De gevolgen van een te hoge ALAT waarde kunnen zijn: Vermoeidheid: Leverproblemen kunnen leiden tot een algemene vermoeidheid en zwakte. Geelzucht: Een ophoping van bilirubine in het lichaam kan leiden tot een gele verkleuring van de huid en ogen. Buikpijn: Met name in de rechter bovenbuik, waar de lever zich bevindt.
De referentiewaarde (normale waarde) ALAT is voor mannen < 45-50 U/l en voor vrouwen < 35-40 U/l. - Bij virale hepatitis kan de ALAT-waarde stijgen tot 10-50 maal de bovengrens van normaal, - Bij alcoholische hepatitis ligt de ALAT-waarde meestal twee- tot achtmaal hoger.
ASAT komt in tegenstelling tot ALAT in veel verschillende cellen in het lichaam voor, met name in hart en skeletspieren, dus niet alleen in de lever. Daarom is ASAT een minder goede marker dan ALAT om als eerste te meten bij de verdenking op een leverziekte.
Veel hangt af van de reden(en) voor de verhoogde ALAT-activiteit in het bloed. Wanneer de oorzaak hiervan alcoholmisbruik is, zal het stoppen of matigen van alcoholgebruik helpen om de lever te herstellen en de ALAT-waarden te verlagen.
Patiënten met leverkanker kunnen verhoogde concentraties van AFP in hun bloed hebben. Het is belangrijk te begrijpen dat sommige patiënten met leverkanker geen verhoogde AFP zullen hebben. Een verhoogde AFP kan bovendien ook aanwezig zijn in andere aandoeningen.
Een > 2 x bovengrens verhoogde ASAT en ALAT of een ratio ASAT/ALAT > 1,5 kan duiden op aanwezige, ernstige alcohol gerelateerde leverschade, maar past ook bij ziektebeelden als NAFLD en NASH, obesitas, hart en skeletspier aandoeningen of hepatitis van virale of toxische oorsprong.
0-45 is de normale waarde voor de ASAT en ALAT. Deze normaal- of referentiewaarden kunnen per laboratorium iets verschillen. Een waarde boven de 45 wordt als afwijkend beschouwd.
Komen de verhoogde (lever)waarden door te veel alcohol drinken? Dan dalen ze als je stopt met alcohol drinken. De CDT is na vier tot zes weken niet drinken weer normaal. De ASAT, ALAT, Gamma GT en MCV zijn na twee tot drie maanden niet drinken weer normaal.
Wanneer je last hebt van je lever, kun je een vage, meestal milde pijn voelen in je rechterbuik in het gebied rondom de lever. Ook is het mogelijk dat je last hebt van je spieren.
Bij mensen met licht verhoogde ALT-waarden (< 3x de bovengrens) moet de arts de rol van alcohol en obesitas inschatten. Bij dagelijks alcoholgebruik van > 40 gr bij vrouwen en > 60 gr bij mannen zal de arts denken aan door alcohol veroorzaakte leverschade en zo nodig levensstijladvies geven.
ALAT testen
Met een bloedtest kun je inzicht krijgen in je ALAT gehalte. In een lever en nieren test wordt naast ALAT ook ASAT, Gamma GT, Alkalische fosfatase, Bilirubine, Albumine en Creatinine getest. ALAT is ook een onderdeel van de Totaalprofiel XL bloed test.
Als de lever onvoldoende zijn afvalstoffen kwijt kan of hard moet werken gaat je lichaam daarop reageren. Dit zal diverse klachten kunnen opleveren zoals: Vermoeidheid. Pijnklachten zoals hoofdpijn en rugklachten.
Vermijd kant-en-klaar: Eet liever geen kant-en-klare maaltijden, hartige snacks zoals kroketten, soep uit pak of blik, gemarineerde, gepaneerde of gekruide vleessoorten en groenten uit blik of pot. Deze producten bevatten veel zout.
Een verhoogde ALAT activiteit kan worden gebruikt al screenende test op een leveraandoening. Verhoogde waarden kunnen wijzen op leverschade.
Bij gezonde personen wordt slechts een kleine hoeveelheid lipase in het bloed gevonden. De normale waarden of referentie waarden kunnen per laboratorium verschillen. Uw arts zal daarmee rekening houden. De bovengrens van de referentiewaarde ligt meestal rond de 70 kU/l.
ALAT (= ALT, GPT) ASAT (= AST, GOT) GGT (= gamma-GT) Alkalische fosfatase (= AF, AP, ALKP)
De uitslag van de test wordt afgezet tegen de Gamma GT normaalwaarden. Bij mannen is de Gamma GT normaalwaarde < 45 U/l en bij vrouwen < 35 U/l. Blijkt uit de test dat sprake is van een verhoogd Gamma GT dan kan dit duiden op een probleem met de lever. Bij een te hoge waarde wordt aangeraden om een arts raad te plegen.
De gemiddelde leeftijd op het moment van de diagnose ligt tussen de 50 en 60 jaar. In Azië en Afrika wordt de diagnose meestal al gesteld tussen de 40 en 50 jaar. WAT ZIJN DE OORZAKEN VAN LEVERKANKER?
Veel tumormarkers kunnen ook verhoogd zijn als er geen sprake is van kanker, maar van een andere aandoening of omstandigheid. Voorbeelden zijn CEA bij rokers, bèta-humaan choriogonadotrofine (bHCG) bij marihuanagebruik en cancer antigen 15-3 (CA15-3) bij sarcoïdose en eierstokcysten.
In sommige gevallen kan de lever zo groot worden dat de lever drukt op andere organen. Hierdoor kunnen wel klachten ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn buikpijn, een opgezette buik, kortademigheid, misselijkheid en snelle verzadiging na het eten. In zeldzame gevallen kunnen er problemen ontstaan door de aandoening.