Beleidsstellingen. Bij beleidsstellingen moeten de voorstanders aantonen dat een nieuw beleid of plan moet worden uitgevoerd. In de stelling lees je dus al direct een concreet plan. Er komt een nieuwe regel, iets wordt verboden of juist verplicht.
Proeven met dieren voor onderzoek moet verboden worden. Ouders moeten verplicht één dag in de week voor hun kinderen zorgen. Roddelbladen moeten verboden worden. De regering moet roken verbieden.
Een stelling gebruik je in een debat of betoog. Je kunt van een stelling ook zeggen dat het prikkelt (een prikkelende stelling). Dat betekent dat sommige mensen het er helemaal niet mee eens zijn en sommige mensen het er wel helemaal mee eens zijn. Een prikkelende stelling is handig als je wilt discussiëren met elkaar.
Voorbeeld: Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt,, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen).
Wat is een betoog? Een betoog is een tekst waarin je duidelijk jouw mening geeft. Je schrijfdoel is om de lezer te overtuigen van die mening. Om dit te doen, geef je argumenten die jouw mening ondersteunen.
Standpunt: een taaluiting waarin een spreker of schrijver zijn mening over iets weergeeft. Argument: een taaluiting waarmee een spreker of schrijver zijn standpunt verdedigt tegen kritiek.
Goede argumenten voldoen aan twee eisen: Een goed argument is juist. Dat wil zeggen: het is waar wat je zegt. Een goed argument is daarnaast geldig: het gaat over het onderwerp van het meningsverschil en niet over iets anders.
Met een argument onderbouw je een standpunt (stelling of mening). Je vertelt waarom je iets vindt, waarom je het standpunt verdedigt, waarom je deze mening hebt. Met goede argumenten kun je anderen overtuigen om jouw visie te delen.
Je kunt beginnen met een grapje, een anekdote of een directe vraag aan de lezer (Baalt u ook zo van…). In het begin van het betoog formuleer je de mening (het standpunt, de stelling) die je zal gaan verdedigen in het essay. Zorg dat je krachtig overkomt en vermijd daarom woorden als 'wellicht, misschien, ik denk'.
In een betoog wil je, net als tijdens een debat, anderen overtuigen om jouw standpunt in te nemen. Dit doe je door argumenten te brengen die jouw (opgelegde) mening ondersteunen. Je gaat er in een betoog vanuit dat de lezer het oneens is met jouw standpunt óf nog geen mening heeft over het onderwerp.
Vrijwel altijd mogen deelnemers niet kiezen of ze voor of tegen de stelling zijn: de organisatoren van het debat delen het in. Dit betekent dat debaters dus zowel voor als tegen elke willekeurige stelling moeten kunnen debatteren.
Een gemiddeld betoog zou dan ook niet langer dan 20 minuten mogen duren. Althans, als de spreker graag wil dat de toehoorder er ook nog iets van onthoudt.
Een betoog wordt vaak in tekstvorm gepresenteerd. Het doel is een ander van een standpunt te overtuigen. Een betoog verschilt hierin van een beschouwing, waar men het geven van verschillende argumenten centraal stelt en aan het eind tot een gewogen oordeel komt.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: betoog (zn) : argumentatie, bewijsvoering, redenatie, redenering, sermoen, toespraak, uiteenzetting.
doet ter zake en ondersteunt je standpunt op een constructieve manier; weerlegt mogelijke tegenargumenten; is belangrijk en dwingend zodat de tegenpartij het niet zomaar naast zich kan neerleggen.
Hier leggen we je uit wat een drogreden is! Een drogreden is een foutief argument. Vaak lijken drogredenen aannemelijk, maar dat zijn ze niet. Een drogreden kan een fout argument zijn omdat een argumentatieschema niet goed gebruikt wordt of doordat er een discussieregel wordt overtreden.
Een mooie formule voor een goede slotzin is om terug te grijpen op de aandachtstrekker van het begin van je betoog. We noemen dit een cirkelrede: dit stijlmiddel maakt het betoog tot een afgerond geheel. Een ander stijlmiddel is om een boodschap, wens of laatste zin krachtig uit te spreken als drieslag.
Dan kun je ook kiezen voor slotzinnen: elke debater verteld dan in één zin waarom haar of zijn team het meest gelijk had in dit debat. De taak blijft dus wel hetzelfde: laten zien (aan de jury) wat de belangrijkste punten in het debat waren en dus een samenvatting geven.
Houd tijdens de discussie het hoofdonderwerp in de gaten. Als deelnemers afwijken, grijp dan in en stuur de discussie. Als de discussie dreigt te stokken, stel dan nieuwe vragen of geef een samenvatting. Als iemand zijn mening niet duidelijk verwoordt, stel vragen om verduidelijking te krijgen.