De letter F is de zesde letter van het moderne Latijnse alfabet. De Etrusken waren de uitvinders van deze letter. De F werd in het Etruskisch en in het Grieks als /w/ uitgesproken. De letter heette digamma en was gevormd door twee Γ's op elkaar te stapelen. De letter verdween door klankverandering.
[natuurkunde] symbool voor frequentie. [natuurkunde] voorvoegsel femto-, 10-15. afkorting van florijn.
De F-toets is een statistische toets om na te gaan of van twee normale verdelingen de varianties verschillen. De F-toets wordt gebruikt bij variantie-analyse en is een parametrische toets omdat de verdeling normaal moet zijn.
De F-waarde wordt berekend met de formule F = (SSE1 – SSE2 / m) / SSE2 / n-k, waarbij SSE = restbedrag van de kwadraten, m = aantal beperkingen en k = aantal onafhankelijke variabelen.
De F-toets wordt in de statistiek gebruikt om twee varianties met elkaar te vergelijken. Als je die op elkaar deelt, krijg je een ratio-score die altijd positief is. Het moge duidelijk zijn dat als de varianties van beide groepen even groot zijn, dat dan de uitkomst 1 is.
Het zijn altijd dit soort tabellen die je in een statistische analyse ziet en die je moet interpreteren. De berekende F-waarde wordt vergeleken met een F-waarde in de tabel. De berekende F-waarde is groter dan de F-waarde in de tabel en daarom is er een statistisch significant resultaat.
Z. TOETS stelt de kans voor dat het steekproefgemiddelde groter is dan de waargenomen waarde GEMIDDELDE(matrix), wanneer het onderliggende populatiegemiddelde μ0 is. Van de symmetrie van de normale verdeling, als GEMIDDELDE(matrix) < μ0, geeft Z. TOETS een waarde groter dan 0,5 als resultaat.
Een voorbeeld van een ANOVA
Het zijn altijd dit soort tabellen die je in een statistische analyse ziet en die je moet interpreteren. De berekende F-waarde wordt vergeleken met een F-waarde in de tabel. De berekende F-waarde is groter dan de F-waarde in de tabel en daarom is er een statistisch significant resultaat.
Strikt genomen is de p-waarde een maat voor de kans dat de nulhypothese ten onrechte is verworpen (en het gevonden verschil tussen onderzoeksgroepen dus in werkelijkheid op toeval berust). Praktisch gezien is de p-waarde een waarde tussen 0 en 1, die wordt bepaald door middel van een statistische toets.
De t-test, ook wel t-toets genoemd, wordt gebruikt om de gemiddelden van maximaal twee groepen met elkaar te vergelijken. Je kunt de t-test bijvoorbeeld gebruiken om te analyseren of moedertaalsprekers gemiddeld sneller spreken dan niet-moedertaalsprekers.
Vaak wordt het 95% betrouwbaarheidsinterval gebruikt. Hiermee zeg je eigenlijk: stel ik zou mijn onderzoek 100 maal herhalen, dan verwacht ik dat de werkelijke waarde (parameter) minstens 95 keer binnen het (voor ieder onderzoek apart opgestelde) 95% betrouwbaarheidsinterval ligt.
Wat zijn vrijheidsgraden? Bij inferentiële statistiek schat je een parameter van een populatie door een statistiek van een steekproef te berekenen. De onafhankelijke stukjes informatie die gebruikt worden om de statistiek te berekenen worden de vrijheidsgraden genoemd.
De variantie (variance) is een maat die iets zegt over de spreiding in een dataset. Hoe meer de data verspreid zijn, hoe groter de variantie ten opzichte van het gemiddelde.
Er zijn veel grootheden in de natuurkunde en relatief weinig letters, daarom worden veel letters voor meerdere grootheden gebruikt, zoals A voor massagetal, oppervlakte en activiteit.
Vectoriële grootheden: kracht (F) en snelheid (v).
Als de kans, dat een verschil door toeval ontstaan is, kleiner is dan 5% (p = 0.05), dan noemt men het verschil significant (betekenisvol). Als de kans, dat het verschil door toeval ontstaan is, kleiner is dan 1% (p = 0.01 ) dan noemt men het verschil zeer significant (zeer betekenis vol).
De meest gehanteerde regel ten aanzien van significantie is de 95% regel. Dit betekent dat wanneer we met 95% zekerheid kunnen zeggen dat een effect niet ontstaan is door toeval, we mogen aannemen dat het effect werkelijk bestaat. We staan dus 5% kans op toeval toe.
Significantie wordt meestal aangeduid met een p-waarde (overschrijdingskans). Statistische significantie is enigszins willekeurig, omdat je zelf de drempelwaarde (alfa) kiest. De meest voorkomende drempel is p < 0.05, wat betekent dat de kans 5% is dat de resultaten worden gevonden terwijl de nulhypothese waar is.
Voor het berekenen van de F-waarde (Oneway Anova) gebruik ik de volgende formule: F = MSb/MSw. Om MSw (binnengroepenvariantie) vanuit SSw (binnengroepen sum of squares) te berekenen, deel ik SSw door Dfw (het aantal binnengroepen vrijheidsgraden).
De standaarddeviatie of standaardafwijking geeft de mate van spreiding aan in bepaalde data. Het geeft aan hoezeer de geobserveerde waardes afwijken van het gemiddelde.
Je kunt een chi-kwadraat test voor verdelingen gebruiken als je één categorische variabele hebt. Hiermee kun je toetsen of de frequentieverdeling van de categorische variabele significant afwijkt van je verwachtingen. Vaak, maar niet altijd, is de verwachting dat de categorieën gelijke verdelingen zullen hebben.
De t-toets eerste variant: vergelijken met een vaststaand getal. Met de t-toets kun je berekenen of een gevonden verschil significant is. Een significant verschil betekent dat het niet meer berust op toeval, maar dat er meer aan de hand is.
De z-scores rechts van het gemiddelde zijn positief en de z-scores links van het gemiddelde zijn negatief.
De vuistregel (de empirische regel) zegt namelijk dat in een normale verdeling... Respondenten met een z-score groter dan 3 of kleiner dan -3 kun je dus meestal beschouwen als outliers (uitschieters).