In de ochtend voor het eten of drinken Goede bloedsuiker 's ochtends voordat je eet of drinkt: tussen 4,5 en 8.
Als je al een tijdje niets op hebt, bijvoorbeeld in de ochtend als je nog niet hebt ontbeten, mag je suikerwaarde tussen de 4,5 en 8 mmol/l liggen. Vlak na een maaltijd (de eerste 2 uur nadat je hebt gegeten) mag je suikerwaarde iets hoger liggen, tot maximaal 9 mmol/l.
Een goede bloedsuiker voor 's ochtends als u nog niet gegeten of gedronken heeft is: tussen 4,5 en 8. Dit heet de nuchtere bloedsuiker. Na het eten gaat uw bloedsuiker omhoog. Een goede bloedsuiker voor 2 uur na het eten is: lager dan 9.
Globaal kunt u een bloedsuikerwaarde onder 4,5 mmol/l aanhouden als laag en een waarde onder 3,5 mmol/l als te laag.
Glucosewaarden ouderen mogen tussen de 6 en 15 mmol/l zijn.
Op een niet nuchtere maag gelden waarden tussen 7,8 en 11 mmol/l als verhoogde waarden. Komt uw bloedsuiker op nuchtere maag boven 6,9 mmol/l en op niet nuchtere maag boven 11 mmol/l, dan hebt u te hoge bloedsuiker en is er sprake van diabetes. Daarbij is het noodzakelijk dat u medicatie krijgt.
In de dagelijkse praktijk spreken we over een hypo bij een waarde van lager dan 60 mg/dl. Maar een hypo is persoonsgebonden. De ene persoon ervaart een hypo rond 65 mg/dl en een andere bij 55 mg/dl.
tussen 6,1 en 7 mmol/l: je hebt waarschijnlijk beginnende diabetes. boven de 7 mmol/l: je hebt waarschijnlijk diabetes.
Bij het dageraadfenomeen heb je hoge bloedsuikers vlak nadat je wakker wordt. Het dageraadfenomeen noemen we ook wel het dawn phenomenon. Je hormonen zorgen vroeg in de ochtend voor een stijging van je bloedglucose.
Waarom water drinken helpt bij het reguleren van jouw bloedglucose. Wanneer je onvoldoende vocht binnenkrijgt, neemt je bloedvolume af, wat leidt tot een hogere concentratie van glucose in je bloed. Dit maakt het moeilijker om je glucosespiegel in balans te houden.
Bloedsuikerwaarde - nuchter geprikt (acht uur daarvoor niets gegeten of gedronken behalve water): Onder de 6,1 mmol/l - geen diabetes. Tussen de 6,1 en 6,9 mmol/l - voorstadium van diabetes. Boven de 6,9 mmol/l - diabetes.
Het advies is om te controleren voor iedere maaltijd en voor het slapen. Soms ook zowel voor, als 1,5 tot 2 uur na de maaltijd.
Naast zwarte komijn waren kaneel en gember het effectiefst in het bestrijden van hoge bloedsuikerspiegels. Maar gember bleek nóg meer te doen.
Nuchtere bloedsuikerwaarden worden gemeten na minstens 8 uur vasten en liggen normaal tussen 4.0 en 6.0 mmol/L. Bloedsuikerwaarden 2 uur na het eten geven aan hoe efficiënt je lichaam de suiker uit je maaltijd heeft verwerkt; minder dan 7.8 mmol/L wordt als normaal gezien.
Prediabetes is de fase die voorafgaat aan diabetes type-2. In dit voorstadium merk je niks van de schade die er al aan je lichaam wordt toegebracht. Maastrichts onderzoek toonde recentelijk aan dat ook de schade aan zenuwen en bloedvaten al meetbaar is bij prediabetes.
We hebben al gesproken over de vroege klachten van dorst, veel drinken en plassen, moeheid of lusteloosheid, prikkelbaarheid en wazig zien. Hoe hoger de bloedglucose, en hoe langer verhoogd, hoe meer klachten. Bij langdurige hyperglycemie bestaat een grotere kans op infecties, jeuk en slecht helende wondjes.
Het drinken van zwarte of groene thee kan het risico op diabetes type 2 verlagen. Thee zonder suiker is ook goed voor mensen met diabetes en mensen die willen afvallen, omdat er geen koolhydraten en calorieën in zitten. Het beste is zwarte of groene thee, want die verlagen de bloeddruk en de kans op een beroerte.
Kies voedsel met minder calorieën, verzadigd vet, suiker en zout . Houd bij wat u eet, drinkt en beweegt. Drink water in plaats van sap of frisdrank. Beperk alcoholische dranken (2 drankjes of minder per dag voor mannen, 1 drankje of minder per dag voor vrouwen).
Als je bloedsuikerspiegel vaak te laag is (hypo's) kan dat schade aan je zenuwstelsel opleveren. Daardoor heb je bijvoorbeeld vaker last van hoofdpijn, duizeligheid of bewustzijnsverlies. Een langdurig teveel aan glucose in je bloed (hypers) kan je bloedvaten beschadigen.
Ouderen met Alzheimer en Type 1 of Type 2 diabetes hebben een hoog risico op een lage bloedsuikerspiegel , bekend als hypoglykemie, die vaak onopgemerkt blijft. Hypoglykemie kan duizeligheid, verwardheid, stemmingswisselingen, ziekenhuisopname en zelfs de dood veroorzaken. Diagnose en behandeling van hypoglykemie kunnen complicaties voorkomen.
Bij mensen tot 70 jaar is de streefwaarde van het HbA1c lager dan 53, wat betekent dat het gemiddelde van de glucosewaarden lager dan 8 mmol/l moet zijn. Is uw HbA1c 75 (boven 69 dus slecht geregeld), dan betekent dat dat uw glucosewaarden de laatste maanden gemiddeld 12 zijn geweest.