven zoals de oorspronkelijke woorden in het Frans, bijvoorbeeld: cadeau, bureau, café, restaurant, aubergine, vanille, champagne, trottoir, plafond, croissant.
Leenwoorden zijn woorden die in het geheel of voor een deel afkomstig zijn uit een andere taal, zoals: politie, punaise, tropisch, chauffeur, enthousiast.
Bij diverse woorden die al lang geleden geleend zijn of heel veel gebruikt worden, is de spelling wel aangepast – bijvoorbeeld kroket (vroeger: croquette). Ook zijn er woorden die deels zijn aangepast, zoals portemonnee (Frans: porte-monnaie), macaroni (Italiaans: maccheroni) en klamboe (Maleis: kelambu).
camping 'kampeerterrein', lijkt Engels maar is ontleend aan het Frans. In het Engels campsite. occasion 'tweedehands auto', (met zelfde betekenis) uit het Frans, maar in Nederland uitgesproken op zijn Engels. Vlaanderen hanteert vaak de Franse uitspraak.
Ontleend aan Engels caravan 'kampeerwagen' [1935], eerder al 'woonwagen' [1824; OED] en 'grote reiswagen' [1674; OED], oorspr. carauan en carouan 'karavaan' [1599; OED], zie → karavaan. Toen de vakantiewoonwagens opkwamen, onderging het woord caravan betekenisuitbreiding.
Een leenwoord is een woord dat door een taal is ontleend aan een andere taal, zoals bijvoorbeeld überhaupt uit het Duits of bureau uit het Frans. Het Nederlands bezit veel leenwoorden, die soms niet meer als zodanig worden herkend. Zo is het woord kelder van oorsprong een Latijns woord ("cellarium").
Ontleend aan Duits schminken 'grimeren', afgeleid van Schminke.
Parasol is een leenwoord uit het Frans, dat zonnescherm betekent.
games (meerv.) spel dat op de computer gespeeld wordt vb: bij deze nieuwe game moet de speler een schat ontdekken Synoniem: computerspel ronde binnen een set van een tennispartij vb: in... de gamesindustrie is inmiddels groter dan de filmindustrie.
Mihoen is een dunne, Chinese noedel, gemaakt van rijstbloem. Het is ook bekend onder de naam bihoen (mihoen en bihoen zijn beide benamingen uit het Minnanyu) of rijstvermicelli.
Belgisch-Nederlands, Zuid-Nederlands of Vlaams is de aanduiding voor woorden, uitdrukkingen en grammaticale constructies die alleen in de Vlaamse variant van het Standaardnederlands algemeen voorkomen.
barbaar: onbeschaafd of wreed persoon. Iemand zonder smaak of kennis of kennis op gebied van kunst noemt men een kunstbarbaar. Van het Griekse woord barbaros (vreemdeling).
De Latijnse taal zal je in het dagelijks leven niet zo veel gebruiken, maar het is een goede basis om andere Romaanse talen makkelijk te leren. Talen als Spaans, Frans, Italiaans en Roemeens zijn allemaal vele malen makkelijker te leren als je de Latijnse taal begrijpt.
De taal van de Romeinen heet het Latijn, zonder s. Het is niet juist om Latijns als naam van de taal te gebruiken: in het Latijns en 'Ik ken geen Latijns' zijn dus niet goed. Veel taalnamen eindigen op een s of op de uitgang -isch: Engels, Frans, Russisch, enz.
Grieks en Latijn geven inzicht.
Door geen andere taal dan Latijn en Grieks leer je beter te begrijpen hoe een taal in elkaar zit. De regels van die twee oude talen zijn ingewikkeld, maar duidelijk. Als je die leert en begrijpt en leert toe te passen, worden andere talen makkelijker. Verder, de klassieke teksten.