De industriële revolutie begint na de uitvinding van de stoommachine. Het was een revolutie: een grote verandering. Door de industriële revolutie veranderde de manier waarop spullen werden gemaakt. Eerst werden spullen (zoals kleding) met de hand gemaakt.
De industriële revolutie is de overgang van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen die gepaard ging met grootschalige organisatorische en sociale veranderingen, gekenmerkt door een explosieve groei van het aantal fabrieken, de omvang van de steden en de vorming van een vierde stand, het proletariaat.
Industrialisatie is het proces waarbij er in een bepaald gebied meer industrie (fabrieken) komt. Een voorbeeld hiervan is de industrialisatie van semi-periferielanden, zoals China, India, Indonesië en Bangladesh. Vaak gaat industrialisatie samen met economische groei (het rijker worden van een land).
De eerste industriële revolutie gebruikte water en stoomkracht om de productie te mechaniseren. 2de industriële revolutie: Staal, elektriciteit, turbines en verbrandingsmotor De tweede revolutie gebruikte elektrische energie om massaproductie te maken. 3de industriële revolutie: Computer, communicatie en globalisatie.
De Industriële Revolutie had ook invloed op het voedingspatroon van mensen. Er kwamen namelijk fabrieksproducten, zoals margarine, macaroni en gelatine. Ook ontdekte de Franse kok Nicolas Appert de conserveringstechniek, waardoor eten bewaard kan worden.
Het resulterende dieet werd gedomineerd door gekocht brood, aardappelen in hun schil en spek dat in minuten gekookt kon worden. Deze hadden het extra voordeel dat ze in kleine hoeveelheden in winkels verkrijgbaar waren. Dit voorkwam opslagproblemen en verlichtte de druk op de familiekas tussen de betaaldagen.
Dit proces van verandering tussen ongeveer 1750 en 1830 wordt aangeduid met de term industriële revolutie.
De vier industriële revoluties zijn steenkool, gas, elektronica en kernenergie, en internet en hernieuwbare energie . Vanaf 1765 tot aan de dag van vandaag hebben we een verbazingwekkende evolutie gezien.
Terwijl de eerste industriële revolutie gericht was op ijzer, stoomtechnologieën en textielproductie, draaide de tweede rond staal, spoorwegen, elektriciteit en chemicaliën.
Zij moesten lange dagen werken en kregen heel weinig geld voor dit werk. De bazen van de fabriek vonden de kinderen wel handig. Omdat de kinderen klein waren konden ze gemakkelijk overal bij. De kinderen konden zo gevaarlijke en moeilijke klusjes doen.
duidelijke stijging in het aantal besmettingen dan dat er voorheen waren. besmettelijke ziektes. Neem bijvoorbeeld cholera, de pest, dysenterie,malaria, pokken en tuberculose.
Definities van industrialisatie. zelfstandig naamwoord. de ontwikkeling van de industrie op grote schaal. synoniemen: industriële onderneming , industrialisatie. industrie, productie.
Er verschijnen steeds meer grote fabrieken. In Nederland treedt in 1776 de eerste stoommachine in werking bij een gemaal van de Oostpoort, in Rotterdam. Dat loopt uit op een mislukking. In Vlaardingen neemt ene Jan Bos in zijn bedrijf in de Achterstraat in 1846 de eerste stoommachine in gebruik.
Een revolutie of omwenteling is een grote plotselinge verandering. Het is daarmee de tegenhanger van evolutie, of geleidelijke verandering.
De groei van industrieën, stedelijke ruimte, sloppenwijken en de moderne vorm van bestuur was een sociaal gevolg van deze ontwikkelingen. Als gevolg hiervan veroorzaakte de industriële revolutie significante veranderingen in de maatschappij, en dus groeide ook de behoefte om het te begrijpen en leidde tot de opkomst van de sociologie.
De sociale kwestie in Nederland (1870-1918) is het sociale vraagstuk over de slechte leef –en werkomstandigheden van arbeiders. De sociale kwestie was een gevolg van de industriële revolutie en leidde tot de eerste vormen van sociale wetgeving, nu kenmerkend voor onze verzorgingsstaat.
Industrialisatie. De Industriële Revolutie begint in Groot-Britannië en heeft twee oorzaken: Nieuwe uitvindingen. Er kwamen nieuwe uitvindingen op de markt zoals de Spinning Jenny in 1764 (zie afbeelding) en de verbeterde stoommachine (1784).
Belangrijke uitvinders van de Industriële Revolutie waren onder meer James Watt , die de stoommachine aanzienlijk verbeterde; Richard Trevithick en George Stephenson, die de stoomlocomotief introduceerden; Robert Fulton, die de eerste commercieel succesvolle raderstoomboot ontwierp; Michael Faraday, die de eerste elektrische ...
Het Kinderwetje Van Houten uit 1874 is de eerste sociale wet die Nederland kende. l-let hield de afschaffing van fabrieksarbeid voor kinderen tot twaalf jaar in en werd ingevoerd door de liberale politicus Samuel van Houten. Het ging om maatregelen tot het tegengaan van overmatige arbeid en verwaarlozing van kinderen.
Terwijl de Eerste Revolutie werd aangestuurd door het beperkte gebruik van stoommachines, verwisselbare onderdelen en massaproductie, en vooral door waterkracht werd aangedreven, vooral in de Verenigde Staten, werd de Tweede Revolutie gekenmerkt door de aanleg van spoorwegen, grootschalige ijzer- en staalproductie en het wijdverbreide gebruik van machines in ...
Industrie 3.0 draaide helemaal om automatisering in individuele fabrieken. Het doel was om geld te besparen door de efficiëntie en productiviteit te verbeteren. Het optimaliseerde productielijnen door machines en computers te vervangen voor menselijke arbeid. Industrie 4.0 heeft een veel bredere reikwijdte en integreert digitale technologieën in de waardeketen.
De eerste Industriële Revolutie begon aan het einde van de 18e eeuw en duurde tot het midden van de 19e eeuw . Het werd gekenmerkt door het wijdverbreide gebruik van gemechaniseerde productie, het gebruik van energiebronnen zoals stoomkracht en steenkool, en de opkomst van de eerste fabrieken.
De overbevolking van steden was een van de nadelen van de industrialisatie. Het leven in de drukke steden was ongezond. Het was er vies en ziektes verspreidden zich snel. Een ander nadeel van de industrialisatie was dat het werken in de fabrieken zwaar en gevaarlijk was.
Veel te weinig om met het hele gezin van te leven. Daarom lieten ze hun vrouw en hun kinderen ook werken, ze moesten wel. De kinderen werkten soms al vanaf hun vijfde of zesde jaar. De hele dag, soms wel 12 uur lang.
Een stoommachine is een motor (of in bredere zin een machine), die door middel van onder druk staande stoom mechanische arbeid levert. Vaak ontstaat die druk als gevolg van verhitting door verbranding van steenkool.