De dieren vormen een rijk van meercellige levende wezens die tot de eukaryoten behoren. Dieren zijn een zeer diverse groep levensvormen die zich voeden met organisch materiaal, zuurstof ademen, en zich in de regel geslachtelijk voortplanten.
De poolvos is een vrij algemene diersoort, met een circumpolaire verspreiding. In Scandinavië is de soort echter bijna uitgestorven. Er leven hier slechts nog zo'n 120 dieren.
Leefgebied Poolvossen leven op de taiga, langs de Poolzee en op het poolijs. Hun leefgebieden kun je op deze kaart zien. Ze leven in paren. Mannetjes en vrouwtjes blijven hun hele leven bij elkaar.
Afhankelijk van het gebied waar de poolvos voorkomt heeft hij zijn vijanden. In de hoogarctische gebieden is dit de ijsbeer. In de subarctische gebieden zijn het de wolf en de grizzlybeer. In sommige gebieden lopen jonge poolvossen ook nog de kans om gepakt te worden door steenarenden.
De eerste vosachtige in Eurazië was Vulpes alopecoides. De splitsing tussen wolven en vossen vond ongeveer vijf miljoen jaar geleden plaats in Noord-Amerika. Pas aan het einde van de laatste ijstijd verbreidt de poolvos zich vanuit Noord-Amerika naar Europa.
De poolvos is zeer geliefd, vooral onder bontdragers. De prachtige witte haren van het dier maken een mooie jas of bontkraag, zo vinden ook de ontwerpers van internationale topmerken. Een modeartikel gaat de toonbank over voor zo'n €200,-.
Uiterlijk. De woestijnvos is de kleinste van alle niet gedomesticeerde hondachtigen, met de grootste oren van alle vossen, tot 15 cm lang. De oren worden gebruikt voor het op het gehoor lokaliseren van prooi en kunnen door hun grote oppervlak warmte helpen afstaan.
Bij het jagen moet de poolvos door een dikke laag sneeuw heen. Om dat voor elkaar te krijgen springt hij hoog in de lucht en duikt hij met zijn hoofd voorop de sneeuw in. Indien er geen voedsel beschikbaar is, is de poolvos in staat om zijn stofwisseling met de helft te reduceren en nog steeds actief blijven.
Ze eten kleine dieren zoals konijnen en hazen, maar ook insecten en fruit.
Leefwijze en voedsel
Vossen zijn opportunisten: ze leven van wat zich ter plaatse het gemakkelijkst laat verschalken. Kleine knaagdieren (vooral woelmuisen) en haasachtigen (haas, konijn) vormen het hoofdmenu. Maar ook vogels, insecten, eieren, bessen, afgevallen fruit, aas en afval wordt gegeten.
Uiterlijk: Poolvossen zijn wit in de winter en hebben in de zomer meestal een grijsbruine rug, gelige flanken en een bruine buik met witte vlekken. Ongeveer 3% van de totale populatie is het hele jaar houtskoolkleurig en wordt "blauwe vos" genoemd, hoewel dit percentage in Spitsbergen kan oplopen tot 10%.
IJsberen zijn de bekendste dieren op de Noordpool. Hun dikke vacht beschermt ze tegen de kou. Andere dieren die op de Noordpool leven, zijn poolvossen, muskusossen, rendieren, sneeuwhazen en lemmingen. De mensen die op de Noordpool wonen, zijn de Inuït (een mooier woord voor eskimo's).
IJsberen leven op de Noordpool en pinguïns op de Zuidpool. Ze komen elkaar in het wild dus nooit tegen! Er zijn ook nog andere dieren bekend die in de poolstreken leven, zoals: poolvos, rendier, muskusos, bultrug, walrus, orka, albatros, zeeolifant en Noordse stern.
IJsberen, poolvossen, muskusossen, rendieren, sneeuwhazen en lemmingen leven alleen op en rond de Noordpool. Terwijl pinguïns en reuzenalbatrossen uitsluitend bij de Zuidpool voorkomen. De zeezoogdieren van beide polen lijken meer op elkaar. Sommige walvissoorten komen zelfs bij beide polen voor.
Hij kan een muis al van ver horen en ruiken. Heel traag besluipt hij zijn prooi. Hij maakt geen enkel geluid en dan bespringt hij de prooi en maakt hij ze dood. De vos eet nooit op de plaats waar hij zijn prooi doodt.
Verspreiding. Deze haasachtige leeft boven de boomgrens op de toendra in koude gebieden, voornamelijk in Noord-Amerika (Canada) maar ook in Groenland. Hij is daar algemeen en volkomen bestand tegen de strenge winters in zijn open, boomloze habitat.
Hol. De vos graaft in de grond zijn hol, dat vaak twee tot vier ingangen heeft. Het vossenhol dient voornamelijk als kraam- en kinderkamer, maar ook als schuilplaats. Tevens worden ook holen (burchten) van konijnen of dassen benut.
Water krijgt de alleseter via zijn voedsel binnen. Hij kan daardoor lange tijd zonder drinken. Toch drinkt hij graag een flinke slok als hij water tegenkomt.
Jonkies van de woestijnvos
In dat hol krijgt de moer (het vrouwtje) haar welpjes. Het mannetje heet een rekel. Als de moer drachtig is gaat ze het hol niet meer uit. Dan haalt de rekel eten voor de moer.
De fennek of woestijnvos (Fennecus zerda of ook wel Vulpes zerda) is een vos die voorkomt in de woestijnen van Afrika en het Arabisch Schiereiland. Hoewel hij veel lijkt op de fossiele Otarocyon is hij nauwer verwant aan de grootoorvos en de leden van het geslacht Vulpes.
De vos van het hoge noorden
Zijn lange staart gebruikt hij als een dekentje als hij slaapt en zelfs de onderkant van zijn poten is bedekt met haren. Zijn vacht verandert van kleur doorheen de seizoenen en komt van pas als camouflage. De poolvos kan wel tegen een stootje.
Verspreiding en leefgebied
Tegenwoordig komt de veelvraat vooral in arctische gebieden voor, zoals Alaska, Noord-Canada, Siberië, Noord-Rusland en Scandinavië. Voordat de Europeanen hun nederzettingen in Noord-Amerika stichtten, kwam het dier zelfs tot in Californië voor.
Van kameleons tot inktvissen: deze dieren kunnen de kleur van hun uiterlijk aanpassen om zich voor roofdieren te verschuilen, rivalen te intimideren of partners te lokken.