Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee.
Om het getal 10 te halveren, wordt dit getal in twee gelijke delen gesplitst, namelijk in 5 en 5. Als je een getal halveert, dan deel je het door 2. 10 : 2 = 5. De helft van 10 is dus 5.
Wanneer je het dubbele van iets wil bepalen, kun je het getal vermenigvuldigen met twee. Je kunt het dubbele ook uitrekenen door hetzelfde getal nog eens bij het getal op te tellen.
1/3 : 2 is dus 1/6.
Als je de helft van een getal wil uitrekenen, deel je dit getal door twee.
Een talstelsel, getallenstelsel of getallensysteem is een wiskundig systeem om getallen voor te stellen. Oorspronkelijk was een talstelsel een systeem om te tellen. Omdat tellen het opnoemen van (natuurlijke) getallen inhoudt, kwam vanzelf de manier van noteren van die getallen aan de orde.
Elk stukje van 0,01 is een honderdste en staan op de tweede plek achter de komma. Een honderdste zoals dat van 0,01 naar 0,02 kun je ook weer in 10 stukjes verdelen. Elk stukje van 0,001 is een duizendste en staan op de derde plek achter de komma. Hoe verder het cijfer achter de komma staat, hoe minder het waard is.
Engelen getallen zijn getallen die gebruikt worden door de engelen om met ons te kunnen communiceren. Zo zijn er meestergetallen, drievoudige getallen, enkele getallen en dubbele getallen. Voorbeelden van engelen getallen zijn 333, 2222, 12:34, 11 11.
88 kan niet direct door 12 worden gedeeld, maar 84 wel. 84 : 12 = 7, want 7 x 12 = 84. Iedere groep krijgt dus in elk geval 7 boeken. 84 boeken zijn al gedeeld door 12 (zie stap 1).
Wat is de helft van 11? Als je deze vraag stelt krijg je meestal 1 antwoord. Namelijk 5,5.
Een hele is verdeeld in acht gelijke stukken, oftewel: 1 : 8 =. Daar hoort het kommagetal 0,125 en het percentage 12,5% bij. Handig om deze gegevens bij elkaar op een overzichtskaart te hebben!
1/4 deel = 25 % 1/2 deel = 50 % 3/4 deel = 75 % 1 geheel = 100 %
6 + 0,3 = 6,3 met 0,3 ( = 3 : 10 ) is het decimale deel. 217 + 0,45 = 217,45 met 0,45 ( = 45 : 100 ) is het decimale deel. 23 + 0,724 = 23,724 met 0,724 ( = 724 : 1000 ) is het decimale deel.
Volgens een kennis is, vanuit de wiskundewetten gezien, 1 gedeeld door 0 gelijk aan oneindig.
Kommagetallen worden ook wel decimale getallen genoemd. 4 is dus geen decimaal getal, maar 4,2 wel. De cijfers achter de komma noem je decimalen. 7,21 is een getal met 2 cijfers achter de komma, dit is dus een getal met 2 decimalen.
In de computerwereld wordt de hexadecimale voorstelling van getallen veel gebruikt, omdat deze manier van representeren goed aansluit bij de binaire representatie in de computer. Het woord 'hexadecimaal' wordt vaak afgekort als 'hex', hoewel dit 'zes' betekent.
Het decimale stelsel
In het tientallig stelsel werken we met 10 verschillende symbolen (10 verschillende cijfers), aangeduid met 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9. Deze cijfers vormen de onderdelen van al onze berekeningen.
Het 10-talig stelsel dankt zijn oorsprong aan het feit dat we met tien vingers worden geboren. Dit stelsel heeft een tientallige opbouw met eenheden, tientallen, hondertallen, duizendtallen, ... De nul wordt gebruikt om een lege plaats aan te geven. De nul in het getal 10 geeft aan dat er 0 eenheden zijn, ..., enz.
48 = 9 x 5 + 3.
Samengevoegd zijn dat vijf appels. Daarom is 1 + 2 + 2 = 5. Hierbij noemt men de getallen 1, 2 en 2 de termen.
Een tiende deel, 1/10, is 10%, en 3/10 is dus 30%. We zien dat we niet meer met breuken, maar met percentages als 50, 25, 10, dus gehele getallen werken.