Rechtsregels zijn dwingend als elke afspraak die ervan afwijkt nietig is. Soms staat in het Burgerlijk Wetboek dat van een bepaling mag worden afgeweken bij CAO. Dat noemen wij driekwart dwingend recht. Ook komt het voor dat van een bepaalde regel bij individuele overeenkomst mag worden afgeweken.
Dwingend recht zijn wettelijke bepalingen waarvan niet mag worden afgeweken door partijen. Deze regels dienen veelal ter bescherming van een “zwakkere” partij zoals een huurder, werknemer of. » Meer over consument consument.
Een algemeen onderscheid binnen het arbeidsrecht is dat tussen regelend en dwingend recht. Het is niet toegestaan van dwingend recht af te wijken, terwijl regelend recht enkel geldt voor zover partijen niets anders zijn overeengekomen. Dat is de hoofdregel.
*Heel hoofdstuk 8 van de Awb is een vorm van dwingend recht.
Dit zijn regels waarvan in de wet staat dat deze in het contract moeten. Deze regels mogen dus nooit veranderd worden. Dit is dus anders dan bij regelend recht.
De regels van dwingend recht dienen om bepaalde (private) belangen te beschermen. Zo zijn er regels om de zwakkere partij te beschermen, zoals bijvoorbeeld huurders, consumenten en werknemers. Daarnaast zijn er ook regels om derden te beschermen.
Bepalingen van bijzonder dwingend recht zijn bepalingen aan de inachtneming waarvan een staat zo veel belang hecht voor de handhaving van zijn openbare belangen, zoals zijn politieke, sociale of economische organisatie, dat zij moeten worden toegepast op elk geval dat onder de werkingssfeer ervan valt, ongeacht welk ...
Rechtsregels die van kracht zijn als partijen ter zake niets zijn overeengekomen en die de overeenkomst aanvullen. Bronnen van aanvullend recht zijn: de wet,gewoonte, onvoorziene omstandigheden, en redelijkheid en billijkheid.
De Awb bevat algemene regels over de verhouding tussen bestuursorganen en belanghebbenden bij het voorbereiden, nemen en toepassen van besluiten. De Awb is daarom ook voor de toepassing van de Archiefwet 1995 van belang.
Ingevolge artikel 1:1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb is een orgaan van een privaatrechtelijke rechtspersoon een bestuursorgaan als dat orgaan met openbaar gezag is bekleed.
dwingend bijv. naamw. Uitspraak: [ 'dwɪŋənt ] Afbreekpatroon: dwin·gend 1) als je (iemand) dwingt Voorbeeld: 'dwingend gedrag vertonen' Synoniem: autoritair 2) als je (iemand) dwingt Voorbeeld: '(van een voorschrift, recht enz.)
Van driekwart dwingend recht is sprake wanneer in een wettelijke bepaling staat dat het mogelijk is om in de cao een afwijkende afspraak te maken. Een voorbeeld van zo'n bepaling is de ketenregeling (artikel 7:668a BW).
Bij vijfachtste dwingend recht kan de bestuurder alleen afwijken in samenspraak met een medezeggenschapsorgaan, zoals de ondernemingsraad. Dit type regelend recht is onder meer terug te vinden in de Wet arbeid en zorg en in de Wet aanpassing arbeidsduur.
Het arbeidsrecht kent een aantal artikelen van dwingend recht. Dit betekent dat niet van die wettelijke bepalingen afgeweken mag worden. Wanneer wel mag worden afgeweken van de wettelijke bepalingen is sprake van regelend recht.
Van sommige bepalingen in de wet mag in de individuele arbeidsovereenkomst worden afgeweken, mits dat maar schriftelijk gebeurt. De wettelijke bepaling geeft aan wanneer dat mag. Voorbeeld van semi-dwingend recht zijn de bepalingen over de opzegtermijnen.
De bepalingen aangaande de transitievergoeding zijn van dwingend recht. Dat betekent dat daarvan niet mag worden afgeweken.
Bestuursrecht gaat over besluiten die te maken hebben met de overheid. Voorbeelden van bestuursrecht zijn uitkeringen, vergunningen, dwangbevel, planschade etc. Indien u het niet eens bent met een besluit van de overheid, bezwaar gemaakt heeft en dat is afgewezen, kunt u een beroep doen bij de bestuursrechter.
Het bestuursrecht valt onder te verdelen in vele deelgebieden. Bijvoorbeeld het ambtenarenrecht, het belastingrecht, sociaal zekerheidsrecht, het milieurecht, de ruimtelijke ordening en het bouwrecht. De advocaten van Te Biesebeek hebben zich in het bijzonder toegelegd op de laatstgenoemde drie rechtsgebieden.
Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. 2. Ten aanzien van bestuursorganen worden de hun toevertrouwde belangen als hun belangen beschouwd.
Artikel 5:116 BW - Aanvullend recht - Wetboek+
Objectief recht is het geheel van rechtsregels en normen, zoals die voortvloeien uit wetgeving, rechtspraak en gewoonten. Het begrip subjectief recht kan worden omschreven als een in het rechtssysteem erkende bevoegdheid om naar eigen goeddunken bepaalde handelingen te stellen.
In het materieel recht wordt bepaald hoe (rechts)personen zich naar elkaar toe moeten gedragen in hun onderlinge verkeer. Tegenover het materieel recht staat het formeel recht, ofwel procesrecht. Formeel recht betreft de wijze waarop materieel recht wordt gehandhaafd.
Is er sprake van gebondenheid aan een cao, of is een cao algemeen verbindend verklaard, dan zal het dwingende karakter hiervan maken dat er van de inhoud van het reguliere arbeidsrecht kan of zelfs moet worden afgeweken.
Objectief toepasselijk recht
Doorgaans is dit het recht van het land waar de werknemer gewoonlijk werkt. Soms kan het gewoonlijk werkland eenvoudig worden vastgesteld, maar soms is dit ingewikkelder. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als de werknemer in verschillende landen werkt.
Het verdrag over het recht dat van toepassing is op contractuele verplichtingen is op 19 juni 1980 in Rome opengesteld voor ondertekening door de negen landen die op dat moment lid waren van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), die inmiddels is omgevormd tot de EU. Het verdrag is ingegaan op 1 april 1991.