De rug van het boek is het deel dat in de boekenkast zichtbaar is als het boek naast een ander boek staat. Daarom is de rug misschien wel het belangrijkste onderdeel van het boek. Toch wordt er meestal te weinig aandacht aan besteed. De tekst op de rug heet simpelweg de rugtekst.
De belangrijkste onderdelen van een boek
Kneep: of schouder van het boek. Het min of meer scherp omgebogen gedeelte van de katernen vlak bij de rug. Boekblok: de binnenbladen van het boek. Folio: een enkel blad papier, één keer gevouwen.
Rug De kant van een boek, boekblok of katern waar de bladzijden aan elkaar vastzitten.
Een omslag, boekband of kaft is het kartonnen of papieren omhulsel van een boek of tijdschrift. Bij een paperback is de omslag van dun, buigzaam karton gemaakt. Een stofomslag is een extra, losse kaft om de eigenlijke omslag te beschermen.
De tekst op de achterzijde van je boek is nog belangrijker dan de inhoud. Want een slechte flaptekst zorgt ervoor dat geen mens je boek openslaat of online gaat bekijken. Besteed daarom veel aandacht aan de flaptekst.
De rug van het boek is het deel dat in de boekenkast zichtbaar is als het boek naast een ander boek staat. Daarom is de rug misschien wel het belangrijkste onderdeel van het boek. Toch wordt er meestal te weinig aandacht aan besteed. De tekst op de rug heet simpelweg de rugtekst.
Het binnenwerk begint op de rechterpagina en eindigt op de linker pagina. Hierdoor zijn alle linker pagina's de even pagina's en alle rechterpagina's de oneven pagina's. Wanneer het binnenwerk van de almanak gedrukt gaat worden, staan de pagina's in een vaste volgorde op een drukvel.
Een flaptekst of blurb is de wervende beschrijving van een boek die op de binnenkant van de omslag of op de achterkant van de kaft van het boek wordt afgedrukt. De flaptekst is een positieve inleiding van het boek die lezers moet prikkelen om het boek te kopen en te lezen.
In zijn algemene betekenis is een katern een verzameling van een aantal in elkaar geschoven gevouwen bladen perkament of papier die de basiseenheid vormen bij het binden van een boek of een brochure.
Schutblad – ook wel schutvel genoemd – is een stuk papier dat het boekblok beschermt en het binnenwerk met de omslag verbindt. Dat proces heet 'het inhangen van een boek'. Schutbladen zijn de eerste en de laatste twee pagina's van een boek en worden alleen bij boeken met een harde kaft gebruikt.
Brocheren is een verzamelnaam voor de diverse manieren waarop we het omslag van een boek, brochure of magazine aan het binnenwerk kunnen bevestigen. Hiervoor gebruiken we verschillende materialen: garen, nietjes, lijm en een combinatie van garen en lijm. Elke vorm van brocheren heeft zo zijn eigen unieke uitstraling.
Zorg er voor dat je aan beide uiteinden ongeveer 20 cm garen heb. Vouw de vellen dubbel. Leg de dubbelgevouwen vellen papier op elkaar met alle draadjes netjes bij elkaar. Leg aan beide kanten een knoop in de touwtjes, dicht op het papier.
Kaftpapier is een soort papier dat geschikt is om boeken te beschermen tegen vuil en slijtage.
Extra dik kaftpapier
De kwaliteit: standaard dikte, dus 70g/m2.
Vouw het papier precies in het midden. Vouw het papier om je boek, zodat de vouwlijn precies over het midden van de rug loopt. Vouw de flapjes om de voor- en de achterkant en plooi ze weer open. Van de rug knip je de stroken schuin in, begin breed en eindig even smal als de rug.
Daarnaast zie je steeds vaker een tussenvorm, de integraalband (flexiband). Een boek met een zacht omslag zoals de paperback, maar een luxe uitstraling die vergelijkbaar is met die van de hardcover.
Het getijdenboekje van Amiens Nicolas Blairie heeft als het gesloten is, de merkwaardige vorm van een amandel. Wanneer het wordt geopend, krijgen de twee helften van de amandel de vorm van een hart. Dat symboliseert het openen van het hart tijdens het gebed.
Manier om een binnenwerk van een bescherming te voorzien.
Tot in de 15e eeuw werden boeken met de hand gemaakt, dus de gedrukte 42-regelige bijbel die de Duitser Johann Gutenberg in 1454 uitgaf, was een doorbraak.
Ieder hoofdstuk begint op een nieuwe pagina en heeft een eigen inleiding en slot. In de inleiding beschrijf je de opdracht en hoe je daarmee aan de slag bent gegaan. In het slot geef je een conclusie, bijvoorbeeld wat je van een opdracht hebt geleerd. Alinea's worden van elkaar gescheiden met een witregel.