Het KNIL (Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger) was het Nederlandse leger in Nederlands-Indië van 1830 tot 1950, en bestond geheel uit beroepsmilitairen. Het KNIL ressorteerde onder het ministerie van Koloniën.
Het KNIL had twee taken: optreden tegen alle mogelijke Inheemse tegenstanders ('de interne vijand'), en het afweren van aanvallen van de andere koloniale mogendheden ('de externe vijand'). Dat laatste bleek alleen noodzakelijk in 1942 tegen de Japanners (tevergeefs overigens), het eerste deed zich zeer veelvuldig voor.
Minister van Koloniën Hendrikus Colijn is zelf oud-KNIL-officier. Bijna een eeuw later, in 1933, voert hij de status Koninklijk door. Vanaf dat moment is de naam van het leger: Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL).
De Nederlandse regering besloot de Molukse KNIL-militairen en hun gezinnen - onvrijwillig - naar Nederland te halen. Dat zou voor hun eigen veiligheid zijn. Hun verblijf zou tijdelijk zijn, een paar maanden, omdat hen een eigen Molukse staat was beloofd.
Het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) was het Nederlandse koloniale leger in Nederlands-Indië. Het heeft officieel bestaan van 1814 tot 1950. Het Nederlands-Indische leger ressorteerde onder het ministerie van Koloniën en bestond uit beroepsmilitairen die binnen of buiten Nederlands-Indië geworven werden.
De Molukkers hadden op 25 april 1950 hun eigen republiek (RMS) uitgeroepen, maar Indonesië had inmiddels het gezag hersteld. Omdat de KNIL-soldaten en hun families daar niet langer veilig waren zag de Nederlandse regering geen andere optie dan de Molukkers tijdelijk naar Nederland te brengen.
Bij Defensie werken ruim 68.000 militairen, burgers en reservisten. Om de krijgsmacht ook in de toekomst sterk te houden zijn elk jaar nieuwe medewerkers nodig.
De tegenwoordig meest gebruikte is "Molukker", de term voor de oorspronkelijke inwoners van de eilandengroep de Molukken. Een van de eilanden in deze eilandengroep is Ambon. Voor 1970 werden de Molukkers dan ook vaak met "Ambonezen" aangeduid.
De Nederlanders gingen terug naar hun vaderland, maar de grote groep Molukse KNIL-soldaten konden nergens naar toe. Ze konden niet terug naar de Molukken, omdat de RMS, de onafhankelijke Zuid-Molukse staat, in oorlog was met Soekarno.
Relatief grootste populatie Molukkers in Leerdam
1 Behalve Leerdam gaat het verder om: Vught, Assen, Culemborg, Doesburg, Krimpen aan de IJssel, Appingedam, Tiel, Zuidplas en Middelburg. In deze gemeenten ligt het aandeel Molukse inwoners tussen de 2 en 3 procent.
De interneringskampen werden door het Japanse bezettingsleger gebruikt om Nederlanders en mensen van andere nationaliteiten, die nog in het land verbleven, te interneren. Er waren krijgsgevangenkampen voor militairen, en kampen voor burgers.
Zoek de Staat van Dienst op via de website van het Nationaal Archief. Om de Staat van Dienst te bekijken dient u een afspraak te maken om langs te komen. Digitaal inzien is dus niet mogelijk. Raadpleeg het genealogisch onderzoek via de website het Centraal Bureau voor Genealogie.
Jaren van strijd en onderhandelingen leidden ertoe dat Nederland op 27 december 1949 de soevereiniteit over vrijwel de gehele archipel overdroeg aan Indonesië. Tijdens dit grootschalige conflict kwamen ongeveer 6.000 militairen in dienst van het Koninkrijk om het leven.
Vroeger heette Indonesië Nederlands-Indië. Het was een kolonie van Nederland.
Men weet vaak niet wat het verschil is tussen Indisch en Indonesisch. Indische Nederlanders, ook wel afgekort tot "Indisch" of "Indische", zijn Nederlanders afkomstig uit de voormalige Nederlandse kolonie: Nederlands-Indië, het huidige Indonesië.
De Japanse bezetter zag Java als het meest ontwikkeld op politiek gebied, maar economisch als het minst belangrijk; de bevolking was de belangrijke bron voor Japan. Als zodanig en in tegenstelling tot het eerdere Nederlandse bewind, moedigde Japan het nationalisme op Java aan en vergrootte zo zijn politieke invloed.
Indonesiers komen uit indonesie, in het algemeen. Molukkers van de molukken, een specifiek deel: De Molukken (Maluku) is een eilandengroep in het oosten van de Indische Archipel, gelegen tussen (met de klok mee) Celebes, de Filipijnen, Nieuw-Guinea en Timor.
Daarnaast hebben de Molukse eiland ook verschillende gerechten waar ze bekend om staan zoals: Papeda (pap gemaakt van meel van de sagopalm). Asam pedis (varkens krabbetjes gestoofd in een zure maar pittige saus. Asam pedis kan ook met andere delen van het varken bereid worden of met kip).
De Molukkers zijn een Melanesische-Austronesische bevolkingsgroep die de oorspronkelijke bevolking uitmaken van de eilandenreeks de Molukken, die sinds 1950 onderdeel zijn van Indonesië.
Het Ambonees of het Ambonees Maleis is een op Maleis gebaseerde Creoolse taal die gesproken wordt op de Molukse eilanden Ambon en Ceram en enkele andere Molukse eilanden. Het is een lingua franca in het centrale deel van de Molukken en wordt door veel mensen daarom ook als een tweede taal gesproken.
De Molukse kerk is protestants, met invloeden van de katholieke kerk en plaatselijke traditionele religies.
Met Finland en Zweden verwelkomt de Navo relatief kleine legermachten. De landen beschikken over respectievelijk 21.500 en 24 duizend soldaten. Alle Navo-landen bij elkaar beschikken over zo'n 3,5 miljoen militairen.
In 2019 telden alle leden van de NAVO gezamenlijk 3,245 miljoen militairen (2015: 3,125 miljoen). De Verenigde Staten telden 1,3 miljoen militairen, gevolgd door Turkije met ruim 445.000 man. Frankrijk telde ongeveer 208.000 militairen, Duitsland 180.000, Nederland had er 40.000 en België 25.000.
1. Het leger van de Verenigde Staten. Op een onbetwiste eerste plaats staat het leger van de Verenigde Staten. Dat merk je onmiddellijk aan het jaarlijkse militaire budget: 587 miljard dollar!