De TSH-waarde is een indicatie hoe de schildklier functioneert. Als er te weinig schildklierhormoon in het lichaam is, maakt de hypofyse veel TSH. Je noemt dit ook wel een trage schildklier of hypothyreoïdie. De TSH-waarden in het bloed is dan (veel) hoger dan normaal.
Per laboratorium zijn de grenzen bepaald van het gebied van TSH waarde dat we als normaal beschouwen. Ook voor andere bloedwaarden zijn deze intervallen bepaald. De gebruikelijke ondergrens voor TSH is tussen de 0,30 en 0,50 de bovengrens tussen 4,0 en 5,0 mE/liter.
Bij TSH-waarden van 5-15 mE/l kan er in enkele gevallen centrale hypothyreoïdie bestaan of het 'sick euthyroid syndrome'.
De verhouding van TSH en fT4 geeft een goed beeld van de werking van uw schildklier of de dosis schildklierhormoon. In het algemeen geldt: verhoogd TSH en verlaagd fT4 duidt op een te traag werkende schildklier, verlaagd TSH en verhoogd fT4 betekent een te snel werkende schildklier.
Stress heeft een grote invloed op het functioneren van het schildklierhormoon. Langdurige stress zorgt er namelijk voor dat er minder van het efficiënte T3 kan worden aangemaakt en meer van minder efficiënte Reversed T3 (rT3) wordt aangemaakt. Een teveel aan rT3 blokkeert dan de receptoren van het schildklierhormoon.
De TSH-waarde is een indicatie hoe de schildklier functioneert. Als er te weinig schildklierhormoon in het lichaam is, maakt de hypofyse veel TSH. Je noemt dit ook wel een trage schildklier of hypothyreoïdie. De TSH-waarden in het bloed is dan (veel) hoger dan normaal.
Een te traag werkende schildklier zonder duidelijke oorzaak resulteert in een hogere TSH-waarde en een lagere T4-hormoon dan normaal. Doorgaans gebeuren behandeling en opvolging door de huisarts, maar bij meer ernstige vormen van schildklierlijden word je doorverwezen naar een endocrinoloog (specialist in hormonen).
De dosering levothyroxine wordt meestal verlaagd als de TSH- en FT4-waarde en/of de klachten wijzen op te veel schildklierhormoon. Meestal is bij licht afwijkende waarden of klachten die passen bij teveel schildklierhormoon, een vermindering van de dosering met 6,25 of 12,5 microgram voldoende.
De hypofyse maakt een hormoon dat uw schildklier stimuleert: thyroïd stimulerend hormoon (TSH). Het TSH zorgt ervoor dat uw schildklier schildklierhormoon aanmaakt en afgeeft. Als er voldoende schildklierhormoon vrijkomt, gaat er een signaal naar de hypofyse dat er voldoende is en maakt de hypofyse minder TSH aan.
Om je schildklier gezond en in balans te houden, is het belangrijk dat je voldoende vitaminen en mineralen binnenkrijgt. Met name vitamine A, B6, B12, C, D, eiwitten, CoQ10, zink, ijzer en magnesium zijn belangrijk.
Te weinig schildklierhormoon leidt ook tot hartfunctiestoornissen, omdat de energievoorziening van het hart onvoldoende is, maar bovendien wordt het weefsel van het hart en bloedvaten stijver, waardoor de hartfunctie minder wordt en de bloeddruk kan oplopen.
Je lijf voelt stijf en stram en je hebt het ook steeds koud. Je stemming is gedeprimeerd of wisselt snel. Of je voelt je juist opgejaagd, slaapt slecht, hebt een snellere hartslag, trillende handen, vermoeidheid en transpireert overmatig.
Veelvoorkomende schildklierklachten
Bij een traag werkende schildklier kunnen klachten als vermoeidheid, kouwelijkheid, gewichtstoename en somberheid optreden. Klachten aan de schildklier kunnen zich ook uiten als zwellingen of bobbels in de hals. Vaak treedt hierbij ook heesheid of benauwdheid op.
Snelle suikers kan je beter niet meer eten bij een trage schildklier. Ze zitten verstopt in onder andere snoep, koekjes, frisdrank, alcohol, witte rijst, wit brood maar ook honing, vruchtensap en gedroogd fruit. Deze voedingsmiddelen verhogen de kans op insulineresistentie.
Als de schildklier te weinig schildklierhormoon aanmaakt, krijg je een traag werkende schildklier. Hierdoor werkt je stofwisseling trager: de verschillende processen in het lichaam verlopen langzamer. De medische term is hypothyreoïdie; het wordt ook wel trage of langzame schildklier genoemd.
Vitamine D tegen schildklier-antistoffen
analyseerden daarom vorig jaar zes studies met in totaal 344 patiënten met een schildklierauto-immuunziekte 4). De resultaten laten zien dat suppletie met vitamine D zorgde voor significant lagere anti-TPO en anti-Tg titers (markers voor schildklierauto-immuunziekten).
Voor mensen met een 'trage schildklier' is het van belang dat de stofwisseling gestimuleerd wordt en dat gebeurt met name bij krachttraining. Mensen die eerder een 'snelle schildklier' hadden, zijn juist gebaat bij duurtraining zoals hardlopen, zwemmen en fietsen.
Gezonde vetten dragen bij aan een goede schildklierfunctie. Één goede eetlepel per dag en je hebt al een groot deel binnen van wat je nodig hebt! Volkorenproducten – Zoals volkorenpasta, brood en rijst. Behalve een goede bron van vezels, bevatten ze alle mineralen die schildklierhormonen zo graag gebruiken.
Net als gezonde mensen kunnen hypothyreoïdie patiënten gewoon een dieet volgen om af te vallen. Serlie: “Dit kan gewoon zelfstandig en hoeft niet onder begeleiding van een diëtist. Voor hen gelden dezelfde voeding- en bewegingsadviezen als voor mensen zonder schildklieraandoening.”
Veel schildklierpatiënten kampen met psychische klachten: stemmingswisselingen, vergeetachtigheid, depressies of neerslachtige gedachtes.
Hierbij spelen diverse mechanismen een rol, waaronder beïnvloeding van de afgifte van schildklierhormonen of het veroorzaken van auto-immuniteit tegen de schildklier. Geneesmiddelen die invloed hebben op de schildklierfunctie zijn bijvoorbeeld amiodaron en lithium.
Klachten hierbij kunnen koorts, pijn in de hals en bij het slikken zijn. Deze pijn kan uitstralen naar de oren. Vaak is de schildklier vergroot en gevoelig bij aanraken. Meestal herstelt de schildklier zich vanzelf in de loop van enkele weken tot maanden.
Veel voorkomende gevolgen en symptomen hiervan zijn haaruitval, snel vermoeid zijn, het koud hebben en een trage stoelgang. Een arts kan de ziekte van Hashimoto vaststellen door een lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek. De ziekte van Hashimoto is niet te genezen, maar met medicatie wel te behandelen.