Vergrootte is de verleden tijd van het werkwoord vergroten. De stam van vergroten is vergroot. Om de verleden tijd te vormen, voegen we -te(n) toe aan de stam: vergroot + te(n) = vergrootte(n). Het bedrijf vergrootte zijn winst.
Het woord vergrote staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t. Wanneer de laatste letter van de stam er niet in zit, schrijft je kind een -d.
Dubbel-d of dubbel-t? Je schrijft de verleden tijd dus door de(n) of te(n) achter de ik-vorm van het werkwoord te zetten. Bij werkwoorden waarvan de ik-vorm op een d of t eindigt, krijg je dus dubbel-d of dubbel-t: ik antwoord – ik antwoordde – wij antwoordden; ik sport – ik sportte – wij sportten.
Tegenwoordig geldt het schrijven van een t in aansporingen als 'Redt de tijger! ' volgens de taalnorm als een spelfout(je). Wat daarbij de doorslag geeft, is dat je in 'Help de tijger! ' ook geen meervouds-t zou schrijven.
De vervoeging van dit werkwoord is passen, pass, passt, passte, gepasst. Ook bij appen (app, appt, appte, geappt) en fitnessen (fitness, fitnesst, fitnesste, gefitnesst) is dat bijvoorbeeld het geval.
Als het voltooid deelwoord gebruikt wordt als bijvoeglijk naamwoord, schrijf je het zo kort mogelijk. Is het de vergrote foto of de vergrootte foto? In dit geval is het voltooid deelwoord vergroot gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Je schrijft het dan op dezelfde manier als je de grote foto zou schrijven.
Zowel vergrootte als vergrote is correct, maar het zijn vormen met een verschillende functie. Vergrootte is de verleden tijd van het werkwoord vergroten. De stam van vergroten is vergroot.
en·groot in-ˈlärj. vergroot; vergrotend. transitief werkwoord. : groter maken . intransitief werkwoord.
Het is 'hij vond' (en niet 'hij vondt). Hierop is één uitzondering, maar die is al behoorlijk aan het uitsterven: de gij-vorm heeft wel een toegevoegde t. Bijvoorbeeld: gij vondt, gij hadt.
De regel voor simple past tense is heel makkelijk te onthouden. Je hoeft alleen maar -ed toe te voegen aan de basisvorm of infinitief werkwoord, (of -d als de wortelvorm al eindigt op een e). De infinitief of basisvorm van het werkwoord is hoe het werkwoord in het woordenboek verschijnt, bijvoorbeeld "walk".
Het correct gespelde voltooid deelwoord van updaten is geüpdatet. De stam van updaten is update. Om het voltooid deelwoord te vormen, voegen we vooraan eerst het voorvoegsel ge- toe. Om te voorkomen dat de combinatie e + u als eu wordt gelezen, plaatsen we een trema op de u.
Pas na 2 -3 weken volledige rust gaat je spierkracht daadwerkelijk achteruit. Je cardiovasculaire conditie verlies je iets sneller, maar is ook sneller weer op te bouwen. Als beginner kan je wel je conditionele vooruitgang van de afgelopen twee maanden teniet doen als je een maand volledig stopt met je normale cardio.
– voltooid/voltooit: 'ik voltooide' is met een 'd', dus 'voltooid' eindigt ook op een 'd'. – geleefd/geleeft: 'ik leefde' is met een 'd', dus 'geleefd' eindigt ook op een 'd'.
Zowel de vorm jij wilt als jij wil (zonder -t) is correct. De regel waarin de -t verdwijnt bij willen, geldt alleen voor de derde persoon (hij of zij). Dus: 'Jij wilt een training volgen' en 'Jij wil een training volgen' zijn allebei correct. De spelling zonder -t gebruiken we vaker in informele contexten.
Meervoudsvorm van opslaan .
Voorbeeld: stelen
In de tegenwoordige tijd is het 'ik steel', maar in de verleden tijd is het 'ik stal'. De klank verandert, waardoor het een een sterk werkwoord is. Dit gebeurt ook bij het voltooid deelwoord. 'Gestolen' is namelijk het voltooid deelwoord van stelen.