Een tsunami ontstaat als er in zeer korte tijd een grote hoeveelheid water vertikaal verplaatst. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er een aardbeving in de korst onder de oceaan plaatsvindt, én als die aardbeving een vertikale bodembeweging veroorzaakt.
Een tsunami kan ontstaan als gevolg van een aardbeving op zee. Tegen de kracht waarmee zo'n golf zich vervolgens op het land gooit is geen duin of deltawerk bestand. Tsunami is de combinatie van de Japanse woorden voor 'haven' ('tsu') en 'golf' ('nami'): Een tsunami is dus een hoge havengolf.
Er moet een verticale beweging van de zeebodem plaatsvinden. Bovendien moet de aardbeving behoorlijk sterk zijn (magnitude > 7,0) en niet te diep onder de zeebodem plaatsvinden. Áls een tsunami wordt opgewekt, hangt zijn hoogte ook nog af van de diepte van het water waaronder de aardbeving plaatsvindt.
Tsunami's zijn eigenlijk hele hoge golven die gehele kustgebieden volledig kunnen verwoesten. De bekendste en een van de schadelijkste tsunami's was die van Indonesië in 2004, waar 230.000 mensen overleden zijn door de golf en nog eens 2,5 miljoen mensen hun huis voor goed moesten verlaten.
Het is een van de grootste rampen van de afgelopen 20 jaar: de tsunami in Zuidoost-Azië. Op tweede kerstdag 2004 veroorzaakte een zeebeving een verwoestende vloedgolf. Ruim 227.000 mensen kwamen om.
De kans dat een tsunami in Nederland voorkomt, is gelukkig heel erg klein. Voor een tsunami heb je naast een ondergrondse zeebeving namelijk ook veel zeewater nodig. De Noordzee is voor een zee erg ondiep.
Tsunami's komen het meest voor rondom de Grote Oceaan, omdat langs alle randen van deze oceaan door platentektoniek veelvuldig aardbevingen plaatsvinden.
Een tsunami ontstaat als er in zeer korte tijd een grote hoeveelheid water vertikaal verplaatst. Dit gebeurt bijvoorbeeld als er een aardbeving in de korst onder de oceaan plaatsvindt, én als die aardbeving een vertikale bodembeweging veroorzaakt.
De eerste tekenen van een tsunami herkennen
Kustbewoners moeten leren dat als de kustlijn zich plotseling heel sterk terugtrekt, er een grote golf aankomt. Dieren die plotseling na een aardbeving, zeebeving of vulkaanuitbarsting naar hoger gelegen gebieden vluchten is meestal een teken dat er iets vreselijks aan komt.
De golven die daarbij ontstaan -tsunami's of havengolven- kunnen een lengte van meer dan 100 kilometer bereiken. Het kan dan een uur duren voor de volgende golf arriveert. Ter vergelijking: de wind maakt golven van amper 150 meter, die elkaar binnen tientallen seconden opvolgen.
Tsunami's kwamen in de loop van de geschiedenis veelvuldig voor. De meest bekende en meest verwoestende tsunami in de recente tijd is ongetwijfeld deze van 26 december 2004, die de kustlijn van de landen rond de Golf van Bengalen overspoelde. Nog recenter is de tsunami van 11 maart 2011.
Tsunami's treden langs de Grote Oceaan geregeld op. In de vorige eeuw werden er daar bijna 800 waargenomen. Zo verwoestend als de tsunami van 11 maart in Japan zijn ze echter slechts incidenteel. Op 11 maart 2011 werd Japan getroffen door een van de zwaarste aardbevingen in zijn geschiedenis.
De golf wordt in elkaar gedrukt door de weerstand van het water. Het gedeelte achter de golf loopt hierdoor op tegen de voorkant, de achterkant kruipt als het ware bovenop de voorkant. De golf kan hierdoor nog groter groeien. De zuigkracht van de golf is enorm: de golf zuigt het water van de kustlijn naar zich toe.
Die rimpelingen groeien aan tot golven, die zich sneller verplaatsen als de golven groeien. Pas als het water bijna aan land is, zie je de vloedgolf. Vlak voordat de tsunami aan land komt, trekt de zee zich plotseling terug. Daarna komt de vloedgolf, die soms wel dertig meter hoog kan zijn!
- De vermoedelijke eerste: 6000 à 6200 v. Chr. De eerste tsunami waarvan sporen zijn teruggevonden, sloeg toe aan de oostkust van Schotland, zuidwest-Noorwegen en op de Shetland-eilanden. Oorzaak was een onderzeese aardverschuiving in het Storegga-gebied, 100 kilometer uit de kust van zuidwest-Noorwegen.
Nederlanders collecteerden ruim 208 miljoen euro voor hulp aan slachtoffers. Dankzij uw bijdragen aan Giro555 kregen 3 miljoen mensen hulp.
Deze sensoren liggen op de bodem en kunnen een tsunami midden op de oceaan opmerken. Het zijn een soort weegschalen die de druk van het water op de zeebodem meten. Als er een tsunami-golf voorbij komt, neemt de hoeveelheid water boven op de sensor toe en wordt er een toename in de druk gemeten.
Wanneer er een ramp is, is Plan International zo snel mogelijk ter plaatse om hulp te bieden met onderdak, voedsel, veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen.
Hierdoor kan een vloedgolf ontstaan die tot overstromingen kan leiden in landen rondom het epicentrum. Een onderzeese aardbeving kan een tsunami veroorzaken doordat een van de aardschollen plotseling omhoog of omlaag gaat.
Door een zeebeving ontstond op 26 december 2004 voor het Indonesische eiland Sumatra een enorme vloedgolf, een tsunami. Die trof grote delen van de kusten van Azië en Oost-Afrika. Naar schatting stierven hierdoor 280.000 mensen. Het merendeel van de dodelijke slachtoffers viel op Sumatra.
Doordat langs de randen van de Grote Oceaan en de Indische Oceaan veelvuldig aard- en zeebevingen voorkomen zien we hier de meeste tsunami's. In de Atlantische Oceaan komen dit soort zeer zware zeebevingen niet voor en ook aan de zuidelijke Noordzeekust is de kans op tsunami's heel gering.
3. Qatar is het veiligste land op aarde. Al sinds 1900 heeft er geen enkele natuurramp in Qatar plaatsgevonden. Dat dankt het land aan haar ligging, ver weg van de plekken waar rampen veel voorkomen.
Elk jaar publiceert de VN haar World Risk Report. Dat maakt een ranking van de landen die het grootste risico lopen op een natuurramp. Dit jaar gaan de Vanuatu-eilanden met de twijfelachtige eer lopen.
Berekeningen door het Waterbouwkundig Laboratorium (Borgerhout) tonen aan dat een tsunami die met een golfhoogte van 10 meter via het Kanaal de Noordzee bereikt, een maximale verhoging van de waterstand van 2 m kan veroorzaken aan onze kust.