Ventrikelfibrilleren of kamerfibrilleren is een ernstige hartritmestoornis. De hartkamers worden snel en chaotisch geprikkeld. Hierdoor trekken ze niet meer samen. Er wordt geen bloed meer rondgepompt en er ontstaat een hartstilstand.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Van een ernstige hartritmestoornis is pas sprake als het hartritme sterk afwijkt van het normale ritme (véél sneller, véél langzamer, véél onregelmatiger) en als het afwijkende hartritme zich vaker voordoet (bijvoorbeeld dagelijks).
Een lange rusttijd tussen de hartslagen is een aanwijzing dat het hart ongecontroleerd kan gaan kloppen, waardoor het bloed minder goed wordt rondgepompt. Mensen met LQTS kunnen daardoor plotseling bewusteloos raken of zelfs overlijden.
Het maakt voor uw levensverwachting niet uit of uw hartritme vooral door het normale sinusritme of door boezemfibrilleren wordt bepaald. De bovengenoemde behandelingen hebben als doel uw kwaliteit van leven te verbeteren, door uw hartklachten te verminderen.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
digoxine. Digoxine behoort tot de groep geneesmiddelen die hartglycosiden worden genoemd. Digoxine verbetert de pompkracht van het hart en zorgt voor een regelmatige rustige hartslag. Artsen schrijven het voor bij hartfalen en hartritmestoornissen.
Tussen het 55-ste en het 65-ste jaar krijgen vooral mannen met hartziekten te maken. Het risico op een hartinfarct is voor mannen in die leeftijd zes keer groter dan voor vrouwen, omdat vrouwen tot de overgang worden beschermd door het geslachtshormoon oestrogeen.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
In de jaren 60 werd het mogelijk om het hartritme te herstellen door cardioversie. Dit is een behandeling om tijdelijk van de ritmestoornis af te komen. Sinds de jaren 80 is ablatie mogelijk. Deze behandeling helpt veel hartpatiënten blijvend van hun ritmestoornis af.
Klachten bij ritmestoornissen. Het kan zijn dat je altijd een afwijkend ritme hebt of slechts af en toe. Zo'n aanval kan dan bijvoorbeeld een paar uur duren, maar kan ook na een paar minuten weer over zijn.
Als je hartkloppingen hebt, haal je vaak veel te snel adem. Om controle te krijgen over die ademhaling is het goed ademhalingsoefeningen te doen. Zoek bijvoorbeeld een rustig plekje om controle te krijgen over je ademhaling en tot rust te komen. Probeer door je buik te ademen.
Atriumfibrilleren gaat in meer dan de helft van de gevallen vanzelf over, vaak binnen twee dagen. Bij een derde van de mensen duurt atriumfibrilleren langer dan twee dagen of komt het steeds terug. Het bloed in het hart kan daardoor wat trager gaan stromen. Er is dan een kleine kans dat er bloedstolsels ontstaan.
Flauwvallen door een hartritmestoornis treedt eerder op tijdens het sporten en wordt vaak voorafgegaan door hartkloppingen of pijn op de borst. Bij hartkloppingen kun je het gevoel hebben dat je hart op hol slaat, dat het uit je borstkas zal springen. Je kunt ook het gevoel hebben dat je hart 'overslaat'.
Gebruik van bepaalde stoffen zoals tabak, alcohol en drugs. Soms is er iets mis met de vorming van de elektrische prikkels of de geleiding van die prikkels, maar kan er geen directe oorzaak van de hartritmestoornis worden vastgesteld. Boezemfibrilleren hangt sterk samen met ouderdom.
De kleinste taken zijn al te veel gevraagd en dat kan zorgen voor gevoelens van falen. Als je een burn-out hebt, dan heb je vaak ook veel klachten die voorkomen bij een depressie. Zo voel je je vaak somber, lusteloos en heb je last van schuldgevoelens. De ziektebeelden zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden.
Bij extreme spanning die een goede prestatie in de weg staat, kan de arts een medicijn als propranolol voorschrijven. Propranolol zorgt ervoor dat uw hartslag wat minder snel gaat en dat u minder trilt. Het werkt na ongeveer een uur. De werking houdt zes tot acht uur aan.
De meest voorkomende klacht bij een hartinfarct is een beklemmende of drukkende pijn midden op de borst. Deze pijn kan uitstralen naar bovenarmen, hals, kaak, rug en maagstreek. Je voelt je beroerd en de pijn kan samengaan met zweten, misselijkheid of braken.
De hoge temperaturen die er de komende tijd aan kunnen komen, kunnen een extra belasting voor hartpatiënten vormen. Het hart moet harder werken om de lichaamstemperatuur normaal te houden.
Met een hartaanval kunt u ernstige pijn op de borst of andere symptomen voelen. U blijft meestal wakker en kunt om hulp roepen. Bij SCD daarentegen zijn er geen tekenen dat er iets gaat gebeuren - u verliest plotseling het bewustzijn en kunt niet om hulp roepen. Het kan gebeuren als u wakker bent of als u slaapt.
Een actieve levensstijl is dus gunstig voor personen met VKF. Om zo'n gunstige impact te genereren, moet je wel voldoende bewegen: 2,5 uur per week. Dat kan een combinatie zijn van wandelen, zwemmen, fietsen of joggen, liefst aan een matige intensiteit.
Boezemfibrilleren is een hartritmestoornis en wordt ook wel atriumfibrilleren genoemd. Bij boezemfibrilleren heeft uw hart een onregelmatige hartslag die veel te hoog is. Bij een normaal hartritme ontstaat een elektrische prikkel in de sinusknoop. Deze prikkel verspreidt zich daarna over de boezems.
Bisoprolol is een zogenaamde betablokker. Deze verlagen de hartslag en daarmee de bloeddruk. Een andere betablokker die je in overleg met de arts kunt proberen, is bijvoorbeeld metoprolol. Er zijn ook veel andere middelen die de arts kan proberen, zoals calcium blokkers, zoals bijvoorbeeld amlodipine.