De smurfenregel is een ezelsbruggetje voor het spellen dat duidelijkheid verschaft over het al dan niet schrijven van een t aan het einde van een werkwoord waarvan de stam op een t-klank eindigt.
Dt-fouten voorkomen met de smurfenregel
Een bekend ezelsbruggetje voor werkwoordspelling in de onvoltooid tegenwoordige tijd is de 'smurfenregel'. Het is eigenlijk heel simpel: vervang een werkwoord in de tegenwoordige tijd door een vorm van 'smurfen' en je hoort meteen of er een -t achter moet.
In de tegenwoordige tijd krijgen werkwoorden die je vervoegt in de tweede en derde persoon enkelvoud altijd een t. Ik loop en hij loopt. En als de stam van het werkwoord eindigt op een d, krijg je dt: ik vind, hij vindt. Test je kennis, speel de dt-foutenquiz!
Regelmatige werkwoorden eindigen op een 'd' of een 't'. Als het voltooid deelwoord eindigt op een letter uit 't kofschip (dat wil zegen de letters: t, k, f, s, ch, p maar ook x) dan eindigt het voltooid deelwoord op een 't'. In de andere gevallen eindigt het voltooid deelwoord op een 'd'.
De drie vormen woon, woont en wonen noemen we de tegenwoordige tijd.
Juist is voor hetzelfde geld, zonder t. Het gaat hierin niet om de werkwoordsvorm geldt, maar om het zelfstandig naamwoord (het) geld. Voor hetzelfde geld betekent letterlijk 'voor dezelfde prijs, tegen dezelfde kosten', zoals in 'Voor hetzelfde geld koop je bij een tweedehandswinkel een veel mooiere jas.
Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t. Wanneer de laatste letter van de stam er niet in zit, schrijft je kind een -d.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Gij hadt en hadt gij zijn de correcte vormen.
Bij onregelmatige werkwoorden gaat de persoonsvorm bij ge/gij volgens de klassieke regel altijd uit op -t, ook in de verleden tijd en ook bij inversie. In grote delen van Nederland worden ge en gij haast niet meer gebruikt in gewone taal.
De correcte vervoegingen zijn u wordt en wordt u.
U wordt vader. Wordt u vader? U wordt snel moe. Wordt u snel moe?
Tegenwoordige tijd: Ik brand (stam) Hij brandt (stam + t) Wij branden (hele werkwoord) Verleden tijd: Ik brandde (stam + de, het is niet 'ik brande' omdat de stam 'brand' is en niet 'bran') Hij brandde (stam + de) Wij brandden (stam + den) Voltooid deelwoord: Het vuur heeft gebrand.
De Smurfen (Frans: Les Schtroumpfs) zijn stripfiguren bedacht door de Belgische striptekenaar Peyo en mee vormgegeven door Yvan Delporte. Ze zien eruit als kleine blauwe dwergen. De Smurfen werden oorspronkelijk ontworpen als nevenpersonages in een andere stripreeks van Peyo, Johan en Pirrewiet.
Wat is smurfen? Het storten van grote bedragen is voor criminelen gevaarlijk, omdat dat opvalt. Daarom verdelen ze een groot bedrag in veel kleine bedragen, die ze na elkaar storten op verschillende rekeningen en overmaken naar een andere rekening of rekeningen. Dat heet 'smurfen'.
De bestreden audiovisuele productie
De Film gaat over de smurfen en de tovenaar Gargamel. Wanneer Gargamel het smurfendorp ontdekt, komen een paar smurfen samen met Gargamel in New York terecht.
Waarom zijn “ik vindt, hij word en jij beantwoord” fout? De stam van het werkwoord eindigt op een -d, waardoor je niet hoort wanneer een -t moet worden toegevoegd bij de ik-, hij-, zij-, het- en jij-vorm in de tegenwoordige tijd.
Voor de spelling is het belangrijk om te weten dat ook deze werkwoorden in de verleden tijd slechts één vorm hebben voor enkelvoud en één voor meervoud. Het is 'hij vond' (en niet 'hij vondt).
De correcte vervoegingen zijn u vindt en vindt u.
U vindt de weg wel.
Hoe werkt 't sexy fokschaap? De werking van het het ezelsbruggetje 't sexy fokschaap is hetzelfde als die van 't (ex-)kofschip. Als de stam op een medeklinker eindigt uit dit ezelsbruggetje, plak je er een -t achter.Je schrijft een -d als de laatste letter van de stam niet in 't sexy fokschaap zit.
't Kofschip (met als varianten 't fokschaap en recentelijk in NT2-onderwijs soft ketchup) is een ezelsbruggetje om te bepalen hoe de onvoltooid verleden tijd en het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden volgens de Nederlandse spelling geschreven moeten worden.
Verhuist is goed in bijvoorbeeld 'Volgende maand verhuist Katrien naar Norg. ' In 'Katrien is verhuisd naar Norg' is verhuisd goed. Verhuisd is een voltooid deelwoord. In dat voltooid deelwoord komt de d terug van de verleden tijd verhuisde.