Een alinea bestaat uit meer dan één zin. Tegelijkertijd moeten alinea's niet te lang zijn: alinea's van een halve pagina zijn niet overzichtelijk. In online teksten is het beter om alinea's relatief kort te houden.
De kernzin van de alinea staat meestal aan het begin: het is de eerste of tweede zin. Zo ziet de lezer meteen waar de alinea over gaat. De rest van de alinea werkt de hoofdgedachte uit de kernzin verder uit.
Een alinea is een stukje tekst van een of meer regels waarin je een onderwerp behandelt. Het is een onderdeel van een grotere tekst. Alinea's worden gescheiden door een witregel. Als je een tekst indeelt in alinea's, leest een tekst veel prettiger.
Een alinea of paragraaf is een onderdeel van een tekst, bestaande uit één of meerdere zinnen, en is te herkennen aan het feit dat deze begint en eindigt op een eigen regel. Het verdelen van een tekst in alinea's helpt om de tekst beter leesbaar te maken.
Gemiddeld bestaat een alinea uit zo'n vijf zinnen. Dat komt neer op vijf tot tien regels tekst. Een alinea van maar één zin is uitzonderlijk, net als een alinea van een halve pagina lang.
Een alinea mag nooit langer zijn dan een pagina. De gewenste gemiddelde lengte is ongeveer zes à zeven zinnen.
Alinea-opbouw: elke alinea is een eenheid
Elke alinea behandelt één deelvraag of onderwerp. Lees meer op de pagina over alinea's. Elke alinea heeft één kernzin waarin de hoofdgedachte staat (het antwoord op een van de (sub)vragen in de tekst). Lees meer op de pagina over alinea's.
De 7 tekstdoelen zijn: informeren, instrueren, adviseren, overtuigen, activeren, emotioneren en inspireren.
Tussen alinea's geen witregels, tenzij er (om inhoudelijke redenen) een heel duidelijke scheiding aangebracht moet worden tussen twee stukken tekst. Op- volgende alinea's inspringen met 0,5 cm. De laatste regel van een alinea mag niet boven aan een nieuwe pagina staan.
De woorden alinea en paragraaf hebben een verschillende betekenis. Een alinea is een tekstblok van bij elkaar horende zinnen. Een paragraaf is een groter tekstblok van bij elkaar horende alinea's. De alinea's worden in een brief door een witregel gescheiden.
- inspring bij een dialoog. Is een uitspraak van één persoon langer dan één regel, dan spring je alleen op die eerste regel in; - volgt een uitspraak uit een voorafgaande zin, dan plaats je geen inspring; - inspring bij een kleine 'rust' in het verhaal (voor scènewisselingen kun je beter een witregel gebruiken);
Tussenkopjes: Dit zijn de dikgedrukte titels van een alinea. De tussenkopjes staan tussen de alinea's in. Meestal geven de tussenkopjes kort aan waar de alinea over gaat.
De functie van een alinea kan het geven van een tegenstelling zijn. In die alinea vind je dan meestal ook een tegenstellend signaalwoord. Hieronder volgt een lijst met twaalf zins- of alineaverbanden en de signaalwoorden die die verbanden aangeven. Dit zijn de meest gebruikte.
Laat een alinea bij voorkeur niet meer dan zes à zeven zinnen tellen. Lange alinea's van meer dan tien regels tekst nodigen niet uit om te lezen. Maak alinea's ook niet te kort. Als u bij heel veel zinnen telkens op een nieuwe regel begint, hangt uw tekst als los zand aan elkaar.
Een goede kernzin zegt precies wát je over het onderwerp wilt zeggen. Dat betekent dat je hierin bijvoorbeeld ook duidelijk maakt of je vóór of tegen iets bent, of iets een voorbeeld of een tegenstelling is, of het over Jantje of over Pietje gaat, enz. Hij moet zo concreet mogelijk zijn.
De inleiding is vaak één alinea. In het middenstuk geef je informatie over het onderwerp. Het middenstuk bestaat vaak uit meerdere alinea's. In iedere alinea lees je iets nieuws over het onderwerp.
Er zijn vier manieren waarop het verband tussen alinea's kan worden aangegeven: door het gebruik van een signaalwoord; door herhaling; door overgangszinnen met een verwijzing; door aankondigende zinnen.
De kernzin van een alinea is de zin die de hoofdgedachte van de alinea bevat. Vaak is de eerste zin van de alinea de kernzin, maar ook de tweede zin of de laatste zin van de alinea kan kernzin zijn.
Signaalwoorden: en, ook, verder, ten eerste/ten tweede, in de eerste plaats/in de tweede plaats, daarnaast, bovendien, vervolgens, ten slotte, als laatste. Voorbeeld: daarnaast houd ik ook veel van boerenkool en vissticks.
paragraaf: paragrafen / paragraven*
Het meervoud van paragraaf is paragrafen.
Tekstindeling. Een zakelijke tekst (artikel, brief, beschouwing, enzovoort) heeft vaak een vaste indeling: inleiding, middenstuk en slot. Elk deel heeft een specifieke functie en kan uit meer dan één alinea bestaan. Het middenstuk bestaat meestal uit verschillende alinea's, inleiding en slot vaak uit één.
Tekstopbouw is een term die staat voor de wijze waarop een tekst wordt ingedeeld. Er zijn een aantal standaard elementen om teksten op een logische wijze in te delen, in met name creatieve teksten is het mogelijk om hiervan af te wijken.