Om uw zilveren tientje te verkopen gaat u naar een Goudwisselkantoor bij u in de buurt. Bij Goudwisselkantoor bent u verzekert van een reële prijs voor uw 10 gulden zilver. Wij hebben ruim 30 jaar ervaring met het inkopen en verkopen van zilveren en gouden munten.
Zo werden er in de periodes van Koning Willem I, II en III en van koningin Wilhelmina munten geslagen die zwaarder waren in gewicht en een hoger zilverpercentage bevatten. Sommige van deze zilveren guldens zijn tegenwoordig zeer zeldzaam, waardoor ze bij verzamelaars een hogere winst kunnen opleveren.
Gegevens Zilveren guldens (1954-1967)
De waarde van de gulden kwam overeen met EUR 0,45 per gulden. Opvallend is dat de zilverwaarde van de zilveren guldens inmiddels veel hoger is. De Nederlandse Guldens zijn allen geslagen in 72% zilver.
Ook de laatste gulden die in 2001 is geslagen is geld waard. Daarop staat een kindertekening van een leeuw. Deze munt is in een beperkte oplage geslagen en kan zo een paar gulden opleveren als hij niet beschadigd is. Ook veel beleggers zijn geïnteresseerd in de zilveren gulden vanwege de hoge zilverprijs.
Het beste antwoord. Een zilveren gulden brengt ongeveer 3 à 4 Euro op, en een zilveren rijksdaalder 7 Euro. Je kunt dat heel makkelijk zelf controleren, door naar Marktplaats te gaan, en te zoeken op "zilveren rijksdaalder" en "zilveren gulden".
De meeste guldenbankbiljetten kunt u nog tot 1 januari 2032 inwisselen voor euro's. Dit doet u bij de Nederlandsche Bank (DNB) in Haarlem. Guldenmunten (als dubbeltjes en rijksdaalders) kunt u bij DNB niet meer omwisselen. Andere valuta kunt u alleen omwisselen in het land waar het geld vandaan komt.
Voor een grove indicatie van de waarde kunt u ervan uitgaan dat de zilveren rijksdaalder van Koningin Juliana uit 1959 met 10,8 gram zuiver zilver ongeveer €5 waard is, en de zilveren rijksdaalder van Koning Willem met 18 gram zuiver zilver ongeveer €9.
Voor de gouden munt uit 1728, geslagen in Hoorn, bracht op de veiling 196.800 euro op. Volgens Heritage Auctions Europe in IJsselstein is dit het hoogste bedrag dat ooit in Nederland voor een munt is betaald. Het gaat om een buitengewoon zeldzame munt die voor de Verenigde Oost-Indische (VOC) werd geslagen.
De meest recente zilveren rijksdaalders bevatten een waarde van om en nabij € 5,23 (gebaseerd op de zilverprijs van het moment van schrijven). De waarde is echter afhankelijk van de zilverkoers.
Doordat de munten uit 1970 en 1973 zwaarder zijn dan de andere munten, bevatten deze zilveren tientjes relatief meer puur zilver. Hierdoor zijn deze ook meer waard dan de zilveren tientjes uit latere jaren, namelijk ongeveer 9 euro. De munten uit de jaren 90 kunt u meestal voor ongeveer 5 euro aan ons verkopen.
De oplage van de munten was groot, zodat de waarde ervan niet door schaarste bepaald wordt. Maar er zit wel waardevol fijnzilver in. Dat zorgt ervoor dat het 'guldentientje' nu ruim 10 euro waard is. Op Marktplaats zag ik een zilveren tientje uit 1970 voor € 9,99.
Op het zilveren tientje uit de periode 1994 t/m 1999 is het hoofd van Koningin Beatrix afgebeeld. Deze munten zijn geslagen in 80% zilver en hebben een gewicht van 15,00 gram (0,48 troy ounce).
Echt zilveren en gouden sieraden verliezen eigenlijk nooit hun waarde. Zelfs als de sieraden niet meer mooi zijn, kunnen ze hergebruikt worden door het zilver of goud om te smelten naar een nieuw sieraad. Antieke sieraden zomaar weggooien is zonde.
De Belgische muntjes van 1 cent uit de jaren 1999, 2001 en 2008 zijn ongeveer 50 cent waard. De muntjes van 2 cent uit het jaar 2000 zijn tien keer hun nominale waarde waard en die uit 2008 zijn ook bijna 50 cent waard. Wil je echt een slag slaan, dan moet je op zoek naar muntjes uit kleine landen.
Voor de edelmetaal handelaar hebben deze munten dus geen waarde. Gelukkig kunt u er wel gewoon mee in de winkel betalen, aangezien alle munten een wettig betaalmiddel zijn in Nederland.
De waarde van een 2½ gulden 1949 is afhankelijk van de kwaliteit van het bankbiljet, te herkennen aan de hoeveelheid gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van het Nederlandse 2½ gulden biljet uit 1949 wordt bepaald door de kwaliteit van het biljet.