Kattenziekte is de meest dodelijke virusziekte bij de kat en heeft een dramatisch snel en wreed verloop. Het wordt veroorzaakt door het feline panleukopenia virus.
Wat zijn de symptomen van een kat met kattenziekte? Katten van alle leeftijden kunnen ziek worden maar kittens zijn het meest gevoelig. De belangrijkste symptomen zijn braken, diarree, hoge koorts, verminderde weerstand en waggelende gang bij kittens. In het bloed valt een laag witte bloedcelgehalte op.
Niesziekte is een veel voorkomende aandoening bij de kat die soms levensbedreigend kan zijn. Symptomen van niesziekte zijn niezen, neusuitvloeiing, ontsteking van de oogslijmvliezen (conjunctivitis), ooguitvloeiing, gebrek aan eetlust, koorts en sloomheid.
Na besmet te zijn worden katten meestal binnen enkele dagen ziek, maar het kan ook 2 weken duren. Als een dier niet ziek is, maar besmetting wel mogelijk is, dient een quarantaineperiode dus minimaal 2 weken te duren. Daarna kan een dier veilig bij andere mogelijk vatbare dieren gevoegd worden.
Toxoplasmose wordt soms ook 'kattenziekte' genoemd omdat katten de enige dieren zijn die de volwassen vorm van de microbe in zich dragen. De meeste mensen die toxoplasmose doormaken, voelen dit niet. Je kan je eventueel wel wat grieperig voelen, met lichte koorts, vermoeidheid, spierpijn en gezwollen klieren.
Als toxoplasmose moet worden behandeld, kan dat met verschillende antibiotica. Antibiotica van het sulfonamide-type remmen de groei van Toxoplasma gondii. Deze middelen dringen door in de parasiet en verhinderen de aanmaak van een stof die essentieel is voor de parasiet. De parasiet sterft hierdoor.
Eventuele tekenen van infectie zijn weinig specifiek: moeheid, lusteloosheid, soms wat koorts. Bij een minder frequente vorm, die sterk doet denken aan de ziekte van Pfeiffer, worden daarnaast ook vergrote lymfeknopen gezien, evenals spierpijn, lever- en miltvergroting.
De kattenziekte, of feline parvovirus (FPV), is een hoogst besmettelijk darmvirus. Hoewel mensen niet besmet kunnen raken, kunnen zij de ziekte door contact met besmette katten wel overdragen. Dat kan bijvoorbeeld via vlooien van een besmette kat op hun kleding.
Als uw kat inderdaad de ziekte heeft, dan gaat dit meestal vanzelf weer over. Alleen voor verzwakte of hele jonge kittens kan het levensbedreigend zijn. Hoe lang het duurt voordat de ziekte genezen is verschilt, het kan soms wekenlang zijn. Ook kan een acute niesziekte blijvend (chronisch) worden.
De jonge of volwassen kat kan via de neus (inademing) of het maagdarmkanaal (ingestie) geïnfecteerd worden. Het virus zit in alle uitscheidingsproducten van de kat (speeksel, braaksel, traanvocht, ontlasting). Ook kan de kat besmet worden door indirect contact.
Behalve door direct contact, kunnen de virussen ook overgedragen worden via de omgeving, handen en kleding. Het Calicivirus kan wel 10 dagen buiten de kat overleven. Katten die nooit in contact komen met andere katten, kunnen op die manier toch niesziekte krijgen.
Coryza is een sinds 1930 bekende aandoening bij pluimvee en stond in het verleden bekend als 'Acute snot'. De ziekte komt voornamelijk voor in gebieden met een warm klimaat: Zuid-Amerika, Afrika en het Midden en Verre Oosten, maar in een gebied met een gematigd klimaat kan de ziekte ook optreden.
Bij meeste oorzaken van niezen kun je als eigenaar zelf niets doen behalve je kat op tijd laten behandelen door een dierenarts. Wel is het heel verstandig je kat laten vaccineren tegen niesziekte. Ook als je kat nooit buiten komt.
Giardia is een darmparasiet die veel voorkomt bij katten en honden. Bij veel katten die besmet zijn met de parasiet geeft het geen symptomen of klachten. Met name bij jonge katten of katten met een verminderde weerstand kan de parasiet helaas wel voor klachten zorgen.
henselae via een krab of een beet of contact met speeksel van een kat. Kattenkrabziekte kan niet tussen mensen worden overgedragen. Hygiëne na een beet of krab (wassen van de huid, wonddesinfectie en wondverzorging) is belangrijk. Verder is het goed om vlooien bij katten te bestrijden.
Hij kan bijvoorbeeld ineens minder gaan spelen met zijn speeltjes, of zich niet meer interesseren wat er om zich heen gebeurt. Ook weinig of niks eten en spontaan onzindelijk worden, kunnen ziekte symptomen zijn. Houd het voerbakje van je kat goed in de gaten.
Elke kat niest wel eens. Maar wanneer wordt het niezen abnormaal? Wanneer uw kat vaak blijft niezen, er abnormale uitvloeiing aanwezig is (etter, bloed) of de kat algemeen ziek wordt is het verstandig om naar de dierenarts te gaan.
Niesziekte is een veel voorkomende infectieziekte bij de kat. Het is een besmettelijke aandoening waar katten flink ziek van kunnen worden. Niesziekte kent meerdere veroorzakers, de belangrijkste zijn het Feline Herpes Virus (FHV, FHV-1) en het Feline Calicivirus (FCV).
Wij adviseren in principe om in Nederland alle katten (binnen en buitenkatten) ieder jaar tegen niesziekte, één keer in de drie jaar tegen kattenziekte te laten vaccineren.
De kattenziekte, veroorzaakt door het Feline Panleukopenievirus, is een zeer besmettelijke ziekte met geregeld een dodelijke afloop. Ondanks dat de kattenziekte niet zo vaak meer voorkomt, is het bijna elk jaar wel een keer raak.
Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat zowel katten als honden dankzij hun sterk ontwikkelde reukzin kanker kunnen detecteren bij soortgenoten, maar ook bij mensen (zie kaderstuk).
Ziek worden van je kat? Ja dat kan echt! Zo'n ziekte die overdraagbaar is van dier op mens noemen we een zoönose.
De parasiet overleeft niet bij extreme temperaturen. Verhitten boven de 70°C of het invriezen van vlees bij -12°C voor minimaal 4 dagen of bij –20°C voor minimaal 3 dagen doodt de parasiet.
Tuinieren en kattenbakken
Er bestaat namelijk een redelijke kans dat je besmet raakt met de parasiet toxoplasmose gondii. Deze parasiet verspreidt zich via kattenpoep en vlees. Vrijwel alle diersoorten en de mens kunnen besmet raken. Maar alleen in katachtigen kan de parasiet een soort eitjes vormen.
Toxoplasmose verdwijnt meestal spontaan. Personen met een ernstige infectie, met een verminderd immuunsysteem en zwangere vrouwen krijgen antibiotica voorgeschreven. Zwangeren worden doorverwezen naar een gynaecoloog voor verdere opvolging.