U krijgt een WGA-uitkering als u minstens 80% arbeidsongeschikt bent. Maar er moet wel een redelijke kans op herstel zijn. U bent dus tijdelijk arbeidsongeschikt. U krijgt een IVA-uitkering als u minstens 80% arbeidsongeschikt bent en er is weinig of geen kans op herstel.
Er zijn 2 soorten WIA-uitkeringen: IVA en WGA. IVA staat voor Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten. U krijgt een IVA-uitkering als u niet of nauwelijks kunt werken en een kleine kans heeft op herstel. WGA staat voor Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten.
Ja, als u te veel vermogen hebt, moet u dit teveel eerst opmaken. U krijgt namelijk geen uitkering als uw vermogen boven een bepaalde grens komt. Die vermogensgrens is € 15.150,- voor een gezin of alleenstaande ouder en € 7.575,- voor een alleenstaande.
Een IVA-uitkering is voor zowel werkgever als werknemer gunstig. Voor u als werkgever omdat de kosten van de uitkering niet (deels) voor uw rekening komen. En voor uw werknemer omdat dit de hoogste uitkering is en het huidige beleid van UWV is dat er geen herkeuringen worden uitgevoerd.
De inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) wordt uitgekeerd aan mensen die volledig afgekeurd en blijvend arbeidsongeschikt zijn. De uitkering bedraagt minstens 75 procent van het WIA-maandloon. In bijzondere gevallen kan deze uitkering hoger uitvallen: tot maximaal 100 procent van het WIA-maandloon.
In de eerste helft van 2024 kregen alleenstaande mensen in de bijstand (die de AOW-leeftijd nog niet hebben bereikt) 1283,83 euro netto per maand. Dat is inclusief de maandelijkse vakantie-uitkering. Ben je alleenstaand en heb je wél de AOW-leeftijd bereikt? Dan kreeg je 1425,76 euro.
Zodra u uw laatste IVA-betaling hebt gedaan, bent u bevrijd van uw schulden en kunt u beginnen aan uw reis naar financiële vrijheid . Dit brengt u in een goede positie om uw kredietscore te herbouwen en u zou het gemakkelijker moeten vinden om toegang te krijgen tot de meeste vormen van krediet, van een hypotheek en een lening tot een telefoonabonnement en een bankrekening.
Gaat u voor maximaal een jaar naar het buitenland, bijvoorbeeld voor vakantie, studie of een medische behandeling? Dan kunt u uw WIA-uitkering (IVA of WGA), WAO- of WAZ-uitkering in het buitenland ontvangen. Het maakt niet uit naar welk land u gaat.
Inkomen wordt grotendeels gekort op uw IVA-uitkering. Inkomen en uitkering samen, is echter altijd meer dan alleen uw uitkering. In basis is werken (in loondienst of als ondernemer) met een WGA of IVA uitkering dus altijd lonend.
Voor de IVA en WGA geldt geen vermogenstoets. Dit betekent dat het spaargeld en ander vermogen dat je bezit geen invloed heeft op de hoogte van je WIA-uitkering.
Wettelijke grondslag: Het UWV moet een wettelijke grondslag hebben om bankgegevens op te vragen. Dit is meestal het geval wanneer er een redelijk vermoeden van fraude is. Toestemming van de rekeninghouder: In sommige gevallen kan het UWV de rekeninghouder om toestemming vragen om bankgegevens in te zien.
Wanneer je deze uitkering ontvangt heeft het UWV in samenspraak met andere instellingen besloten dat je niet meer kan werken.
Voordat u een weloverwogen beslissing neemt, moet u alle beschikbare opties bekijken en indien nodig advies inwinnen bij een financieel expert. Of een IVA de moeite waard is, hangt af van uw financiële situatie, totale schuldenniveau en het vermogen om maandelijkse betalingen te doen voor uw schulden .
U krijgt een IVA-uitkering als u minstens 80% arbeidsongeschikt bent en er is weinig of geen kans op herstel.
Een IVA kan invloed hebben op toekomstige inkomsten of activa die u krijgt . Als u bijvoorbeeld verhuist tijdens een IVA, moet u mogelijk al het geld dat u verdient als winst uit de verkoop van uw woning in de IVA storten. Als uw inkomen stijgt terwijl u een IVA heeft, moet u dit aangeven bij uw insolventiepraktijk.
De hoogte van de IVA-uitkering is 75% van het laatstverdiende loon tot maximaal 75% van € 71.628 (januari 2024). De uitkering loopt uiterlijk tot de pensioenleeftijd.
Er zijn geen regels die zeggen dat u niet mag sparen terwijl u een IVA-uitkering heeft . In sommige gevallen kan het handig zijn om wat extra geld opzij te zetten op een aparte spaarrekening, zodat u in geval van een financiële noodsituatie rond kunt komen.
Een IVA-uitkering is gunstiger als u volledig en duurzaam arbeidsongeschikt bent. U ontvangt een hogere uitkering zonder verplichtingen. Een WGA-uitkering is beter als u nog kunt werken of kans heeft op herstel.
In de praktijk zien wij dat na toekenning van een WGA 80-100% uitkering er 5 jaar voorbij kan gaan en er niets meer gebeurt. De ex-werknemer blijft dezelfde uitkering houden en de WHK premie of de WGA Eigenrisicodragerschap nota's blijven gebaseerd op de maximale WGA schadelast.
Een schuldenaar kan de supervisor vragen om zijn IVA te beëindigen . De supervisor zal dan het Certificate of Termination uitgeven, maar het proces kan nog steeds enkele maanden duren. De timing voor de uitgifte van kennisgevingen en certificaten zal in de overeenkomst zelf worden vastgelegd.
Een roodstand is een onbeschermde schuld - wat betekent dat het kan worden opgenomen in een IVA (Individual Voluntary Arrangement) . Onbeschermde schulden zijn schulden die niet 'beschermd' zijn door een van uw activa - terwijl een hypotheek bijvoorbeeld een gedekte schuld is omdat uw huis in beslag kan worden genomen als u stopt met betalen.
Volgens het NIBUD is het slim om zo'n 10 procent van je netto maandinkomen te sparen. Dat is de manier om een buffer op te bouwen. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) ligt het modaal inkomen in 2024 op 44.000 euro bruto per jaar, of ongeveer 2900 euro netto per maand.
UWV berekent uw IVA-uitkering als volgt. Ga uit van het sociale verzekeringsloon (sv-loon) dat u verdiende in het jaar voordat u ziek werd. Deel dit totale sv-loon door 261 (gemiddelde aantal werkdagen in een jaar). Vermenigvuldig dit bedrag vervolgens met 21,75 (gemiddeld aantal uitkeringsdagen per maand).
U heeft niet te veel vermogen
Vermogen is bijvoorbeeld spaargeld, een erfenis of waardevolle spullen zoals een auto. De spullen van alle gezinsleden tellen mee. Uw vermogen mag maximaal € 15.540 zijn als u getrouwd bent, samenwoont of alleenstaand ouder bent.