Ook in de akkerbouw is de balanswaarde fors toegenomen, met name als gevolg van de waardestijging van grond. In 2018 werd de grond bijna €130.000 hoger gewaardeerd dan in 2017. Grond maakt 70% uit van de totale waarde van een akkerbouwbedrijf. In 2018 was de gemiddelde balanswaarde €4,4 miljoen.
Volgens de gegevens van het LEI is het gemiddelde Nederlandse landbouwbedrijf 1,8 miljoen euro waard. Het gemiddelde eigen vermogen bedraagt ongeveer tweederde van de bedrijfswaarde, ofwel zo'n 1,2 miljoen euro.
De boeren is gevraagd hoeveel uur zij gemiddeld per week werken. Ruim de helft van de boeren werkt meer dan 60 uur per week.
Van de totale oppervlakte van Nederland is 54 procent (2,2 miljoen hectare) in gebruik als landbouwterrein, en 13 procent (0,5 miljoen hectare) als bebouwingnoot1 en verkeersterrein. Bebouwd terrein bestaat voornamelijk uit woon- en bedrijventerreinen.
Ons onderzoek bevestigt beelden van 'goede boer' en 'goed landschap' die in de literatuur zijn beschreven: een goede boer zorgt goed voor haar land, vee en grond en is herkenbaar aan een net landschap, vrij van onkruid, strak onderhouden, evenals een goed bijgehouden erf.
In de zomer is de boer druk met het maaien van het gras, omdat ze een wintervoorraad aan moeten leggen. In de winter bestaat het werk vooral uit onderhoud van onder andere de stal. Om vier uur krijgen de koeien weer te eten en worden de koeien nog een keer gemolken.
Maar ook met een veranderd voedselpatroon is ons land nog steeds niet zelfvoorzienend. Hoewel Nederland twee keer zoveel grond nodig heeft, is de landgebruikvoetafdruk lager dan de 0,65 hectare van de mondiale consument. Bovendien wordt de voetafdruk elk jaar een stukje kleiner.
Maar, zo redeneert Financiën, in dit scenario hoeven er over heel Nederland gezien maar 5300 veehouderijen te stoppen, ofwel de helft van wat er in het plan van LNV dichtgaat. Daarnaast zouden boeren in de rest van Nederland helemaal geen vee hoeven in te leveren.
Staatsbosbeheer is met ruim 220 duizend hectare veruit de grootste grootgrondbezitter van Nederland. Die grond ligt verspreid over heel Nederland: van de Waddeneilanden tot Zuid-Limburg. Het overgrote deel is beschermde natuur: Staatsbosbeheer beheert 128 van de 162 Natura2000 gebieden in Nederland.
Het senior Boer salaris ligt het hoogst en het junior Boer salaris ligt het laagst.
Het inkomen van melkveebedrijven is in de periode 2013-2017 uitgekomen op gemiddeld 1.085 euro per hectare. Grotere boeren weten, met 1.227 bij 200 koeien en 1.047 euro bij rond de 100 koeien, meer inkomen per hectare te genereren dan kleinere boeren (761 euro bij gemiddeld 25 en 889 bij gemiddeld 50 koeien).
Het beroep boer is een mooi beroep, echter is het beroep boer tegenwoordig ook aan te merken als zwaar beroep. Dit heeft vooral betrekking op de economische omstandigheden. Het werken op een boerderij is tegenwoordig een stuk makkelijker geworden dan in het verleden, door de komst van moderne tractors en machines.
Het salaris van een melkveeboer ligt het laagst, het lag in 2021 zo gemiddeld op € 35.000 per jaar. De inkomsten van een pluimveehouder liggen een stuk hoger en kwamen in 2021 uit op ongeveer € 65.000 per jaar.
Het gemiddelde inkomen dat een boer uit zijn of haar bedrijf haalde is met 6 duizend euro gestegen, tot 57.000 euro in 2019. Maar dat komt door een paar sectoren waar het heel goed ging, terwijl er op andere plekken een stuk minder werd verdiend.
Er is tot 270 miljoen euro voor het stoppen met melkvee, 115 miljoen voor kippen en kalkoenen en 115 miljoen voor varkens. Daarnaast komt er een aparte regeling voor provincies die gericht veehouders in de buurt van door stikstofneerslag overbelaste Natura 2000-gebieden willen uitkopen.
Veebedrijven die niet willen verkopen, worden onteigend. Het transitiefonds met meer dan €17 miljard voor opkoop, treedt 1 juli 2023 in werking. Dan moet ook per gebied bepaald zijn wat daar de opgave is.
De huidige stikstofstrategie van het kabinet zal er volgens berekeningen van het ministerie van Financiën toe leiden dat 11.200 boerenbedrijven moeten stoppen en nog eens 17.600 boeren hun veestapel fors zullen moeten inkrimpen, met een derde tot bijna de helft.
Hij werkt als hoofddocent Voedsels- en Landbouwbeleid aan Wageningen University. "We hoeven niet bang te zijn dat we op korte termijn zonder voedsel komen te zitten. Pas als alle boeren van het één op het andere moment zouden stoppen, hebben we een probleem. Maar daar is geen sprake van."
De toegevoegde waarde van de primaire landbouw bedroeg in 2019 bijna 11 miljard euro, oftewel 1,4 procent van het bruto binnenlands product. Het volume van de toegevoegde waarde was in 2019 ruim 10 procent groter dan in 20093).
*10.30-13.00 Wisselende taken. Denk aan koeien naar een andere wei brengen, kalfjes die geboren worden (dit gebeurd uiteraard tussen alle werkzaamheden door) stallen opstrooien, erf onderhoud enzv. 14.00-15.30 De koeien voeren. Ze krijgen kuilgras (zomers afgemaaid) en mais en soms fruitpulp.
In de zomer bereidt de boer zich voor op de winter en verzamelt deze eten voor de dieren. De boer maakt bijvoorbeeld hooi en kuilgras van het gras in het weiland. In de winter eten de koeien en schapen dit dan op.
Veel vroeger werd er hele avonden gesponnen en geweven. In maart sloeg de boer, na uitrijden van de mest, de hand aan de ploeg. Dagenlang liep hij achter de ploeg met z'n paarden ervoor, over de es. Vervolgens werd de zomerrogge gezaaid en tegen het eind van de maand werd begonnen met het poten van de aardappels.