Dissociatie is een verstoring en/of onderbreking van het normale psychisch functioneren, die van invloed is op onder andere het denken, geheugen, identiteit, emotie, perceptie, lichaamsbeleving, motorische controle en gedrag. Dissociatieve symptomen kunnen ieder gebied van het psychisch functioneren verstoren.
Er zijn aanwijzingen dat je meerdere persoonlijkheidstoestanden (identiteiten) hebt. Minstens twee van jouw identiteiten nemen jouw gedachten, gedrag en gevoelens regelmatig over. Je hebt geen controle over of bewustzijn van de wisselingen. Je hebt 'gaten' in je geheugen (amnesie).
Een dissociatieve stoornis wordt altijd in verband gebracht met langdurige traumatische gebeurtenissen in de jeugd zoals mishandeling, seksueel misbruik, een groot verlies of een ernstige lichamelijke aandoening.
Patiënten met DIS blijken zich lastig specifieke persoonlijke gebeurtenissen te herinneren. Ze zijn juist geneigd tot een overalgemene stijl van herinneren: ze denken terug aan gebeurtenissen die een langere tijdsperiode omvatten of vaker voorkomen.
Het gevoel 'los te raken van uzelf of van uw omgeving' heet dissociatie. Dingen die u dan bijvoorbeeld merkt: De tijd lijkt veel sneller of langzamer te gaan dan normaal. U vergeet (belangrijke) dingen die u heeft meegemaakt.
Je lijkt even los te staan van jezelf. Je hebt je gevoel van tijd verloren, waardoor het niet meer duidelijk is hoeveel tijd er werkelijk voorbij is gegaan. Er kan dan sprake zijn van een dissociatieve stoornis die zich kenmerkt door minder gedachten en gevoelens en een vertekening in de herinnering.
Meerdere personen (DIS)
Het lijkt alsof u twee (of meer) verschillende personen bent. Die personen denken, doen en voelen hun eigen dingen. Ze kunnen ook een eigen naam en leeftijd hebben. Er is een 'persoon' met nare herinneringen.
Een dissociatieve identiteitsstoornis kan niet worden verholpen met medicatie. Echter, omdat DIS vaak samengaat met andere aandoeningen, zoals angst of depressie, kan de arts ervoor kiezen om de symptomen van deze aandoeningen te verlichten met medicijnen.
Dissociatieve identiteitsstoornis (DIS) – eerder meervoudige persoonlijkheidsstoornis genoemd – is een psychiatrische aandoening die wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van twee of meer verschillende dissociatieve delen van de persoonlijkheid die herhaaldelijk de controle over het gedrag van de persoon overnemen.
Acute dissociatieve reacties op stressvolle gebeurtenissen. Deze categorie is bestemd voor acute, voorbijgaande aandoeningen die meestal minder dan één maand duren, en soms slechts een paar uur of dagen.
Er bestaan dus verschillende gradaties in ernst. Wat direct helpt als je gedissocieerd bent is iets actiefs of zintuigprikkelends doen in het heden, zoals op de grond stampen of ijskoud water over je polsen laten stromen. Als je in psychologische behandeling bent praat er dan over met je therapeut.
Dissociatie kan als erg vreemd en eng worden ervaren, het kan voelen alsof je de grip op jezelf of je omgeving even helemaal verliest. Dissociatie kan de verschillende hersengebieden beïnvloeden waardoor de kijk op de wereld verandert: Tijd: tijd wordt niet meer realistisch waargenomen.
Het ervaren van derealisatie is absoluut geen teken dat je gek wordt of dat er iets ergs aan de hand is. Je kunt derealisatie zien als een beschermingsmechanisme van je brein als het even overbelast is. Prikkels worden dan op afstand gehouden.
Naar schatting 1 procent van de populatie volwassenen heeft DIS. De diagnose wordt het meest bij vrouwen gesteld: 9 van de 10 gevallen zijn vrouwen.
Een meervoudige persoonlijkheidsstoornis, of zoals het tegenwoordig wordt genoemd: dissociatieve identiteitsstoornis. Dat is een heel andere aandoening. Hierbij zitten in een persoon verschillende persoonlijkheden opgesloten die elkaar afwisselen en vaak niet van elkaars bestaan weten.
De psychotherapeut behandelt cliënten met complexe psychische problemen die vaak in de persoonlijkheid zijn geworteld. Zoals bijvoorbeeld om zoals angst- en stemmingsstoornissen, persoonlijkheidsproblematiek, identiteitsstoornissen en gedragsstoornissen.
Dissociatieve identiteitsstoornis (dis) (in de ICD-terminologie: meervoudige persoonlijkheidsstoornis of multipele persoonlijkheidsstoornis (mps)) is een dissociatieve stoornis waarbij iemand afwisselend twee (of meer) van elkaar te onderscheiden persoonlijkheidstoestanden kan aannemen.
Wanneer je met iemand woont of werkt met een dissociatieve stoornis: vraag altijd of je binnen mag komen en kondig je bezoek aan, tenzij er een noodsituatie is. Voorspelbaarheid kan helpen om rust en veiligheid te bieden. Het is niet altijd zichtbaar hoe het met iemand gaat of dat iemand dissocieert.
Bij derealisatie ervaart iemand de wereld om zich heen als onwerkelijk, bijvoorbeeld alsof diegene in een droom leeft of alsof de wereld niet echt is, alsof prikkels niet binnenkomen. Mensen of voorwerpen worden bijvoorbeeld ervaren als onecht, als in een droom, wazig, levenloos of visueel vervormd.
Kun je onbewust een trauma hebben? Ja. Het kan zijn dat je jezelf bewust of onbewust afsluit voor de verwerking van het trauma. Dan stop je het weg en vermijd je nadenken over je gevoelens en gedachten die met het trauma te maken hebben.
De effecten kunnen nog even doorwerken, wat goed is. Daarnaast is het een veelgehoorde klacht dat cliënten na de EMDR hoofdpijn en vermoeidheid kunnen ervaren. In sommige gevallen kan je ook het idee hebben dat je de regie kwijt bent als je er bijvoorbeeld nieuwe beelden of gevoelens naar boven komen.
Dissociatie zou je kunnen zien als een verdedigingsmechanisme dat je beschermt tegen te veel prikkels. Je hersenen schakelen een stuk van je bewustzijn uit, bijvoorbeeld je emotie, omdat het te veel dreigt te worden. Maar ook zonder trauma's kun je flink dissociëren, bijvoorbeeld samenhangend met paniek en stress.