Groot Vaarbewijs B is in tegenstelling tot A iets beperkter. Ook dit vaarbewijs is een vaarbewijs dat verplicht is wanneer je beroepsmatig schipper bent. Alleen mag je met dit vaarbewijs niet op alle wateren varen en niet op de internationale wateren.
Na het behalen van alle theorie-examens en het mondeling examen komt u in aanmerking voor het Diploma Schipper Binnenvaart. Met drie jaar vaartijd en een medische keuring kunt u daarmee een Beperkt Groot Vaarbewijs aanvragen. Met vier jaar vaartijd en een medische keuring het Groot Vaarbewijs.
Wilt u met een pleziervaartuig varen? En is dat vaartuig langer dan 25 meter en korter dan 40 meter? Dan heeft u een Groot Pleziervaartbewijs nodig. Voor het vaarbewijs moet u een examen afleggen.
Groot vaarbewijs A
Soort schepen: Schepen met een lengte van tenminste 40 meter die gebruikt worden of bestemd zijn voor bedrijfsmatig vervoer. Passagierschepen (bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 passagiers) Sleep- en duwboten, met een lengte van tenminste 40 meter, die alleen worden gebruikt als pleziervaartuig.
Wat is het verschil tussen Vaarbewijs 2 en Vaarbewijs 1? Het verschil tussen Vaarbewijs 1 en Vaarbewijs 2 zit hem in het gebied waar u mag varen. Met Vaarbewijs 1 mag u op rivieren, kanalen en kleine meren varen. Met Vaarbewijs 2 mag u ook op de grotere wateren en kustwateren varen.
Wat het kost om een vaarbewijs te halen? Daar kunnen we kort over zijn. Het examentarief an sich is 44,45 (tarief 2021) euro en de legeskosten voor de afgifte van het vaarbewijs pasje zijn ongeveer 21 euro. Kortom, voor 66 euro bent u klaar.
Vanaf het vijftigste levensjaar moet het Groot vaarbewijs om de vijf jaar worden vernieuwd. Let op: ook als de vervaldatum op uw Groot vaarbewijs later is, vervalt het document drie maanden na uw vijftigste verjaardag!
Motorcruiser (motorjacht): de meeste cruisers zijn niet langer dan 15 meter en halen geen topsnelheid van 20 kilometer per uur. U heeft geen vaarbewijs nodig. Snelle motorboot: een snelle motorboot gaat al gauw harder dan 20 kilometer per uur. U heeft in dat geval een vaarbewijs nodig.
Om met uw boot op zee te varen heeft u Vaarbewijs 2 nodig. Dit wordt ook wel Klein Vaarbewijs II genoemd. Met Vaarbewijs 2 mag u ook op de grotere wateren en kustwateren varen. Dit zijn dus grotere meren en de zee, zoals de Waddenzee, het IJsselmeer, het Markermeer, het IJmeer en de Oosterschelde en Westerschelde.
Op zich is het niet heel moeilijk om je Vaarbewijs te halen, maar je moet het ook zeker niet onderschatten. Ongeveer 65% slaagt voor het Vaarbewijs examen, je moet dus echt wel even serieus aan de slag. Qua moeilijkheidsgraad is het halen van je Vaarbewijs te vergelijken met de theorie voor je rijbewijs.
Voor alle boten die langer zijn dan 15 meter heeft u een vaarbewijs nodig. Bovendien moet de bestuurder van de boot minimaal 18 jaar zijn. Als een boot 14,95 meter is (en niet harder kan dan 20 km/u) mag u er, als volwassene, dus gewoon mee varen zonder vaarbewijs.
Klein Vaarbewijs 2
Dit vaarbewijs is geschikt voor dezelfde vaartuigen als Klein Vaarbewijs 1. U mag hiermee varen op: rivieren, kanalen en meren. de Eems/Dollard. de Waddenzee.
Voor het varen met de volgende typen schepen is een Groot Vaarbewijs vereist: Passagiersschepen, veerponten, veerboten, sleepboten, duwboten, schepen vanaf 20 meter.
Zo is voor elk vaartuig met buitenboord- of binnenboordmotor een vaarbewijs verplicht, ongeacht het aantal pk's. Ook voor een klein(er) rubberbootje met een motor van 2 pk is een vaarbewijs verplicht. Voor zeilboten geldt dat een vaarbewijs verplicht is als de boot 3 meter of langer is.
Vaak vallen de schippers zonder vaarbewijs uiteindelijk toch wel door de mand. Zij vallen op door hun vaargedrag. Een vaarbewijs kunt u niet kopen, voor een vaarbewijs moet u leren en examen doen. Dit geldt voor zowel klein vaarbewijs 1 als klein vaarbewijs 2.
Om het klein vaarbewijs II te halen, moet u slagen voor de theorie-examens KVB1 en KVB2. U kunt ervoor kiezen beide examens in één keer achter elkaar af te leggen. U reserveert dan het examen KVB1 en KVB2 achter elkaar.
Is een schip langer dan 15 meter, dan moet je een vaarbewijs hebben en bovendien minimaal 16 jaar oud zijn. Ook voor elk schip dat harder dan 20 kilometer per uur vaart, zoals een speedboot, jetski of waterscooter, is een vaarbewijs nodig.
Op het water geldt voor snelle motorboten een landelijke maximumsnelheid van 20 km/h, tenzij ter plekke iets anders is aangegeven. Er zijn veel plaatsen waar de snelheid afwijkt. Op brede rivieren en grote meren mogen kleine schepen vaak sneller varen.
Hoe oud moet je zijn om een vaarbewijs examen af te leggen? Er geldt geen minimale leeftijd voor het afleggen van het Klein Vaarbewijs examen. Hiervoor hoef je dus geen 18 jaar te zijn. Ook op je 12e mag je het examen voor het vaarbewijs afleggen.
Wat is het Groot Pleziervaartbewijs? Als je een schip vaart met een lengte van 25 tot 40 meter heb je het Groot Pleziervaartbewijs nodig. Voor het Groot Pleziervaartbewijs moet je twee theorie-examens doen en een praktijkexamen (CWO Groot Motorschip) varen.
Weinig mensen denken dat het klein vaarbewijs halen moeilijk is. Je hoeft alleen maar goed verkeersregels uit je hoofd te kunnen leren. Maar zodra je omhoog gaat op de ladder en op grotere boten gaat varen, neemt de moeilijkheidsgraad van de examens aardig snel toe.
Met Vaarbewijs 1 (ook wel Klein Vaarbewijs I genoemd) mag u varen op rivieren, kanalen en meren. Dit vaarbewijs is geschikt voor (kleinere) binnenlandse wateren. Met Vaarbewijs 1 mag u ook varen op de Gouwzee, wat onderdeel is van het Markermeer.
In totaal zijn er vijf verschillende vaarbewijzen in Nederland. Je hebt twee klein vaarbewijzen voor de pleziervaart en drie groot vaarbewijzen voor zowel plezier- als commerciële vaart. Welk vaarbewijs je nodig hebt, hangt af van de lengte van jouw boot en waar je wilt gaan varen.