Actief kiesrecht is het recht om te stemmen, passief kiesrecht het recht om gekozen te worden. Meestal heeft iemand met actief kiesrecht ook passief kiesrecht, maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. In Nederland en België zijn in principe alle meerderjarige burgers kiesgerechtigd voor politieke verkiezingen.
Algemeen kiesrecht of algemeen stemrecht is het systeem waarbij iedere burger kies- of stemrecht mag uitoefenen. De meeste Europese landen hebben een systeem waarbij het stemrecht slechts toegekend wordt aan personen boven een bepaalde arbitraire leeftijdsgrens.
Iedere Nederlander heeft gelijkelijk recht de leden van algemeen vertegenwoordigende organen te verkiezen alsmede tot lid van deze organen te worden verkozen, behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.
De kiesdeler is bij verkiezingen het totaal aantal stemmen gedeeld door het aantal zetels dat te verdelen is. Bij een kiessysteem van evenredige vertegenwoordiging is dit in principe ook het aantal benodigde stemmen per te behalen zetel. = 100.000. Voor elke 100.000 behaalde stemmen krijgt een partij dan 1 zetel.
Eerste Kamer in vogelvlucht
De Eerste Kamer bestaat uit 75 leden. Zij worden niet rechtstreeks door de Nederlandse bevolking gekozen, maar door de leden van provinciale staten en de leden van kiescolleges in Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
In moderne democratieën is het kiesrecht een van de belangrijkste rechten die verbonden zijn aan het staatsburgerschap.
Iedereen heeft het recht om samen met anderen een groep te vormen. Maar de groep mag de openbare orde niet in gevaar brengen. Dit artikel geeft inwoners van Nederland de vrijheid samen met anderen een groep te vormen. Bijvoorbeeld een politieke partij of een vakbond oprichten.
1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
Tijdens verkiezingen voor de gemeenteraad, Europese Unie et cetera kan er ook blanco gestemd worden. Een blanco stem wordt in Nederland wel meegerekend in het opkomstpercentage, maar heeft geen invloed op de uitslag van de verkiezingen.
In Turkije mogen vrouwen zich verkiesbaar stellen. In Portugal krijgen vrouwen beperkt kiesrecht. Op de Filipijnen krijgen vrouwen stemrecht. Vrouwen in de Nederlandse Antillen en Suriname mogen zich verkiesbaar stellen.
De opkomstplicht voor verkiezingen is te onderscheiden van de stemplicht, waarbij men verplicht is ook daadwerkelijk een stem uit te brengen. De opkomstplicht bestaat nog in een beperkt aantal landen.
Nederland kent formeel geen kiesdrempel, al is er wel een regel dat een partij die geen reguliere zetel heeft gehaald ook geen kans op een restzetel maakt, wat dus (voor de Tweede Kamerverkiezingen) equivalent is aan een kiesdrempel van 2/3 procent van de stemmen.
Vrouwenkiesrecht in Nederland is het recht van vrouwen in Nederland om bij verkiezingen te stemmen en verkozen te worden. Nederlandse vrouwen kregen in 1917 passief kiesrecht en in 1919 actief kiesrecht. Sinds 28 september 1919 heeft Nederland algemeen kiesrecht.
Artikel 10
1 Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn persoonlijke levenssfeer.
Overtreding van artikel 8 WVW is een misdrijf. De maximumstraf die op het misdrijf is gesteld, is een gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden en/of een geldboete van de derde categorie (art. 176 lid 3 WVW).
Artikel 8. Recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven. 1 Een ieder heeft recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.
Er zijn 2 soorten grondrechten: Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod. Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten.
Absolute grondrechten zijn grondrechten die niet beperkt kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn het verbod op foltering uit artikel 3 van het EVRM. Deze mogen dus nooit beperkt worden ook niet tijdens een noodtoestand.
De coalitie werd gevormd door Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD), Democraten 66 (D66), Christen-Democratisch Appèl (CDA) en ChristenUnie (CU), dezelfde partijen als het voorgaande kabinet-Rutte III.
Het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer heet het presidium en bestaat geheel uit Tweede Kamerleden. Het staat onder leiding van de voorzitter, ook een Tweede Kamerlid.
Ieder Kamerlid mag een minister of staatssecre- taris ter verantwoording roepen en mondelinge of schriftelijke vragen stellen. Dit heet het recht van interpellatie. Een minister of staatssecretaris is verplicht antwoorden te geven op deze vragen.