Deze problemen laten zich zien als automatiseringsproblemen(omkeringen letters/getallen of moeite met tafels) leesproblemen (trage lezers/ moeite met begrijpend lezen)spellingsproblemen en/of rekenproblemen.
Dyscalculie is een rekenstoornis. Dyscalculie betekent letterlijk slecht (dys) rekenen (calculie). Bij dyscalculie heeft het kind problemen in het automatiseren van kennis en vaardigheden. Hierbij gaat het met name om het automatiseren van rekenfeiten en de toepassing daarvan in strategieën en procedures.
Automatiseren betreft het vrijwel routinematig uitvoeren van rekenhandelingen. Memoriseren1 betreft het 'uit het hoofd kennen' van rekenfeiten. Goede automatisering van basisbewerkingen zorgt ervoor dat het werkgeheugen minder wordt belast bij complexere rekenopgaven.
Als leerlingen de basisbewerkingen hebben geautomatiseerd, hoeven zij hun werkgeheugen minder te belasten bij het uitrekenen van complexere opgaven. Een groter deel van het geheugen blijft dan beschikbaar voor het uitvoeren van niet-geautomatiseerde rekenhandelingen.
Als automatiseren langzaam gaat is meer oefening nodig. Oefenen kan door rijtjes sommen te maken, maar ook met spelletjes en games. Zo blijft oefenen leuk. Dagelijks 5 minuutjes oefenen heeft meer effect dan een keer per week 1 uur.
Automatiseren heet ook wel inoefenen. Bij automatiseren oefent een kind om kennis of vaardigheden op te halen zonder lang nadenken. Een voorbeeld hiervan zijn het inoefenen van de tafels van vermenigvuldiging. Of het veelvuldig toepassen van een rekenstrategie, zoals onder elkaar optellen.
De uitdaging van het automatiseren
Veel hoogbegaafde leerlingen hebben hier moeite mee. Dit komt omdat zij hun denken op een heel eigen manier ontwikkelen. De meeste kinderen leren vanuit het onthouden en begrijpen van de stof. Van daaruit kunnen ze de stof ook toepassen in andere contexten.
Met automatiseren bedoelen we het vrijwel routinematig uitvoeren van rekenhandelingen: voordat een antwoord gegeven wordt op een som voert de leerling snel enkele 'ingesleten' denkstappen uit (Freudenthal Instituut, 2008).
Dyscalculie is een complexe stoornis omdat bij rekenen meerdere hersengebieden worden gebruikt, waaronder ook het taalcentrum. Bij rekenen moeten kinderen tekst lezen en getallen herkennen, maar ook met symbolen als sterren en cirkels kunnen werken.
Signalen die wijzen op dyscalculie
tellen. vaak omkeren van getallen (51 in plaats van 15), cijfers verkeerd schrijven of lezen. moeite blijven houden met de plaatsing van getallen (is 12 meer of minder dan 10?) veel moeite met opdrachten waarbij ruimtelijk inzicht een grote rol speelt.
Als kinderen de basis van het lezen beheersen, het koppelen van klanken aan letters, is het belangrijk dat deze koppeling geautomatiseerd wordt. Automatiseren betekent bij lezen dat kinderen niet meer actief hoeven nadenken bij het zien van een letter, maar meteen kunnen benoemen welke klank erbij hoort.
Als leerlingen de tafels hebben geautomatiseerd, kunnen ze tafelsommen vlot en foutloos oplossen. Leerlingen hebben dan maximaal twee seconden nodig om een antwoord op te roepen. De automatisering van de tafels zorgt voor ruimte in het werkgeheugen voor andere bewerkingen.
Dyslexie en hoogbegaafdheid
Kinderen die zowel hoogbegaafd als dyslectisch zijn, zijn vaak te herkennen aan de volgende signalen: Veel spellingsfouten. Wel goed mondeling taalgebruik, maar schriftelijk wel problemen. Negatief beïnvloede prestaties (verveling, faalangst, enz.)
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Een gebrekkig tijdsbesef: weinig gevoel hebben voor de hoeveelheid tijd die verstrijkt en daardoor bijvoorbeeld vaak te laat komen. Leren klokkijken is vaak ook moeilijk omdat de kloktijden deze kinderen weinig zeggen. Woordvindingsmoeilijkheden: vaak niet op een woord of een naam kunnen komen.
Volgens Page 8 8 de auteurs van de Wereld in Getallen moet aan het einde van groep 4 een tempo van 15 tot 20 keersommen gemiddeld per minuut zijn bereikt. In de loop van groep 5 moet het memoriseren van de tafelproducten worden voltooid.
Het is dus mogelijk om beter te worden in rekenen door sommen te oefenen, bijvoorbeeld met brain training in de vorm van rekenspelletjes. Op deze manier kan je bijvoorbeeld dagelijks tien minuten op een leuke manier oefenen. Dit kan bijvoorbeeld met onze brain games Buble en Operator, of met een van onze tests.
Oefenen vergroot de kans op succes
' Wie meer trainde dan toegestaan, was in overtreding en kon worden geschorst. Oefenen vergroot de kans op succes en dient daarom een essentieel onderdeel van ons onderwijs te zijn.
Hoogbegaafde kinderen leren top-down, dat geldt voor uitzonderlijk begaafde kinderen nog extremer. Ze leren dus van teksten, naar woorden, naar letters. En niet andersom, zoals op scholen wordt aangeboden.
Wat heeft een hoogbegaafd kind van zijn omgeving nodig om zich optimaal te kunnen ontplooien? De belangrijkste behoeften van het kind zijn: Gezien, geaccepteerd en gewaardeerd worden zoals het is. Autonomie, ruimte om zelf te kiezen, zelf te ontdekken, zelf te ervaren en de dingen op een eigen manier te doen.
Rekenproblemen voorkomen en oplossen door veel oefenen
Een manier om rekenproblemen aan te pakken of te voorkomen is veel oefenen, waardoor de kennis en vaardigheden geautomatiseerd worden. Herhalen, herhalen en nog eens herhalen dus!
Goed kunnen splitsen is namelijk een voorwaarde om te kunnen rekenen met grotere getallen. Splitsen is ook belangrijk bij het automatiseren (het vlot en goed antwoord geven op een som). En automatiseren is weer belangrijk bij het oplossen van grotere en andere sommen (bijvoorbeeld breuken en procenten).