Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair* rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Re: Remtechniek Praktijkexamen
Het belangrijkste is dat je zo veel mogelijk remt met de het koppelingspedaal omhoog en die pas gaat indrukken als het toerental van de motor heel laag komt.
Als je gaat remmen op het moment dat je de bocht ingaat, kun je de controle verliezen, omdat de banden geen grip houden op de weg.
Remmen als je door een bocht rijdt
Al je om meer grip vraagt dan beschikbaar is, kunnen zeer gevaarlijke situaties ontstaan. Daarom is het erg van belang om vóór de bocht al je snelheid aan te passen. Daarna kun je met de achterrem in de bocht nog kleine snelheidscorrecties uitvoeren.
In de bocht: gasgeven
Je moet ervoor zorgen dat je gedurende de hele bocht gas kunt blijven geven. Wanneer de motor wordt aangedreven (dus wanneer je gasgeeft en je niet de koppeling hebt ingeknepen) is hij veel stabieler. Wanneer je de koppeling inknijpt valt de motor naar binnen.
Tegensturen betekent dat je tegen je linker handvat duwt als je naar links wilt en tegen je rechterhandvat als je naar rechts wilt. Want wat gebeurt er wanneer je dit doet? Wanneer je je linker handvat van je weg duwt, draait het voorwiel naar rechts. Je zou verwachten dat je dan naar rechts rijdt maar dat is niet zo.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
Welke bocht kent de meeste risico's? Bocht naar rechts.
Een grotere bocht naar links op een kruispunt met verkeerslichten neem je vaak met een hogere snelheid. Daar ligt je snelheid dan rond de 30 kilometer per uur. Dat betekent dus dat je met de meeste auto's de kleine bochten in de tweede versnelling neemt, en de grotere bochten naar links kunnen in de derde.
Te dicht langs geparkeerde auto's, obstakels of fietsers rijden. Niet of onvoldoende voorsorteren. Te ruime of te krappe bochten (soms door nonchalant sturen). Te veel links blijven rijden bij tegenliggers op smalle wegen.
Een goede voorbereiding is het halve werk, ook voor het rijexamen. Dan zijn de zenuwen meestal wat minder. Het kan helpen als je eerst een tussentijdse toets doet. Dan raak je al een beetje gewend aan de examensituatie.
Antwoord van Jos. U vraagt of het technisch kwaad kan om éérst de koppeling in te trappen en pas daarna te gaan remmen. Voor motor, koppeling of remmen is dat technisch géén probleem maar niet zoals we het bij onze rijopleiding geleerd hebben. Een rijschoolhouder meldt daarover het volgende.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Verkeersborden en -tekens
Pas op: steile helling. Pas op: gevaarlijke daling.
Niet uit de bocht vliegen, doe je zo
En tot slot: kijken, kijken! Kijk goed de bocht in en hou je ogen gericht op het punt waar je naartoe wil rijden. Als je de bocht uitgaat en je wielen weer recht naar voren staan, kun je gas bijgeven.
U nadert een scherpe bocht naar rechts. Geadviseerd wordt om hier niet sneller dan 70 km/h te rijden. Bij het verlaten van de snelheid is het verstandig snelheid te matigen. Doe dit pas op de uitvoegstrook.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Houd het koppelingspedaal even vast bij het aangrijpingspunt 2 á 3 seconden is genoeg. Zo kom je geleidelijk op gang zonder schokken of afslaan van de motor. Doe dit ook na het overschakelen vang de koppeling op.
Parkeer je ergens voor een langere tijd, dan doe je er goed aan om die handrem niet op te trekken. Je zet de auto dan beter in eerste versnelling. Bij streng winterweer kunnen namelijk de handremkabels bevriezen. Dat geeft problemen wanneer je weer wil vertrekken.
Koppeling intrappen en gas loslaten.
Trap als je in een slip raakt zo snel mogelijk de koppeling in, laat het gas los en rem niet. Doordat je de koppeling intrapt gaan de wielen vrij rollen, waardoor je het snelst weer grip kunt krijgen met het wegdek. Raak je in een slip, zorg dan dat je nooit te hard remt.
Touring motoren
Als je niet van de gebaande paden af wil maar wel de meest comfortabele rit wil kun je het best een touring motor kopen. Deze motoren zijn groot, zwaar, hebben een flink vermogen en zijn de meest comfortabele motoren die je maar kunt kopen.
Dit primitieve sensortje aan de voorkant van het voertuig zorgt ervoor dat hij weet wanneer hij een voorligger heeft. Daardoor wordt het mogelijk om, met een druk op de knop, de motor achter iemand aan te laten rijden. Omdat de motor altijd overeind blijft kan hij ook stapvoets achter een mens aan rijden.