Oraal (via mond en slokdarm) – denk aan tabletten, dragees, capsules, drankjes, poeders, etc.
Voorbeelden van daarvoor geschikte toedieningsvormen zijn de verschillende orale (tablet, dragee, capsule, drank) en parenterale toedieningsvormen (intraveneus, intramusculair, subcutaan, epiduraal, intrathecaal), de rectale (zetpil, klysma), sublinguale (tablet) en soms nasale (spray) en een transdermale ...
Dezelfde geneesmiddelen kunnen verschillende uitwerkingen hebben door gebruik te maken van een andere toedieningsvorm. Enterale toediening is over het algemeen het gemakkelijkst voor de patiënt, omdat geen injecties of andere steriele methodes nodig zijn.
4.2 Dosering en wijze van toediening
Het snelste effect wordt verkregen bij i.v. toediening. Deze wijze van toediening wordt daarom aangeraden bij acute gevallen.
Bij enterale toediening wordt het geneesmiddel toegediend via de darmen. Als iets via de enterale weg wordt toegediend, zal het eerst via de maag en darmen moeten worden opgenomen. Dit gaat dus langzaam en geleidelijk.
Parenterale voeding is voeding die via een infuus rechtstreeks in de bloedbaan komt. Er wordt een dun slangetje geplaatst in een groot bloedvat. Parenteraal betekent: buiten het maag-darmkanaal om.
Bij enterale toediening worden de slokdarm, de maag en de dunne en dikke darm (d.w.z. het maag-darmkanaal) gebruikt. Toedieningsmethoden zijn onder meer oraal, sublinguaal (het geneesmiddel oplossen onder de tong) en rectaal.
Systemische toediening is een manier van toedienen van een geneesmiddel of een andere werkzame stof in de bloedsomloop zodat het zijn werking uitoefent over het hele lichaam. De toediening kan gebeuren langs enterale weg (absorptie door het maagdarmstelsel) of parenterale weg (injectie, infusie of implantatie).
Van deze vormen intraveneuze (IV) injecties de snelste mogelijke toedieningsroute. Omdat de injectie direct in het bloedvat wordt gegeven, komt de substantie direct in de systemische circulatie terecht en vindt er geen vertraging plaats die verband houdt met enige vorm van absorptie.
Toediening kan via tabletvorm (via de mond doorslikken of smelten onder de tong (niet doorslikken), zetpil (via de anus), pleister (via de huid), via een naaldje in het onderhuids weefsel of direct in het bloedvat (infuus). Het medicijn moet via zijn toedieningsroute in uw bloedbaan komen om effect te kunnen hebben.
toedieningswegen: lokale toediening (medicijn direct op de plaats die behandeld moet worden), systemische toediening (medicijn wordt eerst opgenomen in het bloed), enterale toediening (oraal), parenterale toediening (buiten het maag-darmkanaal om, direct in de bloedbaan);
Een dragee is een tablet met een hard laagje eromheen, waardoor het wat steviger wordt en ook gemakkelijker door de slokdarm glijdt. Soms zit er een zuurresistent laagje omheen zodat de dragee niet uit elkaar valt in de zure maaginhoud, maar pas in de dunne darm.
Subcutane of intraveneuze toediening (niet effectiever dan oraal, wel een sneller effect): Morfine, fentanyl en oxycodon kunnen parenteraal worden toegediend.
Sublinguaal medicijnen toedienen
Het sublinguaal toedienen van medicijnen betekent dat het medicijn onder de tong gelegd wordt. Dit wordt veelal toegepast bij medicatie die snel opgenomen moet worden of wanneer medicatie niet door maagzuur aangetast mag worden.
De drie belangrijkste routes zijn intradermale (ID) injectie, subcutane (SC) injectie en intramusculaire (IM) injectie . Elk type richt zich op een andere huidlaag: Subcutane injecties worden toegediend in de vetlaag, onder de huid. Intramusculaire injecties worden toegediend in de spier.
Sublinguale toediening is een toedieningsvorm van geneesmiddel, waarbij het geneesmiddel onder de tong wordt gelegd of met een verstuiver wordt toegediend. Lingua is het Latijn voor tong. Sublinguale toediening is zinvol voor geneesmiddel dat snel moeten worden opgenomen of dat door maagzuur onwerkzaam wordt.
Intramusculair – Geïnjecteerd in een spier, wat zorgt voor absorptie over een langere periode vergeleken met een IV. Subcutaan – Geïnjecteerd in het vetweefsel onder de huid, wat gunstig is voor medicijnen die langzamere en aanhoudende absorptie vereisen.
Drugs die het vaakst worden geïnjecteerd zijn: Cocaïne.Heroïne en andere opioïden, waaronder fentanyl, hydrocodon (Vicodin), oxycodon (OxyContin) of morfine.Methamfetamine .
De meeste pillen beginnen pas te werken als de maag hun inhoud in het darmkanaal uitstoot. Dus hoe dichter een pil bij het onderste deel van de maag (het antrum) belandt, hoe sneller ze begint op te lossen en hoe sneller de inhoud via het maagportier (pylorus) in de twaalfvingerige darm terechtkomt.
Systemische toediening kan de blootstelling aan het geneesmiddel in het hele lichaam vergroten, wat resulteert in lagere geneesmiddelconcentraties bij doelreceptoren en hogere risico's op bijwerkingen door binding aan off-target receptoren. Systemische toedieningsroutes omvatten orale, intraveneuze, rectale en transdermale pleisters .
Als we spreken over de organisatie of een team als een systeem, betekent dat dat we kijken vanuit het geheel. Als we spreken over systemisch, dan betekent dat dat we kijken naar de systeempatronen en –dynamieken in dat grotere geheel.
Bovendien worden sommige toedieningslocaties zoals buccaal, sublinguaal en sublabiaal beschouwd als enterale toedieningsroutes zonder de darmen te bereiken. Gastro-intestinaal is dus een uitgebreidere term en past het beste bij deze toedieningsroute.
Vergeleken met toediening via orale of parenterale toedieningswegen, zorgt inhalatie voor een snellere aanvang van de farmacologische werking van de geïnhaleerde middelen en zijn de toegediende doses kleiner, waardoor de potentiële incidentie van nadelige systemische effecten afneemt.
Eén reden om de sublinguale route te selecteren is om vernietiging van het medicijn te voorkomen . Omdat maagzuur en intestinale en hepatische enzymen worden omzeild, kan sublinguale absorptie over het algemeen efficiënter zijn voor bepaalde medicijnen dan intestinale opname. Het begin van het medicijneffect kan ook sneller zijn dan bij orale inname.