Myopie is een ander woord voor bijziendheid. Gewone bijziendheid hoeft geen probleem te zijn en kan gecorrigeerd worden door een bril, contactlenzen of een ooglaseringreep. Wanneer de brilsterkte minimaal -6 dioptrie is of de ooglengte minimaal 26 mm bedraagt, is er sprake van hoge myopie ofwel ernstige bijziendheid.
Wat is oogsterkte? Een oog heeft een nabijheidspunt en een vertepunt. Het nabijheidspunt is de dichtstbijzijnde afstand die je zonder moeite scherp kunt zien. Normaal ligt dit punt bij een mens rond de 30 cm van het oog.
Het normale oog (zonder brekingsafwijking)
De brekingssterkte van een lens wordt uitgedrukt in dioptrieën (zoals de sterkte van een vergrootglas). Hoe groter het aantal dioptrieën, hoe sterker de lens. De brekingssterkte van het hoornvlies is ongeveer 40-45 dioptrieën, die van de lens is ongeveer 20-22 dioptrieën.
Een bril met min-sterkte is een bril voor veraf: voor mensen met bijziendheid. Een bril met plus-sterkte is een bril voor dichtbij: voor mensen met verziendheid.
Bijziendheid uitgelegd
Als u bijziend bent ziet u dichtbij goed, terwijl u veraf juist wazig ziet. Dit wazige zicht komt omdat uw oog in de (as)lengte zo sterk groeit dat de afbeelding waar u naar kijkt niet meer óp het netvlies afgebeeld wordt, maar ervóór.
We noemen iemand blind als zijn gezichtsscherpte kleiner dan of gelijk aan 1/20 (één twintigste) is, zelfs met een bril of lenzen. Dit betekent dat als iemand met twee goede ogen een stoel al op twintig meter afstand ziet, iemand met heel slechte ogen dezelfde stoel pas op één meter afstand of minder kan zien.
Een bijziende persoon kan voorwerpen op een afstand niet (goed) onderscheiden. Het zicht is wazig en zich verplaatsen, koken en televisie kijken kan enkel met een aangepaste bril of met lenzen.
Mensen met een sterkte van -0.25 kunnen al verschillende klachten ervaren waardoor het dragen van een bril wel degelijk aan te raden is. En dat terwijl iemand met een hogere sterkte juist weer weinig last kan hebben. Toch is het bij wazig zicht wel echt handig om een oogmeting te laten doen.
Uw patiënt moet een minimale visus van 0,5 met één of twee ogen hebben om te mogen rijden. Dit mag ook met bril of lenzen zijn. Verder mogen er geen ernstige afwijkingen zijn in het centrale deel van iemands gezichtsveld. Het gezichtsveld van uw patiënt moet horizontaal 120 graden zijn en verticaal 40 graden.
Een normale gezichtsscherpte, al dan niet gecorrigeerd door contactlenzen of een bril, ligt tussen de 0,8 (80%) en 1,5 (150%). Met het gezichtsveld ziet u dingen waar u niet gericht naar kijkt.
We kunnen ons zicht niet corrigeren zonder professionele hulp, en er is geen snelle oplossing voor problemen met het gezichtsvermogen. Maar met zaken zoals goede voeding kunt u uw gezichtsvermogen nog steeds op natuurlijke wijze zelf helpen. Bespreek dat, zoals altijd, met uw oogarts.
Het goede nieuws voor alle brildragers is: door het dragen van een bril gaan de ogen niet verder achteruit. Veeleer is het tegengestelde het geval: als je ondanks een oogafwijking geen bril draagt of brillenglazen met de verkeerde sterkte hebt, kan bijziendheid (myopie) verslechteren.
De visus (Snellen-visus) wordt dan uitgedrukt in een getal. Een gemiddeld oog ziet 1.0 (100%). Sommige ogen zien meer dan normaal, bijvoorbeeld 1.2 (120%) of 1.6 (160%). Een oog dat minder ziet dan normaal ziet bijvoorbeeld 0.8 (80%), 0.6 (60%), 0.5 (50%), 0.4 (40%), 0.3 (30%), 0.2 (20%), 0.1 (10%) of 0,05 (5%).
