De luchtdruk aan de grond is ongeveer 1000 hPa (wat ongeveer overeenkomt met 10.000 kilo per vierkante meter) en als je omhoog gaat neemt de luchtdruk steeds verder af. Op ongeveer 5,5 kilometer hoogte is de luchtdruk gedaald tot 500 hPa en zit de helft van de atmosferische massa onder en boven je.
In een vliegtuig heerst een zelfde luchtdruk als je normaal op 2000-2400 meter hoogte tegenkomt. Deze luchtdruk bedraagt ongeveer 80% van de luchtdruk op zeeniveau. Dit heeft twee gevolgen voor de zuurstofopname. In de eerste plaats bevat de lucht absoluut gezien minder zuurstof.
Met toenemende hoogte neemt de lengte van de naar beneden drukkende luchtkolom af. Daarom daalt de luchtdruk met toenemende hoogte.
Op een hoogte van 10 km is de luchtdruk nog maar één vierde van de luchtdruk op zeeniveau. Dat is trouwens één van de redenen waarom vliegtuigen zo hoog vliegen: er is daar boven immers minder luchtweerstand. Op een hoogte van 500 km boven het aardoppervlak is de luchtweerstand nog nauwelijks voelbaar.
Die is niet de gehele vlucht gelijk. Bij de start heeft het vliegtuig een luchtdruk vergelijkbaar met die van de lucht bij zeeniveau, zo'n 101 kPa.Op normale vlieghoogte is de luchtdruk binnen een stuk lager, rond 75,3 kPa.
Een bar is gedefinieerd als 100.000 Pa = 1·10⁵ Pa = 100 kPa. Van deze eenheid kunnen decimale veelvouden en delen worden gevormd. Het gebruikelijkste is de millibar (symbool: mbar = 100 Pa), vooral voor het aangeven van de atmosferische druk.
Hoe warmer, hoe hoger het 500 hPa vlak
Op ongeveer 5,5 kilometer hoogte is de luchtdruk gedaald tot 500 hPa en zit de helft van de atmosferische massa onder en boven je. Een gelijke hoeveelheid lucht neemt bij gelijke druk en hogere temperatuur een groter volume in.
Voordat u de barometer kunt gebruiken moet u deze afstellen. Achterop dit type barometer zit een klein schroefje en als dit versteld wordt, wordt de spiraal aangespannen of ontspannen. Dit stellen kan met een schroevendraaier en daarmee gaat het wijzertje bewegen. Daarmee kunt u de barometer op de juiste stand zetten.
Het 850 hPa-vlak ligt op circa 1500 meter en wordt vaak gebruikt om weersveranderingen te volgen. De temperatuur op 850 hPa wordt minder verstoord door het dag- en nachtritme en de hoogte.
Als de luchtdruk ergens hoog is, betekent dat daar in feite meer lucht is, en dus dat het op die plek zwaar op de aarde weegt. Op een hete zomerdag spreek je wel eens van 'drukkende' warmte; dat kan heel letterlijk het geval zijn.
Bij een hele hoge luchtdruk blijft het droog en is het vaak erg rustig weer met in de herfst- en wintermaanden een grote kans op mist. Als de wind uit het zuiden waait wordt in de zomermaanden (zeer) warme lucht uit het zuiden van Europa en Afrika aangevoerd. De zon schijnt vaak flink en het is (zeer) warm.
Op zeeniveau is de luchtdruk 760 mm kwik. Een barometer meet druk van de atmosfeer afgezet teven grondwaarden zodat deze verschillend zijn op verschillende hoogtes. Hoge druk laat de atmosfeer vallen naar het grondoppervlak, waardoor bewolking afneemt en heldere, droge weersomstandigheden ontstaan.
Piloot Laurens: “In een vliegtuig kan je gelukkig wél ademhalen omdat de cabine, zodra het vliegtuig van de grond komt, geleidelijk aan onder druk wordt gezet. De motoren persen lucht binnen, wat meteen het vervelende gevoel aan je oren verklaart.”
Een meetstation op zestien meter boven zeeniveau meet een absolute luchtdruk van b.v. 1014 hPa. Herleid naar zeeniveau levert dit een relatieve luchtdruk op van 1016 hPa (2x 8meter=2 hPa). De standaard luchtdruk op zeeniveau is 1013,3 hPa.
AMS ontstaat als gevolg van lage luchtdruk en lage zuurstofdruk. Eén tot zes uur na een snelle stijging tot boven 2000 meter kan hoofdpijn opkomen en deze verergert bij voorover bukken. Ook verminderde eetlust, misselijkheid en braken komen voor, naast moeheid en zwakte.
De luchtdruk wordt gemeten in hectopascal (hPa) of in het oudere eenheid inch kwikdruk (inHg). De normale luchtdruk op zeeniveau is 1013,25 hPa, wat equivalent is aan 29,92 inch kwikdruk of 760 millimeter kwikdruk.
De luchtdruk varieert van plaats tot plaats en ligt aan het aardoppervlak meestal tussen 940 tot 1060 hPa. In de kern van tropische stormen, zoals orkanen kan de luchtdruk dalen tot onder 900 hPa.
Meeteenheid voor luchtdruk; 1 hPa = 1 millibar.
De laagst gemeten luchtdruk ooit in De Bilt is 956,4 hPa, gemeten op 26 februari 1989. De afgelopen 10 dagen vond er ook een grote verandering plaats in de luchtdruk boven Nederland, die we mede dankzij het WOW-NL netwerk goed hebben kunnen meten.
De hectopascal is een eenheid die is afgeleid van de SI-eenheid pascal. De eenheid heeft het symbool hPa. Een hectopascal is gelijk aan 102 Pa of 100 pascal.
In mensentaal komt 1 bar ongeveer overeen met een massa van 10.000 kg die druk geeft op een oppervlak van 1 m2.
50 meters/5 ATM/5 BAR
Geschikt om mee te douchen.
Want de druk (bar) = 1 kg / 1 cm2 = 1 bar.