Grote gebeurtenissen en ernstige of chronische stress spelen een belangrijke rol. Bijvoorbeeld het overlijden van iemand van wie je houdt, een scheiding, ontslag of een (jeugd)trauma. Ook traumatische gebeurtenissen met (seksueel) geweld geven meer risico op depressie.
In Nederland krijgt ongeveer een kwart van de volwassenen van 18-75 jaar ooit in het leven te maken met een depressie (2019-2022). Elk jaar geldt dat voor ongeveer 9% van de volwassenen. Vrouwen in de leeftijdscategorie 18-34 jaar hebben de grootste kans op een depressie (2019-2022).
Veel meer dan eenmalige recente stress-situaties. Aanhoudende problemen kunnen ervoor zorgen dat je draagkracht ondermijnd wordt. Maar recente gebeurtenissen zoals verlies van je job, verlies van een geliefde, plotse eenzaamheid of een ernstig conflict met iemand, kunnen wel een depressie uitlokken.
kreeg je te horen dat je psychische klachten hebt omdat je een stofje tekort komt in de hersenen. Een tekort aan serotonine (bij depressie) of teveel aan dopamine (bij psychose) zou de klachten verklaren. En dat je pillen nodig hebt om dat bepaald stofje aan te vullen, dan wel te blokkeren.
Laat iemand met een depressie niet in de steek. Regelmatig contact blijft belangrijk. Ook als de ander zich terugtrekt, zelf geen contact zoekt of onaardig doet. Dring niet aan op het nemen van een belangrijke beslissing tijdens de depressie, zoals verhuizen of scheiden.
Recente onderzoeken suggereren een significante relatie tussen B-vitamine tekorten en depressie, waarbij B12 en foliumzuur vaak worden geïdentificeerd als cruciaal.
Er is steeds meer bewijs dat verschillende delen van de hersenen krimpen bij mensen met een depressie. Deze gebieden verliezen met name grijze stof (GMV). Dat is weefsel met veel hersencellen. GMV-verlies lijkt hoger te zijn bij mensen die regelmatig of aanhoudende depressie hebben met ernstige symptomen.
Er zijn verschillende soorten depressies. Bij een lichte depressie kun je met weinig hulp toch verder en soms gaan lichte depressies ook vanzelf weer over. Een huisarts of praktijkondersteuner kan je vaak al in een paar gesprekken helpen. Bij een ernstige depressie heb je veel meer klachten, die ook ernstiger zijn.
Stressfactoren binnen het gezin, zoals ruzies binnen het gezin, kunnen een depressie uitlokken , terwijl depressieve symptomen kunnen leiden tot een verslechtering van de interactie binnen het gezin.
Een depressie is een psychische aandoening die de gevoelens, gedachten en stemming van mensen raakt. Mensen die depressief zijn, zijn langdurige tijd somber en hebben vrijwel nergens zin in.Ze verliezen vaak interesse in de dingen om zich heen en kunnen niet echt meer genieten.
In de tweedelijnszorg wordt bij een matig ernstige of ernstige depressie altijd een combinatie van medicatie en psychotherapie aanbevolen. De SSRI's citalopram, escitalopram, fluoxetine en sertraline zijn eerste keus, net als in de eerstelijnszorg. Zie voor het volledige beleid het Stappenplan Tweedelijnszorg.
Een depressieve stoornis komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen (jaarprevalentie: 6,3% versus 4,1%). Vrouwen in de leeftijdscategorie 25-34 jaar hebben de grootste kans op een depressie.
We zijn allemaal toch wel eens depressief
Een goede huilbui of bijpraten met een vertrouwenspersoon is dan soms voldoende om je sombere gedachten en gevoelens terug te dringen. Maar bij een depressie biedt niets nog troost en het gebrek aan plezier beleven kan weken of langer aanhouden.
In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters. Deze verstoringen in het chemische evenwicht geeft aanleiding tot angstklachten, overmatig piekeren, verminderde plezierbeleving, passiviteit en een sombere stemming.
Naast heftige gebeurtenissen, erfelijke aanleg en karaktertrekken, kunnen ook andere factoren een rol spelen. De kans op een depressie is bijvoorbeeld groter bij het gebruik van bepaalde medicijnen of drugs, of als je lijdt aan een andere aandoening, zoals de ziekte van Parkinson of diabetes.
In 80% van de gevallen betekent de aandoening een aantasting van het normale leven, en meer dan 25% van deze mensen geeft aan ernstige problemen te ondervinden op het werk of thuis. Mensen met een depressieve stoornis hebben een grotere kans om vroeg te overlijden dan mensen zonder depressieve stoornis.
Neurotransmitters. Bepaalde stoffen in de hersenen maken een mens kwetsbaar voor depressie. Dat zijn de zogenaamde neurotransmitters, die zorgen voor emoties, eetlust en concentratievermogen. Enkele van deze neurotransmitters, namelijk serotonine en noradrenaline, werken in op de stemming.
Op basis van de huidige gegevens hebben magnesiumtauraat en glycinaat de meeste onderzoeken die hun effecten op angst en andere psychische stoornissen ondersteunen. Magnesiummalaat en threonine hebben ook therapeutische effecten aangetoond en kunnen nuttig zijn in veel psychiatrische gevallen.
Magnesium supplement.
Verder is Magnesium goed voor de gemoedstoestand, het concentratievermogen en het geheugen. Hoe meer fysieke of mentale stress, hoe meer magnesium je verbruikt. En met een lager magnesiumniveau in je cellen ben je gevoeliger voor stress. Zo kom je in een vicieuze cirkel terecht.
Onderzoek wijst uit dat voeding met veel antioxidanten het risico op depressie kan verminderen. Foliumzuur, of vitamine B-11, dat voorkomt in voedingsmiddelen zoals donkere bladgroenten en noten, speelt een rol bij het verminderen van stress en het voorkomen van depressieve gevoelens.
Uzelf rust en tijd te gunnen. Het helpt niet om tegen de klachten te vechten en om maar door te blijven gaan. Actief te blijven. Beweeg elke dag een half uur en probeer werk op te pakken wat u aankunt.
Op tijd naar bed, op vaste momenten eten en vaste rustmomenten geven houvast. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat bewegen helpt tegen een depressie. Ga wandelen of fietsen of kies een sport. Het liefst samen met anderen.