Bij dyslexie hebben kinderen moeite met lezen, spellen en schrijven. Leesproblemen Mensen met dyslexie hebben moeite met lezen. In jezelf lezen gaat vaak goed. Maar het hardop lezen van woorden of een tekst is erg moeilijk.
Jongens en meisjes met dyslexie hebben moeite met lezen, schrijven en spellen. Dat is een handicap. De hersenen van mensen met dyslexie werken niet zoals bij andere mensen. Mensen met dyslexie kunnen er niets aan doen dat ze dat hebben.
Hoewel er voor 1872 al wel gevalsbeschrijvingen bekend waren van mensen die hun vermogen tot lezen hadden verloren, was de Duitse arts Berlin uit Stuttgart vermoedelijk de eerste die de term 'dyslexie' gebruikte voor een man die zijn vermogen tot lezen was verloren door een hersenbeschadiging.
Onderzoek. Al in 1881 werd de aandoening door Oswald Berkhan beschreven, maar het was Rudolf Berlin die in 1887 hiervoor de term 'dyslexie' bedacht.
Over de oorzaken van dyslexie is wetenschappelijk geen eenduidigheid, maar duidelijk is, dat meerdere factoren een rol spelen. Dyslexie is een onzichtbare handicap, die in het onderwijs helaas nog steeds voor veel problemen zorgt. Dyslexie gaat niet over, maar speelt een rol in de hele levensloop.
Vaak wordt de diagnose dyslexie al bij kinderen gesteld. Dyslexie is een hersenaandoening en houdt niet op bij het bereiken van volwassenheid.
Mensen met dyslexie hebben vaak een sterk ontwikkeld visueel geheugen. Dit helpt om innovatief en creatief te denken. Ook leggen ze sneller verbanden en leren ze om zichzelf op een andere manier uit te drukken dan met taal.
Voor het vaststellen van ernstige dyslexie (ED), moet sprake zijn van een score bij de laagste 10% op technisch lezen of bij de laagste 16% op lezen én laagste 10% op spellen. Vervolgens is de hardnekkigheid van de lees- en/of spellingproblemen een belangrijke aanwijzing voor dyslexie.
Albert Einstein en Leonardo da Vinci hadden dyslexie. Dat is niet zomaar toeval, volgens de auteurs van Dyslexie als kans. Mensen met dyslexie hebben namelijk een andere hersenstructuur. Die zit ze vaak in de weg, maar biedt ook grote voordelen.
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv. verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv. ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv. dt-fouten).
Gevolgen dyslexie
Taalproblemen kunnen leiden tot slechte leerprestaties, grote frustraties, een negatief zelfbeeld en faalangst. Hierdoor kunnen kinderen gaan twijfelen over de eigen intelligentie, terwijl deze stoornis niks hoeft te zeggen over het intelligentieniveau van het kind.
Meestal worden de kenmerken van dyslexie duidelijk vanaf een jaar of 7. Kinderen hebben dan moeite met klanken in de goede volgorde zetten, zoals dorp of drop. Maar ook bij cijfers: 12 en 21. Kinderen kunnen de letter d en b door elkaar halen, vinden hardop lezen vaak niet leuk en lezen vaak 'radend'.
Ten eerste kun je problemen hebben met het herkennen van het visuele woordbeeld. Daarnaast kun je ook moeite hebben met het begrijpen van taal en klanken. Veel kinderen overwinnen hun dyslectische problemen, maar kunnen als volwassenen subtiele problemen met lezen en schrijven hebben.
'Dys' betekent 'beperkt' en 'lexis' betekent woord. Mensen met dyslexie hebben moeite met het lezen of schrijven van woorden, of met beide. Wie dyslexie heeft, is niet minder intelligent dan iemand zonder dyslexie. Alleen bij het koppelen van letters en klanken werken de hersenen anders dan bij mensen zonder dyslexie.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.
Lees- en/of spellingproblemen
Ze lezen vaak middels 'hakken en plakken', spellend of radend en niet vloeiend. Ze schrijven slordig, schrijven woorden op het gehoor (fonetisch) en maken in dictees veel fouten. Ze automatiseren de letters niet, halen letters door elkaar of spiegelen letters (b/d).
Je kunt op basis van de uitslag op een IQ-test zien of bij ie- mand sprake is van dyslexie. Het klopt dat mensen met dyslexie op sommige taken bij een IQ-test als groep minder goed presteren.
Er is sprake van Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) als de leerachterstand in lezen en/of spellen erg groot is, ondanks extra instructie op school. Ook moet er in onderzoek zijn aangetoond dat er sprake is van ernstige dyslexie. Een orthopedagoog of psycholoog kan vaststellen of iemand ernstige dyslexie heeft.
De dyslexie zal nooit helemaal overgaan. Het is aannemelijk dat de leerling nog steeds in aanmerking komt voor ondersteuning op niveau 2, en wellicht ook op niveau 3. Met de behandelaar kan worden afgestemd over de manier van oefenen en welke materialen daarvoor geschikt zijn.
Dyslexie gaat nooit over. Je kunt wel leren om er minder last van te hebben. Daarnaast kan het veel oefenen helpen om steeds iets beter te worden in het lezen en spellen. Niet ieder kind met dyslexie heeft veel moeite met zowel het lezen als de spelling.
Wat is dyslexie eigenlijk en waar lopen kinderen met dyslexie tegenaan? Dyslexie is een ernstig probleem in lezen en/of spellen. Kinderen met dyslexie lezen vooral traag en maken veel spelfouten. Ze hebben daardoor moeite om teksten te begrijpen en te schrijven, en hebben meer last van angst en depressieve gevoelens.
Nee, er is geen centraal register voor dyslexieverklaringen. U kunt een kopie opvragen bij degene die de dyslexieverklaring heeft afgegeven.
In Vlaanderen komt dyslexie bij ongeveer 5% van de bevolking voor (Desoete, 2017). Daarnaast zijn de prevalentiecijfers ook afhankelijk van de orthografie. Dit is de mate van overeenkomst tussen een letter en de klank.