Dus kan als voegwoordelijk bijwoord en als nevenschikkend voegwoord worden gebruikt. Als dus als bijwoord vóór de persoonsvorm staat, komt het onderwerp door inversie na de persoonsvorm. Bij het voegwoord is er geen inversie. Dat grammaticale verschil houdt geen verschil in betekenis in.
aldus bijwoord Uitspraak: [ɑlˈdʏs] 1) op deze manier Voorbeeld: `Hij wenste per schip te reizen en aldus gebeurde het. `Synoniem: zo 2) als gezegd door Voorbeeld: `We moeten meer bezuinigen, aldus de minister.
Nevenschikkende en onderschikkende voegwoorden
Nevenschikkende voegwoorden leggen een verband tussen twee hoofdzinnen, zinsdelen, woorden of woordgroepen, onderschikkende voegwoorden leggen een verband tussen een hoofdzin en een bijzin. Nevenschikkend zijn bijvoorbeeld en, maar, of, dan (wel), dus en want.
– Na het voegwoord “dus” staat het gevolg van de zin die voor het voegwoord “dus” staat. – Het onderwerp (=wie) en de persoonsvorm (=het vervoegde werkwoord, wat doet “wie”) staan beide na elkaar, direct achter het voegwoord “dus”. Voorbeeld: Ik moet thuis nog veel dingen doen, dus ik ga nu snel naar huis.
Dus hoeft niet aan het begin van de zin te staan: Ik moest dus van het fietspad af. En dus kan ook gebruikt worden in combinatie met een oorzaak of reden: O, daarom moest je dus van het fietspad af.
Voegwoorden zijn en, maar, want, dat, omdat etc. Het zijn woorden die zinnen met elkaar verbinden. Als je twee of meer gelijkwaardige zinnen met elkaar wilt verbinden, gebruik je een nevenschikkend voegwoord (en, maar, want).
Zelfstandige naamwoorden (zoals maanden) kunnen twee types van bijzinnen bij zich hebben, die erg op elkaar lijken: een bijzin ingeleid door een betrekkelijk voornaamwoord (die of dat) of een bijzin ingeleid door een onderschikkend voegwoord (dat).
Een scriptie die veel spreektaal bevat, kan worden afgekeurd door begeleiders. Probeer daarom te voorkomen dat je: Vulwoorden en dubbelingen gebruikt (zoals “tevens ook”) Vaag taalgebruik gebruikt (“men zegt dat” – wie is men?)
1) Alzo 2) Bijgevolg 3) Bijwoord 4) Dientengevolge 5) Dus 6) Ergo 7) Lettertype 8) Op deze manier 9) Op deze wijze 10) Op die manier 11) Op die wijze 12) Sic 13) Volgens ...
Links staat het schrijftalige woord, rechts het equivalent in de spreektaal. Beperk ook het aantal lege uitdrukkingen als: in feite, in principe, eigenlijk, op dit ogenblik, in het kader van, uit het oogpunt van, omwille van het feit dat, ondanks het feit dat. Er is altijd een eenvoudige spreektaalvariant beschikbaar.
thus {bw.}
en, maar, of, dan (wel), dus en want, wanneer, als, terwijl, zodra, voordat, voor, nu, toen, nadat, zolang als, totdat, sinds, doordat, zodat, waardoor, omdat, opdat, indien, mits, tenzij, hoewel, ofschoon, ondanks dat, zoals, alsof, dat, of… Ik geef Anne een bloem, want ik vind haar lief.
Dus kan als voegwoordelijk bijwoord en als nevenschikkend voegwoord worden gebruikt. Als dus als bijwoord vóór de persoonsvorm staat, komt het onderwerp door inversie na de persoonsvorm.
[9] voegwoorden , bijv. als, alvorens, hoewel, nadat, of ; [10] tussenwerpsels , bijv. bah, hè, foei, ach, o .
Het woord dan kan zowel een bijwoord als een voegwoord zijn. Dat heeft gevolgen voor de woordvolgorde van het deel van de zin waar dan in staat. Het is voor cursisten dus belangrijk om de verschillende gebruikswijzen van dan te onderscheiden.
Antwoord. Zowel opdat als zodat is correct in deze zin. Opdat drukt een doel uit en zodat kan zowel een doel als een gevolg uitdrukken. Opdat is een vrij formeel woord; zodat is voor de meeste taalgebruikers gewoner.
Let op: de woorden: wanneer, waar, hoe, waarom, waardoor zijn bijwoorden. Bijwoord: Een bijwoord zegt iet van een werkwoord, een ander bijwoord of een bijvoeglijk naamwoord.
In spreektaal en in teksten voor een groot publiek is zodat beter. Opdat en zodat zijn niet altijd synoniem. Zodat heeft namelijk nóg een betekenis, die opdat niet heeft: 'met als gevolg dat', 'waardoor'. In de zin 'Het was erg glad, zodat alle fietsers moesten afstappen' is opdat niet mogelijk.
In formele en officiële boodschappen kunnen lezers het gebruik van ik als eerste woord als onbeleefd ervaren. Door te starten met ik kunt u immers de indruk wekken dat u zichzelf belangrijker vindt dan de lezer. U kunt dat gemakkelijk voorkomen door een ander zinsdeel op de eerste plaats te zetten.
hierdoor = hierdoor bijwoordUitspraak: [`hirdor] door datgene wat net is genoemd, door datgene waar je naar wijst Voorbeelden: `Het is slecht weer, hierdoor gaat het openluchtconcert niet door.