0 heeft slechts één vierkantswortel. Een strikt positief reëel getal heeft twee vierkantswortels. Een strikt negatief reëel getal heeft geen vierkantswortels. 0 heeft één vierkantswortel: 0 .
Voor worteltrekken is afgesproken dat de uitkomst van een vierkantswortel altijd een niet-negatief getal is, dus 0 of groter dan 0.
De wortel uit een getal is altijd positief.
Omdat er uit een kwadraat geen negatief getal kan komen, kan een wortel van een negatief getal dus niet bestaan. Als je √(-3) wil uitrekenen dan zoek je het getal dat keer zichzelf -3 oplevert. Maar dat bestaat niet.
[wortel_64] = 8. [wortel_81] = 9. [wortel_100] = 10.
√2 is een irrationaal getal dat bij benadering gelijk is aan: 1,414 213 562 373 095 048 801 688 724 209 698 078 569 671 875....
√5 uitgedrukt in verschillende getalstelsels
Een goede benadering van √5 is 161/72 ≈ 2,23611, met een verschil met de exacte waarde van minder dan 1/10.000, ongeveer 4,3 x 10−5, ondanks de kleine noemer van maar 72.
Bij het kwadrateren, vermenigvuldig je een getal met zichzelf. Worteltrekken is de omgekeerde ofwel de tegengestelde bewerking van kwadrateren. Zo is 32 = 9 en √9 = 3.
Wortel 3 is het positieve reële getal dat vermenigvuldigd met zichzelf het getal 3 oplevert. Het heeft een waarde van ongeveer 1,73205 en wordt wel de hoofdwaarde van wortel 3 genoemd, om verwarring te voorkomen met het negatieve getal (ongeveer -1,73205) dat gekwadrateerd ook 3 geeft.
√16 = 4. Want: 4 x 4 = 16. √81 = 9. Want: 9 x 9 = 81.
Het nemen van een vierkantswortel van een getal is dan ook het tegenovergestelde van het kwadraat nemen van een getal. Zo is 3 in het kwadraat bijvoorbeeld 9 (32 = 9), dus de vierkantswortel van 9 is 3. In symbolen is dit √9 = 3.
Worteltrekken is het tegenovergestelde van kwadrateren, net zoals plus het tegenovergestelde van min is en keer het tegenovergestelde van gedeeld door. Een kwadraat is een getal keer zichzelf, bijvoorbeeld 4 2 =16.
De vierkantswortel van 4 is echter 2, omdat 2 vermenigvuldigd met 2 gelijk is aan 4 (2 x 2=4).
Het getal π, soms geschreven als pi, is een wiskundige constante, met in decimale notatie de getalswaarde 3,141 592 653... Het getal is de verhouding tussen de omtrek en de diameter van een cirkel.
We gaan de vierkantswortel van 400 bepalen. Om te beginnen delen we het getal op in tweedemachtsfactoren. Omdat 400 een meervoud is van 100, weten we dat het gelijk deelbaar is door 25 – een perfect vierkant. Snel uit het hoofd rekenen vertelt ons dat 400 / 25 = 16.
De wortel van een getal is altijd positief. De wortel van een negatief getal bestaat niet.
Wortels kun je op je rekenmachine benaderen met de worteltoets. Het antwoord is meestal niet precies. benader je door in te toetsen 13. 13 ≈ 3,6 .
Wortel van een kwadraat
Dat betekent bijvoorbeeld ook dat het kwadraat van 5 25 is. De wortel van 25 is op die manier dus 5.
De wortel van 144 ligt dus tussen 10 en 15 in. Probeer nu bijvoorbeeld 12 x 12. Dat komt precies uit op 144. Dus: √144 = 12.
Worteltrekken is de rekenkundige bewerking om een wortel, meestal is de vierkantswortel bedoeld, van een getal te berekenen. Worteltrekken is een van de inverse operaties van het machtsverheffen (de andere inverse operatie is logaritme nemen).
Als je alleen naar de gehele getallen kijkt dan krijg je het volgende rijtje kwadraten: 0, 1, 4, 9, 16, 25, 36, 49, 64, 81, 100, 121, 144, 169, 196, 225, 256, ... Het woord 'kwadraat' komt van het latijnse woord quadratus, wat vierkant betekent.
Een voorbeeld: de stijging van 10 naar 12 is een absolute stijging van 2, oftewel een stijging van 20%. Een stijging van 10% naar 12% is een relatieve stijging van 20%, maar een absolute stijging van 2 procentpunten.
102 = 10 x 10 = 100 = honderd. 103 = 10 x 10 x 10 = 1000 = duizend. 104 = 10 x 10 x 10 x 10 = 10.000. 105 = 10 x 10 x 10 x 10 x 10 = 100.000.