De waarde van een 250 gulden 1985 is afhankelijk van de kwaliteit van het bankbiljet, te herkennen aan de hoeveelheid gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van het Nederlandse 250 gulden biljet uit 1985 wordt bepaald door de kwaliteit van het biljet.
Ongevouwen biljetten zijn euro's waard
Maar voor de puntgave exemplaren wordt volgens hem al snel 200 a 250 euro betaald door verzamelaars. Deze zogenaamde 'ongecirculeerde biljetten', die dus compleet nieuw zijn, zijn zelfs populair in het buitenland, vertelt Poelman.
De meeste guldenbankbiljetten kunt u nog tot 1 januari 2032 inwisselen voor euro's. Dit doet u bij de Nederlandsche Bank (DNB) in Haarlem. Guldenmunten (als dubbeltjes en rijksdaalders) kunt u bij DNB niet meer omwisselen. Andere valuta kunt u alleen omwisselen in het land waar het geld vandaan komt.
DNB gebruikt de officiële koers voor het omwisselen van guldenbiljetten. Die koers is: EUR 1 = NLG 2,20371. Dus 1 gulden is ongeveer 45 eurocent waard.
De bestaande €500-bankbiljetten blijven wettig betaalmiddel. Ze kunnen nog steeds gebruikt worden als betaal- en oppotmiddel, d.w.z. om te betalen en te sparen. Net zo kunnen banken, wisselkantoren en andere commerciële partijen de bestaande €500-biljetten in omloop blijven terugbrengen.
Geld inwisselen bij de centrale bank
Bij de centrale bank kunt u uw oude munten en bankbiljetten nog veel langer inwisselen. Maar ook de centrale bank kan een maximum stellen aan de hoeveelheid geld die u bij per transactie kunt omwisselen. Heel oude munten en bankbiljetten kun u niet altijd meer inwisselen.
Er zijn 7 verschillende eurobankbiljetten: van € 5, € 10, € 20, € 50, € 100, € 200 en € 500. De afbeeldingen op de biljetten zijn in alle eurolanden hetzelfde.
Met een waarde van bijna 3 euro is de Koeweitse dinar in nominale termen de duurste munt ter wereld; als je ten minste bitcoin en andere alternatieve valuta's niet meerekent.
Waarde Nederland 50 gulden 1982 Zonnebloem
De waarde van een 50 gulden 1982 is afhankelijk van de kwaliteit van het bankbiljet, te herkennen aan de hoeveelheid gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van het Nederlandse 50 gulden biljet uit 1982 wordt bepaald door de kwaliteit van het biljet.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003. Nog een zeldzaam rostje is dat van 1 cent dat Finland in 2001 uitgaf. Dat is 10 euro waard.
Deze was geel van kleur en ondanks dat het geeltje later andere kleuren kreeg, bleef de bijnaam altijd bestaan. Vijftig gulden stond bekend als 'Zonnebloem', de honderd gulden ging door als 'meier' of 'snip'. De minder vaak voorkomende 250 gulden kende men als 'Vuurtoren'.
De munten uit de jaren 90 kunt u meestal voor ongeveer 5 euro aan ons verkopen. De actuele prijs is natuurlijk sterk afhankelijk van de huidige zilverprijs van puur zilver.
In de periode 1861-1909 was er een geelkleurig bankbiljet van 25 gulden dat in de volksmond ook 'geeltje' werd genoemd. Deze benaming voor 25 gulden bleef na 1909 nog lang in gebruik, alhoewel er geen uiterlijk verband meer met het briefje was en er in 1982 zelfs een ander geelkleurig biljet in omloop kwam (50 gulden).
De waarde van een 10 gulden 1968 is afhankelijk van de kwaliteit van het bankbiljet, te herkennen aan de hoeveelheid gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van het Nederlandse 10 gulden biljet uit 1968 wordt bepaald door de kwaliteit van het biljet.
Een rooie rug, ook wel simpelweg rooitje of een rug genoemd, was geld ter waarde van 1.000 gulden (ongeveer 454 euro).
In Nederland alleen bij de automaten die in de bank staan (en die op schiphol). Dat zijn ook de enige automaten waar je grote bedragen kan pinnen. De standaard automaten hebben inderdaad alleen briefjes van 10, 20 en 50.
Voor het afstorten van biljetten van € 500 betaal je € 5 per gestort biljet. Ook raden wij het af om €200 biljetten aan te nemen en te storten. Als zulke biljetten bij ons afgestort worden, zijn wij vaak wettelijk verplicht onderzoek te doen naar het gebruik en de herkomst van de biljetten.
Daarbij vervullen deze coupures een grote rol in het criminele circuit bij het witwassen van geld. Banken ontmoedigen het gebruik van de 200 en 500 eurobiljetten al een tijd, maar nu brengen ze ook extra kosten in rekening voor het afstorten van de biljetten op de bankrekening.