Als de staar verder toeneemt, zal de brilsterkte steeds meer “min” worden. Dit kan betekenen dat een bijziend oog méér bijziend wordt of dat een verziend oog meer bijziend, dus minder verziend, wordt. In het laatste geval wordt de positieve bril minder sterk.
Een bril bestaat uit een montuur en glazen. Bij een normaal montuur worden glazen met een hoge minsterkte snel heel dik en de bril zwaar. Een montuur met extra dunne en kleine glazen (2.5-3.5 cm diameter) is voor een volwassene met hoge sterkte toch licht van gewicht en ziet er ook goed uit.
Verziend is plus (sterkte) en bijziend is min (sterkte). Als je verziend bent, heb je dus baat bij een plus-bril of plus-contactlenzen. Dit noemen we ook wel plus-sterkte.
Percentage: De gezichtsscherpte kan ook worden uitgedrukt in percentages of decimalen, bijvoorbeeld 80% (0,8), 100% (1,0) of 120% (1,2). In dit systeem betekent 100% of 1,0 het gemiddelde zicht. 200% of 2,0 is de hoogst mogelijke waarde en wijst op een zeer scherp zicht, ver boven het gemiddelde.
Als u plotseling met één oog niet kunt zien, mag u tijdelijk niet rijden. Uw hersenen hebben tijd nodig om te wennen aan kijken met één oog. Dit geldt ook als u één oog moet afdekken omdat u dubbelziet. Na minimaal 3 maanden mag u weer rijden.
Om te mogen rijden moet de gezichtsscherpte van uw beste oog minimaal 0,8 zijn. En van uw slechtste oog moet de gezichtsscherpte minimaal 0,1 zijn. Als u met 1 oog minder gaat zien dan 0,1 en u al een groot rijbewijs heeft, dan mag u tot 3 maanden niet rijden.
Vanaf welke sterkte je een bril of lenzen nodig hebt, is niet te zeggen. Dit komt omdat de één met -0,25 al hoofdpijnklachten heeft, of er in het dagelijks leven last van heeft dat hij niet perfect ziet terwijl de ander met -2 totaal klachtenvrij is en geen behoefte heeft aan beter zicht.
Een zuivere cylinder heeft geen brekend vermogen (= 0) in de ene richting (meridiaan) maar wel een brekend vermogen in de richting loodrecht erop. Men kan het voorvlak van een normaal hoornvlies voorstellen als zijnde een deel van een mooie ronde voetbal; hierbij is de breking van het licht in alle richtingen gelijk.
Bij een cylindersterkte heb je een glas wat in een bepaalde richting anders van kromming is dan in de tegenovergestelde richting, en dus ook een andere sterkte. Het verschil tussen de twee sterktes is de cilinder.
Derhalve is 20/20 gelijk aan een visus 1.00 (een 'normaal' gezichtsvermogen). Zou u echter op 20 voet afstand kunnen zien wat mensen met 'normaal' zicht pas op 10 voet afstand kunnen zien, dan is uw zichtvermogen 20/10, ofwel visus 2.00 (200%).
Fysiek aanwezige handicap: een bril verbetert de gezichtsscherpte (ver zicht en nabij zicht) tot niet meer dan 30% (gezichtsvermogen 0,3); er is een daarmee overeenstemmende geleidelijke verstoring van het gezichtsvermogen (gewoonlijk beschadiging van het gezichtsveld).
Risico's van hoge bijziendheid
Een gemiddeld oog zonder refractiefout is 23 millimeter lang, een bijziend oog is langer en de lengte kan wel tot meer dan 30 millimeter oplopen. Een ooglengte boven de 26 millimeter of een refractiefout van -6 dioptrie of hoger noemen we hoge myopie.