We moeten 152, 137, 245 en 354 afronden naar het dichtstbijzijnde 100-tal, wat betekent dat je elk getal af moet ronden naar het dichtstbijzijnde meervoud van 100.
1 decimaal is op 1 getal achter de komma, bij twee logischerwijs maar twee getallen.
HD = honderdduizendtallen - 100.000, 200.000 etc. TD = tienduizendtallen - 10.000, 20.000 etc. D = duizendtallen - 1.000, 2.000 etc. H = honderdtallen - 100, 200 etc.
Als je af moet ronden op tientallen, dan moet je eerst kijken naar het getal rechts van het tiental. Dat getal is een 5. Bij het afronden gelden altijd deze regels: Is het getal een 4 of lager, dan rond je af naar beneden.
2 Antwoorden. Het meest gebruikelijk is om met drie cijfers achter de komma te werken. mits die mate van nauwkeurigheid gerechtvaardigd is gegeven je meetprocedure. Zet een 0 voor de punt of komma als het ook een andere getal zou kunnen zijn.
het honderdtal zelfst. naamw. Verbuigingen: honderdtallen 1) aantal van honderd 2) cijfer dat de honderden aanwijst Bron: WikiWoordenboek.
Elk stukje van 0,01 is een honderdste en staan op de tweede plek achter de komma. Een honderdste zoals dat van 0,01 naar 0,02 kun je ook weer in 10 stukjes verdelen. Elk stukje van 0,001 is een duizendste en staan op de derde plek achter de komma. Hoe verder het cijfer achter de komma staat, hoe minder het waard is.
Het honderdtal verandert dus van een 3 in een 4. Alle getallen rechts van het honderdtal worden een 0.
Zo is 50% te schrijven als het kommagetal 0,5. Of als de breuk 1/2. Dit komt overeen met een verhouding van 1 staat tot 2.
Het getal 10,67891434 wordt 10,7. Afronden op twee decimalen betekent dat er maar 2 cijfers achter de komma mogen staan, afronden op 3 decimalen betekent dat er maar 3 cijfers achter de komma mogen staan en ga zo maar door!
Je kijkt naar het eerste cijfer dat je niet meer laat staan:
Je rondt naar beneden af. - Is dit cijfer een 5, 6, 7, 8 of 9 dan verhoog je het laatste cijfer dat je laat staan met 1. Je rondt naar boven af.
Schrijf je 1 cijfer na de komma, dan rond je af 'op een tiende' of 'op 1 decimaal'. Schrijf je 2 cijfers na de komma, dan rond je af 'op een honderdste' of 'op 2 decimalen'.
Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee.
Een talstelsel, getallenstelsel of getallensysteem is een wiskundig systeem om getallen voor te stellen. Oorspronkelijk was een talstelsel een systeem om te tellen. Omdat tellen het opnoemen van (natuurlijke) getallen inhoudt, kwam vanzelf de manier van noteren van die getallen aan de orde.
De eerste twaalf getallen zijn: 0, 0, 1, 0, 2, 0, 2, 2, 1, 6, 0, 5, … Het eerste getal is per definitie 0.
Het gaat eerder over iets waar 10 exemplaren van zijn. Of, iets abstracter, de gehele getallen 1 t/m 10 vormen een tiental, de getallen 11 t/m 20 ook. (Maar 10 t/m 19 ook!) Ook kun je zeggen dat de getallen 10, 20, 30 enz. de tientallen zijn.
Na duizend en miljoen komen miljard, biljoen en biljard, triljoen en triljard.
Achter de komma staan alle getallen, die kleiner zijn dan een hele. Het eerste getal achter de komma, staat op de plek van de tienden. De 2 stelt dus 2 tienden voor.
Volgens een kennis is, vanuit de wiskundewetten gezien, 1 gedeeld door 0 gelijk aan oneindig.
Als je af moet ronden op duizendtallen, dan moet je eerst kijken naar het getal rechts van het duizendtal. Dat getal is een 3. Bij het afronden gelden altijd deze regels: Is het getal een 4 of lager, dan rond je af naar beneden.
Je legt uit dat je een kommagetal af kunt ronden op tienden, door te kijken naar het cijfer dat achter de tienden staat, het aantal honderdsten. Dit is het tweede cijfer achter de komma. Is het cijfer lager dan 5, dan blijft het aantal tienden hetzelfde. Is het cijfer 5 of hoger, dan komt er 1 tiende bij.