Reacties. Wiskunde C is de makkelijkste wiskunde van de vier. Het moeilijkst is D, daarna B, daarna A en als makkelijkst C. Wiskunde C kan je kiezen als je wel graag wiskunde wilt hebben, maar als je er veel moeite mee hebt.
Wiskunde D is namelijk de meest hardcore versie van wiskunde die je zult vinden op de middelbare school en alleen geschikt voor mensen die een enorme passie of talent voor het vak hebben.
Bij wiskunde B op havo-niveau en op vwo-niveau komen meer theoretische vraagstukken aan bod. De sommen bestaan vaak uit grafieken en vergelijkingen. Algebra en meetkunde zijn bij dit vak aan de orde van de dag, terwijl statistiek ontbreekt. Je rekenmachine moet je bij wiskunde B veel vaker thuislaten.
Wiskunde A: "Veel statistiek"
Algebra en berekeningen horen er ook bij, maar een stuk eenvoudiger dan wiskunde B en meer in verhaalvorm. Ook mag je vaker je trouwe hulp, de grafische rekenmachine, erbij pakken. Er komen meer verhaaltjessommen terug bij wiskunde A en zijn de opgaven meer in context geplaatst.
Wiskunde B is verplicht voor leerlingen die het profiel N&T volgen en een profielkeuzevak voor leerlingen in de andere profielen. Wiskunde B bereidt voor op universitaire vervolgstudies met een exacte signatuur, zoals bètawetenschappen, technische wetenschappen en econometrie.
Wiskunde C is de makkelijkste wiskunde van de vier. Het moeilijkst is D, daarna B, daarna A en als makkelijkst C. Wiskunde C kan je kiezen als je wel graag wiskunde wilt hebben, maar als je er veel moeite mee hebt. Je hebt dan wel het gevoel dat je wiskunde hebt maar je hoeft jezelf er niet heel erg voor uit te sloven.
Wiskunde D is bedoeld als aanvulling en verdieping op wiskunde B. Je krijgt bijvoorbeeld te maken met kansrekening en statistiek, een onderdeel dat niet in wiskunde B zit, maar dat bij veel universitaire studies wel belangrijk is. Een voorbeeld van verdieping is bewijzen.
Wiskunde C komt vooral van pas bij vervolgopleidingen in de sector Gedrag & Maatschappij. Wiskunde D geeft een verbreding van wiskunde A (statistiek) en verdieping van wiskunde B. Verder zit er ruimtemeetkunde in en een aantal keuze onderwerpen. Wiskunde D kan alleen in combinatie met wiskunde B gevolgd worden.
Wiskunde C is een examenvak in de bovenbouw van het vwo vanaf klas 5. Wiskunde C is dé wiskunde die aansluit bij het profiel Cultuur en Maatschappij. De wiskunde krijgt een plek in de wereld om ons heen. Het rekenen met letters en formules wordt toegepast in concrete contexten, in voorstelbare situaties.
NB In Amerika zeggen ze “math”, in Engeland zeggen ze “maths”. Voor alle andere landen zou ik “mathematics” aanraden want dat begrijpt iedereen dus dan weet je zeker dat je goed zit.
Bijna helft scholieren vindt vak wiskunde moeilijkst en meest stressvol - 10 juni '14. Uit onderzoek onder 10.114 scholieren blijkt dat bijna 50 procent van de scholieren het hardste leert voor zijn proefwerk wiskunde. 38 procent van de leerlingen ervaart daarnaast de meeste stress voor het vak wiskunde.
Iedereen kan wiskunde leren! Methodiek is ook enorm belangrijk en iets dat we allemaal kunnen verbeteren om zo onze relatie met wiskunde een beetje meer liefdevol te maken. De lesmethode is de manier van lesgeven, die moet aansluiten op de leerstijl van een leerling, wat de manier is waarop iemand iets leert.
Antwoord. De leerling mag niet in beide vakken examen afleggen. Volgens het Inrichtingsbesluit (artikel 26b) mag het examenpakket van de leerling niet meer dan één vak uit het rijtje wiskunde A, B en C hebben (wiskunde D heeft een andere positie).
Natuurkunde in combinatie met wiskunde A kan op zich prima. Maar als de reden dat je wiskunde A kiest is dat je erg slecht wiskundig inzicht hebt dan ga je het ook bij natuurkunde moeilijk krijgen. Nou is 'het moeilijk krijgen' zeker geen reden om iets niet te doen.
Havo wiskunde B is abstracter dan havo wiskunde A. Vergelijkingen, func es, grafieken, formules, algebra, meetkunde en goniometrie (sinus, cosinus, tangens) komen allemaal voor bij Havo wiskunde B.
In het vwo doe je examen in één van de drie 'soorten' wiskunde: A, B of C. Wiskunde B is de wiskunde die hoort bij de NT en NG profielen. Dit vak is verplicht in het NT profiel, in het NG profiel mag het vervangen worden door wiskunde A en in het EM profiel kan het gekozen worden in plaats van wiskunde A.
Wiskunde 1 is, grof gezegd, niets anders dan het vroegere wiskunde B, al zijn er wel degelijk verschillen met de 'oude' programma's. Wiskunde 2 volgt hetzelfde programma als wiskunde 1, maar daar komt nog het nodige bij.
Het examen Wiskunde B VWO
Op het examen moet je de eigenschappen van standaardfuncties kennen, grafieken kunnen tekenen en vergelijkingen kunnen oplossen. Ook wordt er verwacht dat je kunt differentiëren en de eerste en tweede afgeleide kunt gebruiken om een functie te onderzoeken.
De Wiskunde B-dag Vlaanderen is een wedstrijd, gezamenlijk georganiseerd door UAntwerpen en KULeuven. De wedstrijd daagt leraren en leerlingen uit het secundair onderwijs uit om op een onderzoekende en creatieve manier met wiskunde om te gaan.
Wiskunde leren is een essentieel part in ieders leven. Volgens het schoolcurriculum leren wiskundelessen ons trigonometrie, algebra, vergelijkingen, vermenigvuldigen en delen, decimalen, kwadraten, en nog veel meer. Maar wat zijn de praktische situaties, naast wiskunde examens, waarbij deze kennis van pas komt?
Naast de verplichte vakken in het profiel, moet elke leerling 1 of 2 profielkeuzevakken en 1 vak in het vrije deel doen. Ook moet iedere vwo-leerling verplicht het profielwerkstuk maken. Uiteindelijk doen vwo-leerlingen in 8 vakken eindexamen. De andere vakken ronden leerlingen af met een schoolexamen.
Zowel wiskunde A als B geven toegang. Ook met een einddiploma van HBO of WO word je toegelaten. Je moet dan de vakken natuurkunde, scheikunde, biologie en wiskunde op VWO-niveau hebben afgerond. Een VWO-diploma oude stijl geeft geen toelatingsrecht meer.
NLT in het kort
NLT staat voor Natuur, Leven en Technologie. Het is een vak binnen onze school waarin allerlei onderwerpen samenkomen uit de vakken natuurkunde, scheikunde, wiskunde, biologie en aardrijkskunde.