als trefwoord met bijbehorende synoniemen: voorbeeld (zn) : illustratie, monster, proef, proefstuk, prototype, staal, staaltje.
Een rolmodel is een persoon of een type persoon of persoonlijkheid die een voorbeeldfunctie vervult voor een bepaalde groep mensen. Hierbij kan men denken aan een bepaalde acteur, heerser, kunstenaar, politicus, verzetsheld, goeroe enz.
(1) Een persoon of zaak die model staat voor iets; (2) Een praktijk die navolging verdiend. 1) Beeld 2) Concept 3) Exembel 4) Exempel 5) Grondvorm 6) Illustratie 7) Les 8) Maat 9) Mal 10) Model 11) Model voor het kunstwerk 12) Monster 13) Ontwerp 14) Paradigam 1...
Een voorbeeld is een exemplaar van een type object of een verbeelding van een concept, dat voor de verzameling objecten of het concept zelf in de plaats treedt om een abstract idee toe te lichten met een concrete voorstelling. Een tegenvoorbeeld illustreert de ontkenning van het idee.
Synoniemen zijn woorden die dezelfde of een ongeveer gelijke betekenis hebben, bijvoorbeeld bevolking en populatie, huis en woning, weer en opnieuw. Synoniemen zijn nuttig omdat ze voor afwisseling en stilistische verfraaiing van een tekst zorgen, maar ze kunnen ook tot verwarring en stijlbreuken leiden.
Wat zijn synoniemen? Woorden noemen we synoniem als ze (ongeveer) hetzelfde betekenen. Een synoniem noemen we ook wel evenwoord. Evenwoord is dus een synoniem van het woord synoniem!
Een tautologie is een combinatie van woorden die hetzelfde betekenen. Vaak gaat het om synoniemen die elkaar kunnen vervangen, waardoor je iets dubbelop zegt. Een tautologie kan een stijlfiguur of stijlfout zijn, afhankelijk van de inburgering of verstening van de gebruikte combinatie.
Signaalwoorden: want, doordat, daardoor, waardoor, dat komt door, als gevolg van, ten gevolge van. Voorbeeld: soms geeft de docent op vrijdag huiswerk voor maandag, waardoor mijn weekendplannen in het water vallen.
Een metafoor (de metafoor, metaforen)(soms: Metafora) is een overdrachtelijke uitdrukking. Een vergelijkingsbeeldspraak waarbij op grond van een impliciet gemaakte vergelijking het beeld volledig in de plaats van het object komt.
Toelichting/voorbeeld: zoals, bijvoorbeeld, zo, een voorbeeld, dat blijkt uit, dat komt voor bij, ter illustratie, onder andere, neem nou, u kent het wel, ter verduidelijking. Volgorde: eerst, vervolgens, dan, daarna, later, voorafgaand, toen, terwijl, voordat, nadat, zodra, intussen, vroeger.
Een zinsdeel kan uit één woord bestaan, maar ook uit meerdere woorden. Je kind kan bij redekundig ontleden te maken krijgen met de volgende zinsdelen: persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepalingen en bijvoeglijke bepalingen.
De kenmerken van een zin zijn de aanwezigheid van een onderwerp en een persoonsvorm. Alleen in een bepaalde context kan uit een zin een of beide onderdelen worden weggelaten. Zo bestaat in het Nederlands de eenwoordzin "Brand!".
De antoniem is dus het tegenovergestelde van een synoniem: als twee woorden hetzelfde betekenen. Een antoniem is een exacte tegenstelling. Zo zijn bijvoorbeeld hard en zacht antoniemen, omdat ze het tegenovergestelde van elkaar betekenen.
Een imitator is een entertainer die bekende personen qua stem of mimiek nadoet, zodat zijn publiek amper verschil hoort. Dit wordt meestal gedaan door komieken, met de bedoeling op het gevoel van herkenning bij het publiek te spelen en hen zo aan het lachen te brengen.
1ze·ker (onbepaald voornaamwoord) 1niet nader aan te duiden: tot op zekere hoogte heeft hij gelijk; een zekere Jansen 2ze·ker (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: zekerder, overtreffende trap: zekerst) 1veilig, buiten gevaar2vaststaand, waaraan niet valt te twijfelen: de overwinning is zeker3vast ...
Dat verwijst naar enkelvoudige het-woorden. Wat verwijst naar onbepaalde voornaamwoorden, overtreffende trappen, hele zinnen en een hoedanigheid. Welke verwijst naar enkelvoudige de-woorden en meervoudige de-/het-woorden.
Voegwoorden zijn woorden die zinnen met elkaar verbinden, en voegwoorden geven ook aan wat het verband is tussen twee zinnen. Voorbeelden van voegwoorden zijn: 'maar', 'want', 'omdat', 'doordat', 'en', 'dus' en 'of'.
Een tautologie bestaat uit twee of meer woorden (meestal van dezelfde woordsoort) die hetzelfde betekenen (bijvoorbeeld: daarnaast ... ook en altijd en eeuwig). Een pleonasme is een uitdrukking waarin het ene woord iets benoemt wat ook al in het andere woord besloten ligt (bijvoorbeeld: oude bejaarde en nat water).
Homoniemen zijn woorden die er hetzelfde uitzien en hetzelfde klinken, maar een verschillende betekenis hebben. Bijvoorbeeld bank (om op te zitten) en bank (als geldinstelling).
Voorbeelden van palindromische woorden zijn: kok, lepel, level, negen, meetsysteem en parterretrap.
Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. Het woord is afgeleid uit het Grieks: anti ("tegen"), onoma ("naam, benoeming").
Door het gebruik van synoniemen wordt een tekst minder eentonig en voelt deze een stuk natuurlijker aan, dan wanneer je eenzelfde woord twintig keer herhaalt. Synoniemen kunnen je ook helpen een tekst kernachtiger en minder wollig te maken. Denk aan: 'tevens' -> 'ook', 'doch' -> 'maar' en 'omtrent' -> 'over'.
Mits is een formeel woord dat vooral in geschreven taal voorkomt. Meestal kunt u een gewoner synoniem gebruiken: als … (tenminste), op voorwaarde dat, voor zover, alleen als. Hij kan aan de wedstrijd deelnemen, als hij zich tenminste op tijd inschrijft.